Oefening 8 - Naamvallen (ontleden)

Naamvallen
Kies het juiste antwoord.
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Naamvallen
Kies het juiste antwoord.

Slide 1 - Diapositive

De 4e naamval is het ... van de zin.
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 2 - Quiz

De 1e naamval is het ... van de zin.
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 3 - Quiz

De 3e naamval is het ... van de zin.
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 4 - Quiz

Naamvallen
Lidwoorden.
Sleep de vormen naar de juiste plek.

Slide 5 - Diapositive

Mannelijk
1e naamval

3e naamval

4e naamval

den
dem
der
ein
einem
einen

Slide 6 - Question de remorquage

Vrouwelijk
1e naamval

3e naamval

4e naamval

die
die
der
eine
eine
einer

Slide 7 - Question de remorquage

Onzijdig
1e naamval

3e naamval

4e naamval

das
das
dem
ein
ein
einem

Slide 8 - Question de remorquage

Meervoud
1e naamval

3e naamval

4e naamval

den +n
die
die
eine
eine
einen +n

Slide 9 - Question de remorquage

Naamvallen
Vul de juiste vorm van het lidwoord in.

Slide 10 - Diapositive

Der Mann sucht d___ Hund im Garten.

Slide 11 - Question ouverte

Thomas hat sein___ Frau eine Blum gegeben.

Slide 12 - Question ouverte

D___ Leute haben das Konzert gesehen.

Slide 13 - Question ouverte

Hast du d___ Mädchen gesehen?

Slide 14 - Question ouverte

Der Direktor hat d___ Lehrerin eine E-Mail geschickt.

Slide 15 - Question ouverte

D___ Stuhl (m) ist sehr bequem.

Slide 16 - Question ouverte

D___ Schiff (o) fuhr sehr langsam.

Slide 17 - Question ouverte

Der Postbote besorgt d___ Eltern einen Brief.

Slide 18 - Question ouverte

Marianne hat ein___ leckeren Kuchen (m) gebacken.

Slide 19 - Question ouverte

Kannst du bitte dein___ Schuhe (mv) ausziehen?

Slide 20 - Question ouverte

Naamvallen
Lidwoord + bijvoegelijk naamwoord
Sleep de vormen naar de juiste plek.

Slide 21 - Diapositive

Mannelijk
1e naamval

3e naamval

4e naamval

den alten Mann
dem alten Mann
ein alter Mann
der alte Mann
einen alten Mann
einem alten Mann

Slide 22 - Question de remorquage

Vrouwelijk
1e naamval

3e naamval

4e naamval

der schönen Frau
eine schöne Frau
die schöne Frau
eine schöne Frau
die schöne Frau
einer schönen Frau

Slide 23 - Question de remorquage

Onzijdig
1e naamval

3e naamval

4e naamval

einem lieben Kind
das liebe Kind
ein liebes Kind
ein liebes Kind
dem lieben Kind
das liebe Kind

Slide 24 - Question de remorquage

Mannelijk
1e naamval

3e naamval

4e naamval

die großen Leute
keinen großen Leuten
die großen Leute
keine großen Leute
keine große Leute
den großen Leuten

Slide 25 - Question de remorquage

Bijvoeglijk naamwoord
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in.
Let op! Vul het hele bijvoeglijk naamwoord in.

Slide 26 - Diapositive

Ich kann gut mit diesem nett___ Mann umgehen.

Slide 27 - Question ouverte

Er hat für seine schön___ Frau Abendessen gekocht.

Slide 28 - Question ouverte

Ein klein___ Kind hat meinen Ball gestohlen.

Slide 29 - Question ouverte

Die gut___ Schüler (mv) dürfen etwas früher gehen.

Slide 30 - Question ouverte

Das klein___ Mädchen (o) spielt draußen im Garten.

Slide 31 - Question ouverte