1KGT - H2 Taalverzorging, Spelling

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

De persoonsvorm
- De vraagproef
- De tijdproef

1. Ik weet hoe ik een paragraaf (onderdeel) kan vinden in mijn boek.

2. Ik weet hoe ik kan testen of ik een -d of een -t schrijf.

3. Ik kan de verlengproef gebruiken om woorden goed te spellen.

Filmpje verlengproef
Theorie groene blok

Nederlands

4 november 2020

Maak opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6

Is het gelukt om de juiste bladzijde zelf op te zoeken?

Kan je goed werken met de verlengproef?

Lukt het om alle opdrachten te maken?

Maak opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6

Het woord van de week

Deze week: akkoord

Het woord van de week

Deze week: akkoord

Woord van de week: akkoord

1. Betekenis

goed, oké

akkoord gaan met (iets) ((iets) goedvinden)
het eens zijn met (iets)

2. Zin maken

= Ik ga akkoord met je voorstel, ik vind het goed.

Zoek de bladzijde op in je boek

Je ziet bovenin je bladzijdes naast het paginanummer ook staan
bij welk hoofdstuk en welke paragraaf je bent.

Lesopdracht 1. Ga naar Hoofdstuk 2

De volgorde is:
Lezen → Schrijven → Kijken en luisteren → Spreken en gesprekken → Woordenschat → Taalverzorging

Lesopdracht 2. Schrijf op welke kleuren de verschillende paragrafen hebben.

Zoek de bladzijde op in je boek

Lesopdracht 3. Ga naar de paragraaf Taalverzorging (donkerblauw)

Hoeveel paragrafen van Taalverzorging zijn er?

Het antwoord is: In dit hoofdstuk 3 paragrafen.
1 paragraaf over Taalverzorging, Grammatica
2 paragrafen over Taalverzorging, Spelling

Zoek de bladzijde op in je boek

Vorige les hebben we de paragraaf Taalverzorging, Grammatica behandeld.
Dat betekent dat we nu naar de volgende paragraaf gaan.
Dat is de eerste paragraaf van Taalverzorging, Spelling.

Lesopdracht 4. Schrijf het bladzijdenummer van de eerste paragraaf van
Taalverzorging, Spelling (donkerblauw) op.

Als het niet lukt, vraag je thuis om hulp. Het is misschien ook verstandig om het nummer te laten controleren door iemand. Dan weet je zeker dat je straks opdrachten op de juiste bladzijde maakt. 

In het kort

Als je niet weet of je een woord met een -d of -t schrijft:

- Je gebruikt de verlengproef: je maakt het woord langer met

- e,    - en,   of   -eren

- Je hoort nu hoe je het woord moet schrijven.
Voorbeeld: mand/mant?        +en: manden

LET OP: Bij PERSOONSVORMEN mag je deze proef niet gebruiken!

Aan de slag

1. Ga naar Hoofdstuk 2: Taalverzorging, Spelling
(donkerblauw)

2. Lees de theorie in het groene blok

3. Maak opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6 

Zijn de doelen bereikt?

Is het gelukt om de juiste bladzijde zelf op te zoeken?

Kan je goed werken met de verlengproef?

Lukt het om alle opdrachten te maken?

Schrijf op wat goed ging en wat nog lastig was.

Leesuurtje

Je gaat vandaag ook in je leesboek lezen. 
Minimaal 40 minuten. 

Dat is de les van het tweede uur Nederlands. 
Als je vragen hebt, schrijf je die op. 

Tot de volgende les!

De volgende les is een thuiswerkles.
De volgende les op school is dinsdag 10 november
3e uur