NN6 - TH1 - H1 - Schrijven

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen

- Lezen hoofdstuk 1

Goedemiddag

Vandaag...

- Stillezen

- Weekend

- Schrijven H1

- Opdrachten maken

Leerdoel:

- Ik kan een korte begrijpelijke tekst schrijven.

Huiswerk/ weektaak

Woensdag 24 november:

H1 - Schrijven - Opdracht 1,2 en 3

6 december:

Repetitie spelling en formuleren

Stil lezen

Hoofdstuk 1 Schrijven

Begrijpelijk schrijven

Pak voor je:

Schrift + Boek

Wat weet je al?

Wat wordt bedoeld met "begrijpelijk schrijven"?

Klassikaal bespreken

Lesdoel

Je leert begrijpelijk schrijven

Startopdracht

Wat probeert Sire duidelijk te maken?

- Kon je het zelf volgen?

- Kon je begrijpen dat ze hem wilden ontslaan?

https:

Theorie Begrijpelijk schrijven

Je schrijft een tekst met een reden. Je wilt dat de lezer je tekst in één keer begrijpt. Daarom denk je goed na over ieder woord en iedere zin. 

Je tekst is begrijpelijk als de informatie volledig en duidelijk is.

Zo schrijf je begrijpelijk:

• Schrijf een kladversie van je tekst.
  
• Controleer je tekst met deze vragen:
  

     – Is mijn tekst volledig? Heb ik alles opgeschreven wat mijn lezer moet weten?

     – Is mijn tekst duidelijk? Begrijpt de lezer wat ik bedoel?

• Als het nodig is, maak je de tekst vollediger of duidelijker.
  
• Schrijf je tekst in het net:
  

     – Begin elke zin met een hoofdletter en eindig elke zin met een punt of vraagteken.

     – Schrijf elk woord foutloos en goed leesbaar.

Theorie Begrijpelijk schrijven

Voor de nette versie controleer je of de tekst geen spelfouten meer heeft en bekijk je of je de tekst netjes hebt opgesteld. Denk hierbij aan hoofdletters en punten. 

Maak opdracht 1

Wil je klassikaal of alleen?

Je werkt in stilte 

Luister een muziekje

Opdracht 2

Lesdoel bereikt?

1. Wanneer is je tekst begrijpelijk? 2 begrippen.
2. Hoe schrijf je begrijpelijk?

Lesdoel bereikt?

Antwoord vraag 1

• Je tekst is begrijpelijk als de informatie volledig en duidelijk is.

Antwoord vraag 2

1. Eerst een kladversie.
2. Volledig en duidelijk?
3. Als het nodig is pas je het aan.
4. Schrijf je tekst in het net.

Huiswerk 24 november

 H1 Schrijven opdracht 1 t/m 3 af