werkwoorden ath 4
In welke tijd staat de volgende zin:
Autrefois, nous étions très heureux.
Autrefois, nous étions très heureux.
1 / 15
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
In welke tijd staat de volgende zin:
Autrefois, nous étions très heureux.
Autrefois, nous étions très heureux.
Slide 1 - Question ouverte
En deze?
Pendant les vacances d'été, il y avait beaucoup de touristes au bord de la mer.
Pendant les vacances d'été, il y avait beaucoup de touristes au bord de la mer.
Slide 2 - Question ouverte
Wat zijn de hulpwerkwoorden die we gebruiken om de passé composé te maken?
Slide 3 - Carte mentale
Geef de juiste vertaling:
Barbara is geweest
Barbara is geweest
A
Barbara a été
B
Barbara est été
C
Barbara est allé
D
Barbara a étée
Slide 4 - Quiz
Hoe noemen wij de 'imparfait'?
Slide 5 - Carte mentale
Wat zijn de uitgangen van de imparfait?
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal: Wij deden
Slide 7 - Carte mentale
Vertaal: Het was en het waren
Slide 8 - Question ouverte
Hoe maak je de futur simple van regelmatige werkwoorden?
Slide 9 - Carte mentale
Wat zijn de uitgangen van de futur simple?
Slide 10 - Question ouverte
Hoe vertaal je:
Dans 3 mois, ma soeur passera son bac.
Dans 3 mois, ma soeur passera son bac.
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal:
Morgen zal ik naar de laatste aflevering (épisode) van Lupin kijken.
Morgen zal ik naar de laatste aflevering (épisode) van Lupin kijken.
Slide 12 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen de futur simple en de conditionnel?
Slide 13 - Question ouverte
Futur
Conditionnel
serai
voudrai
voudrais
serais
irions
irez
parleras
pourraient
