Leesvaardigheid H3, tekst 3, 4 vwo (Talent)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Leesvaardigheid H3, tekst 3, 4 vwo (Talent)

Terugblik op vorige les

• uitleg doorgenomen over soorten argumenten en argumentatieschema's
• huiswerk besproken/nagekeken 

Wat moet je weten/kunnen m.b.t. deze soorten argumenten en argumentatieschema's?

Van welke soort argument bedient de burgemeester zich?

1. feiten
2. gevoel of emotie
3. geloof (persoonlijke overtuiging)
4. normen en waarden

Welke soorten argumenten ken je?

Welke argumentatieschema's ken je?

Vraag 17b: Wat voor soort argument is argument A?

1. ervaring
2. feit
3. gevoel
4. normen en waarden

Vraag 17c: De onderbouwingen B, C en D zijn alle drie gebaseerd op hetzelfde argumentatieschema. Welk schema?

1. kenmerk
2. nadelen
3. oorzaak-gevolg
4. vergelijking

18b: De argumenten G en H zijn op hetzelfde argumentatieschema gebaseerd. Welk schema?

1. kenmerk
2. nadelen
3. oorzaak-gevolg
4. vergelijking

19c: Als voorwaarde stelt Stolk dat ook in andere gevallen zo'n beslissing gemaakt moet worden. Welk argumentatieschema zit er achter deze voorwaarde?

1. oorzaak-gevolg
2. voordelen
3. voorbeeld
4. vergelijking

Welke vraag/vragen bij tekst 3 wil je verder besproken hebben?

Kies een emoji die verschillende betekenissen heeft. Welke betekenissen heeft deze emoji voor jou?

Aanvaardbaarheid van argumentatie (10.4) en drogredenen (10.6)

• Lees 10.4 en 10.6 in vakboek (blz. 129, 130, 133 en 134)
  
• Vragen?

Waarom is het een debattruc die Wilders toepast?

Aan de slag

• Maak opd. 21 t/m 25. 
• Let op het volledig en duidelijk beantwoorden van vragen.
• Lees de tekst actief: markeer, schrijf in de kantlijn, stel vragen, wees kritisch. 
• Controleer je antwoorden.

Wat heb je tijdens deze les geleerd?

Afsluiting

• Vooruitblik op les van donderdag: huiswerk bespreken/nakijken + quiz over drogredenen.
• Huiswerk voor donderdag: maken: opd. 21 t/m 25 bij tekst 4 (blz. 53 t/m 55)