GS examen: masterclass bronnen

Masterclass Bronnen

Examen Geschiedenis 4TL
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Masterclass Bronnen

Examen Geschiedenis 4TL

Slide 1 - Diapositive

Doel: Hoe interpreteer je bronnen?


Slide 2 - Diapositive

Historische vaardigheden: wat moet je kunnen?
1- Hoe betrouwbaar is de bron
2- feit en mening
3- soorten bronnen
4- oorzaak en gevolg
5- verandering en continuiteit 
6- is de bron representatief voor die tijd
7- Standplaatsgebondenheid van de bron
8- inleven/mening vormen


Slide 3 - Diapositive

Hoe  betrouwbaar is de bron? Waar let je op?
  • Persoon: Wie heeft de bron gemaakt?
  • Tijd: Wanneer is de bron gemaakt?
  • Plaats: Waar is de bron gemaakt?
  • Bedoeling: Wat is het doel van de maker?
  • Informatie: Hoe kwam de maker aan de informatie? 







Slide 4 - Diapositive

Masterclass Bronnen

Slide 5 - Diapositive

Feit of Mening? 
  • Een feit is iets dat vaststaat, niet kan veranderen.
  • Een mening is iets wat iemand vindt, kan veranderen.

Slide 6 - Diapositive

Feit of mening?
Het is belangrijk dat iedereen gaat stemmen
A
Feit
B
Mening

Slide 7 - Quiz

Welke soorten bronnen zijn er?
  • Beeldbron: plaatje/foto/spotprent/strip
  • Tekstbron
  • geluid

  • gebouwen
  • voorwerpen
  • was de maker erbij of is de bron later door iemand anders gemaakt

Slide 8 - Diapositive

Oorzaak - Gevolg
  • Oorzaken: direct of indirect
  • Indirect = dingen die al langer spelen

  • Directe = de aanleiding, de  "druppel"

  • Gevolg = resultaat van een gebeurtenis
  • Gevolgen op korte termijn: direct na de gebeurtenis
  • Gevolgen op lange termijn: komen pas later

Slide 9 - Diapositive

De moord op Franz Ferdinand leidde tot WO I.
Deze moord was de .... voor WO I
A
directe oorzaak
B
indirecte oorzaak

Slide 10 - Quiz

Het Verdrag van Versailles zorgde voor veel onvrede bij de Duitse bevolking. Dit was een ....?... oorzaak voor het uitbreken van WO II
A
directe
B
indirecte

Slide 11 - Quiz

Verandering of Continuiteit
  • continu = wat steeds doorgaat, hetzelfde blijft
  • continuiteit in de geschiedenis is een situatie die (ongeveer) hetzelde blijft.

Slide 12 - Diapositive

voorbeeld van continuïteit?

Slide 13 - Carte mentale

Is de bron representatief?
  • Geldt de bron voor 1 geval/persoon: niet representatief.
  • Geldt de bron voor een grote groep/meer gevallen: wel representatief

representatief voor deze tijd?
Begin met: wat zie ik?
Je ziet mensen zwaaien naar anderen aan de andere kant van een muur.
is de bron representatief?
Bedenk: welke tijd/gebeurtenis hoort hierbij?
Je ziet dat er een muur gebouwd is: Berlijn 1961

is de bron representatief?
Geldt de gebeurtenis voor 1 persoon of voor een grote groep mensen in Berlijn?
Het afgescheiden worden van familie goldt voor veel mensen in Berlijn in die  tijd
is de bron representatief?
de bron is representatief voor deze tijd in de stad Berlijn.

Slide 14 - Diapositive

Standplaatsgebondenheid van de bron.
- in welke plaats/land/gebied is de bron gemaakt, achtergrond van de maker (politiek idee, geloof, arm of rijk, leeftijd, beroep)
- een bron is altijd tijd- en plaatsgebonden
- dit onderdeel gebruik je bij het vaststellen van de betrouwbaarheid van de                      bron

Slide 15 - Diapositive

spotprenten
- een cartoon of spotprent is een humoristische tekening
- de spot wordt gedreven met personen of situaties
- de tekening beeldt de persoon of situatie overdreven uit
- geeft vaak commentaar of kritiek

Slide 16 - Diapositive

Stappenplan analyseren spotprent
  1. Lees de vraag goed! Wat is de opdracht precies?
  2. lees de titel, onderschrift, toelichting, tekst in de tekening.
  3. Waar gaat het over?  Wie zie je?

