Unité 3: C'est qui? C'est quoi? woordjes
1 / 21
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
la vie
A
het begin
B
het einde
C
het leven
D
het geheim
Slide 2 - Quiz
très
A
alles, alle
B
heel, erg
C
behalve
D
vervolgens
Slide 3 - Quiz
interdit
A
zwaar
B
verboden
C
gevaarlijk
D
handig, praktisch
Slide 4 - Quiz
la santé
A
de lucht
B
het leer
C
de verschijning
D
de gezondheid
Slide 5 - Quiz
chauve
A
gekruld
B
elk, ieder
C
alles, alle
D
kaal
Slide 6 - Quiz
les yeux
A
de vacht
B
de ogen
C
het hout
D
de maat
Slide 7 - Quiz
en verre
A
van glas
B
van leer
C
van plastic
D
van hout
Slide 8 - Quiz
lourd
A
licht
B
zwaar
C
kort
D
lang
Slide 9 - Quiz
ensuite
A
dik
B
tot straks
C
vervolgens
D
meerdere
Slide 10 - Quiz
la coiffure
A
het kapsel
B
het probleem
C
het model
D
de maat
Slide 11 - Quiz
quelque chose
A
tot straks
B
elk, ieder
C
dezelfde
D
iets
Slide 12 - Quiz
l'hiver
A
de lente
B
de zomer
C
de herfst
D
de winter
Slide 13 - Quiz
voler
A
stelen, vliegen
B
beschrijven
C
ontdekken
D
veranderen
Slide 14 - Quiz
le poil
A
het probleem
B
het hout
C
de vacht
D
de baard
Slide 15 - Quiz
la fin
A
de vorm
B
de maat
C
het einde
D
de lucht
Slide 16 - Quiz
carré
A
rond
B
vierkant
C
plat
D
kort
Slide 17 - Quiz
la queue
A
het begin
B
het hoesje
C
de staart
D
de snor
Slide 18 - Quiz
l'appareil dentaire
A
de profielfoto
B
de verschijning
C
de beugel
D
de lippenstift
Slide 19 - Quiz
raide
A
elk, ieder
B
recht, steil
C
alles, alle
D
heel, erg
Slide 20 - Quiz
le printemps
A
de lente
B
de zomer
C
de herfst
D
de winter
