Voortplanting en ontwikkeling BS4, Seks enzo

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
Tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie
1 / 42
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
Tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 1 - Quiz

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja, tijdens de menstruatie
B
nee, na de menstruatie

Slide 2 - Quiz

In de afbeelding is te zien dat het baarmoederslijmvlies wordt opgebouwd.

Waarvoor dient deze opbouw?
A
om bevruchting mogelijk te maken
B
om innesteling mogelijk te maken
C
om menstruatie mogelijk te maken

Slide 3 - Quiz

In de afbeelding is een menstruatiecyclus weergegeven die 28 dagen duurt. De letters P, Q, R en S geven bepaalde perioden in deze cyclus aan. In het binnenste deel van de afbeelding is schematisch de verandering in het baarmoederslijmvlies getekend.

In welke periode vindt gemiddeld de ovulatie plaats?
A
in periode P
B
in periode Q
C
in periode R
D
in periode S

Slide 4 - Quiz

Als een eicel niet wordt bevrucht, gaat hij te gronde.

Wat gebeurt er met de resten van de eicel?
A
De resten worden met de menstruatie uit het lichaam afgevoerd.
B
De resten worden opgenomen door het baarmoederslijmvlies.
C
De resten worden opgenomen in het bloed.

Slide 5 - Quiz

Meisjes en vrouwen gebruiken tijdens de menstruatie vaak middelen om de resten van het baarmoederslijmvlies en het bloed op te vangen.

Hoe noem je het middel dat is weergegeven in de afbeelding?

Slide 6 - Question ouverte

In de afbeelding worden onder andere enkele delen van het voortplantingsstelsel van de man weergegeven.

Productie van zaadcellen is letter:
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 7 - Quiz

Wat is de functie van de zaadleider in het voortplantingsstelsel van de man?
A
Slaat zaadcellen op
B
Vervoert de zaadcellen
C
Ontstaan zaadcellen
D
Voegen zaadvocht toe

Slide 8 - Quiz

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een man schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.

Met welk nummer is de prostaat aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
6

Slide 9 - Quiz

Welke delen van het voortplantingsstelsel van een man voegen vocht toe aan de zaadcellen waardoor deze beter gaan bewegen?
A
de bijballen en de prostaat
B
de bijballen en de zaadblaasjes
C
de prostaat en de zaadblaasjes
D
de bijballen, de prostaat en de zaadblaasjes

Slide 10 - Quiz

Bs 4 - Seks enzo

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt omschrijven wat onder seksualiteit wordt verstaan.

2. Je kunt benoemen hoe gender en seksuele oriëntatie kunnen verschillen.

3. Je kunt  benoemen hoe je wensen en grenzen kunt bewaken en respecteren in een seksuele relatie.


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Voortplanting
- Man & vrouw hebben geslachtsgemeenschap, met als doel voor nakomelingen te zorgen.

Slide 14 - Diapositive

Seksualiteit
Functies:
- Lustbeleving
- Intimiteit
- Voortplanting

Slide 15 - Diapositive

Klaarkomen


  • Orgasme

  • Zelfbevredeging
- Aftrekken
- Vingeren

Slide 16 - Diapositive

Seksualiteit
- Geslachtsgemeenschap
- Zelfbevredeging

Gedachten, gevoelens, handelingen door lust en opwinding.

Slide 17 - Diapositive

Lustbeleving

- Opgewonden
- Seksuele prikkels
- Strelen
- Zoenen
- Vrijen

Slide 18 - Diapositive

Intimiteit
Seksualiteit kan een rol spelen bij intimiteit.

"Intimiteit is een ervaring van verbondenheid tussen mensen of tussen mensen en andere dieren of tussen mensen en natuur."

Intimiteit speelt in elke relatie een rol.



Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Porno
Filmpjes en plaatjes die je seksueel opwinden -> porno / pornografie.


Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Info @Sense.info

Slide 23 - Diapositive

Seksuele oriëntatie?

Slide 24 - Carte mentale

Seksuele oriëntatie
Seksuele oriëntatie zegt iets over op wie je verliefd wordt

LHBTI(+):
Lesbisch - Homoseksueel - Biseksueel- Transgender - Intersekse

Aseksueel: niet seksueel aangetrokken tot anderen
Panseksueel: vallen op 'mensen', het geslacht/gender maakt niet uit

Slide 25 - Diapositive

Homoseksueel / lesbisch / homo
Hetroseksueel, 
Biseksueel, 
Aseksueel,
Panseksueel.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Gender

Slide 28 - Diapositive

Transgender 
Bij een transgender persoon komt de genderidentiteit (gevoel)niet overeen met het geslacht (lichaam).

 Je kunt aan de buitenkant niet zien of iemand transgender is.

Slide 29 - Diapositive

Genderdysforie

Je voelt je niet prettig met je eigen geslacht.

Slide 30 - Diapositive

Transseksueel

Een transgender die uiteindelijk de genderidentiteit en het geslacht wil laten overeenkomen, kan een operatie ondergaan, of medicatie (hormonen) nemen. Iemand die uiteindelijk het geslacht laat aanpassen bij de genderidentiteit noemen we een transseksueel.

Slide 31 - Diapositive

Effect van hormonen op man/vrouw                        


Travestiet
= iemand die zich soms verkleed als het andere geslacht. Een travestiet heeft niet het gevoel dat diegene in een verkeerd lichaam is geboren.

Slide 32 - Diapositive

Een (seksuele) relatie
Je vind iemand leuk.
Jullie hebben beiden gevoelens voor elkaar.
Als je verliefd ben kun je knuffelen, strelen en seksen.

Het is belangrijk te praten over wat je fijn en minder fijn vindt.


Slide 33 - Diapositive

Wensen en grenzen

Slide 34 - Diapositive

Wensen en grenzen

Slide 35 - Diapositive

Niet oké gedrag
  • Seksueel overschrijdend gedrag
  • Ongewenste intimiteiten
  • Seksueel geweld:
- Aanranding
 - Verkrachting
(incest)

Kan ook via internet


Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

wat is het verschil?
sexting / grooming / bezemen

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Hulp, vragen?

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Slide 42 - Vidéo