  4. In welke tijd speelt dit zich af?
  5. welke symbolen/tekens zie je?
  6. tegenstellingen of overdrijvingen?
  7. bepaal nu de mening of bedoeling van de maker door gebruik te maken van een element uit de bron.



Slide 17 - Diapositive


stap 1: lees de vraag goed.
vraag: Wat wil de maker duidelijk maken?
stap 2: lees wat er bij, onder of naast de bron geschreven staat
bovenaan de tekening staat: this hurts me more than you!
Betekent: dit doet mij meer pijn dan jou.
stap 3: waar gaat het over/wie zie je?
Je ziet Fidel Castro en Nikita Chroestjsov: de Cuba Crisis 
stap 4: In welke tijd speelt dit zich af?
De Cubacrisis was in 1962
stap 5: symbolen/tekens?
Je ziet  Chroestjsov als gemene tandarts bij Castro.
Je ziet dat de tanden van Castro eigenlijk raketten zijn.
Je ziet dat Castro bang kijkt en Chroetstjov boos.
stap 6: tegenstellingen of overdrijvingen?
Chroestjov wordt overdreven gemeen getekend.
Castro overdreven bang.
Chroestjov is duidelijk de baas.
stap 7: mening of bedoeling van de maker? Gebruik element uit de bron!
De maker wil duidelijk maken dat de SU niet blij was met de afloop van de Cubacrisis. De SU had met tegenzin de raketten teruggetrokken van Cuba. De raketkiezen van Castro worden door Chroestjov verwijderd maar hij is er niet blij mee: dit doet mij meer pijn dan jou.

Slide 18 - Diapositive

Over welk historisch onderwerp gaat de spotprent? Hoe weet je dat?
1
Heeft de spotprent een titel of een bijschrift?
2
Weet je iets over de tekenaar? Bijvoorbeeld bij welke groep hij hoorde of uit welk land hij kwam?
3
‘Duitschlands groote bekken.’ 
Wie stellen de personen op de spotprent voor?
4
Zijn de personen positief of negatief afgebeeld? Hoe zie je dat?
5
Wat doen de personen?
6
Welke dingen zie je op de spotprent?
7
Wat stellen deze dingen volgens jou voor?
8
Legenda
Andere delen van de spotprent
De personen op de spotprent
Algemeen
Wat is de boodschap van de maker van de spotprent? Hoe weet je dat?
9
Conclusie

Slide 19 - Diapositive

Spotprenten (3)
  • Welke dingen zie je op de spotprent? Soms zijn kleine dingen heel belangrijk.

  • Wat is de boodschap van de maker van de spotprent? Hoe weet je dat? 
Wat wil de maker van de bron hier duidelijk maken?
Hoe weet je dat?

Volg het stappenplan!

Slide 20 - Diapositive

symbolen/tekens
je ziet de vlag met hamer en sikkel: symbool voor het communisme

5
titel/tekst?
"No admittance " = geen toegang
|"by order Joe" = in opdracht van Joe
2
opdracht?
Wat is de boodschap van de maker van de bron?
Hoe weet je dat?
Gebruik een bronelement!
1
onderwerp? Personen?
Onderwerp: Het IJzeren Gordijn en de gevolgen ervan
Personen: De man die onder het gordijn wil kijken is Churchill (Gr. Brit.)_
Verder zie je nog mensen die vluchten vanuit het oosten.
3
Tijd? Jaartal?
Het term IJzeren Gordijn werd vlak na WO II gebruikt door Churchill dus het speelt zich af na 1945.
4
tegenstellingen? Overdrijvingen?
De SU zie je achter het IJzeren Gordijn, je ziet donkere wolken, een stad met stinkende fabrieken en een bewaker op de grens (boven). De SU/oostblokkant wordt negatief neergezet hierdoor. Mensen die vluchten naar het westen is ook negatief voor het oosten.
6
mening/boodschap/bedoeling?
De SU ziet hij als een bedreiging: donkere wolken, vluchtende mensen, bewaker.
Het Westen wil graag weten wat er gebeurt: Churchill probeert stiekem onder het Gordijn door te kijken om erachter te komen wat de Sovjets allemaal aan het doen zijn.
7

Slide 21 - Diapositive

probeer het nu eens helemaal zelf....!
opdracht: wat is de mening van de maker van de spotprent OF wat is de boodschap?

Slide 22 - Diapositive

Duitsland zal nooit omcirkeld worden

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

extra materiaaal:

herhaling uitleg dmv filmpjes....

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo