H4.2 1D Begrijpend lezen Deel 2 (uitleggend tekstverband)

H5.2 1D
Tekstverband 2
Verwijswoorden
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H5.2 1D
Tekstverband 2
Verwijswoorden

Slide 1 - Diapositive

Welke drie tekstverbanden
ken je al?

Slide 2 - Carte mentale

Tekstverband
Nieuw tekstverband = uitleggend tekstverband
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, onder andere, zoals.
Voorbeelden:
  • Dartwedstrijden worden nooit gewonnen door meisjes, zoals Floor en Selma.
  • Wim houdt het voor gezien, dat wil zeggen dat hij stopt.

Slide 3 - Diapositive

Welk stuk is het voorbeeld in onderstaande zin?

Leuke meisjes hebben nooit interesse in klunzen, zoals Pier en Gosse.
A
Voor de komma
B
Na de komma

Slide 4 - Quiz

Welk stuk is de uitleg in onderstaande zin?

Marie hangt haar shirtje aan de wilgen, met andere woorden ze stopt met voetballen.
A
Voor de komma
B
Na de komma

Slide 5 - Quiz

Maak een voorbeeldzin met een uitleggend verband, door het signaalwoord 'zo' te gebruiken.

Slide 6 - Question ouverte

Maak een voorbeeldzin waarin 'zo' GEEN signaalwoord is.

Slide 7 - Question ouverte

Verwijswoorden
  • Woorden worden vervangen door verwijswoorden, als de schrijver niet steeds dezelfde woorden wil gebruiken. 
  • Verwijzen meestal naar iets wat éérder in de tekst staat. 

1. Stel een vraag om te kijken waar het naar verwijst.
2. Het antwoord is waarnaar het verwijst.


Slide 8 - Diapositive

Wat is in onderstaande zin het verwijswoord?

Mijn tante Carola is 100 euro kwijt. Haar portemonnee is gerold op de groentemarkt.

Slide 9 - Question ouverte

Welke vraag kun je stellen om te weten waar 'haar' naar verwijst?

Mijn tante Carola is 100 euro kwijt. Haar portemonnee is gerold op de groentemarkt.

Slide 10 - Question ouverte

Waar verwijst 'haar' naar?

Mijn tante Carola is 100 euro kwijt. Haar portemonnee is gerold op de groentemarkt.

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Lien

En nu werken jullie!
H4.2 

Slide 13 - Diapositive