6.5 Vruchten en zaden

Thema 6: Voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 4: Vruchten en zaden
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 6: Voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 4: Vruchten en zaden

Slide 1 - Diapositive

Incheckmomentje
Moe maar goed
Pffff
Prima!
Ik weet het niet vandaag
Niet zo
Top

Slide 2 - Sondage

Welkom 2BK2
- Absentie check

- Herhalen lesstof basisstof 1, 2 en 4
- Uitleg basisstof 5 "vruchten en zaden". 
- Aan het werk
- Blooket


Slide 3 - Diapositive

Herhaling basisstof 1, 2 en 4

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen 6.1 en 6.2
1. Je kan de delen van een bloem benoemen met hun kenmerken en functies.
2. Je kan beschrijven wat bestuiving is.
3. Je kan de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen.

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen 6.4

  • Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.
  • Je kunt beschrijven hoe een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel.


Slide 6 - Diapositive

Wat is bevruchting?
A
Het openbarsten van de stuifmeelbuis
B
Het ontstaan van zaden in het vruchtbeginsel
C
Het versmelten van de kernen van mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen

Slide 7 - Quiz

In één vruchtbeginsel kan maar 1 keer bevruchting plaatsvinden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

In de afbeelding heeft
bevruchting plaatsgevonden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Zet de bestuivingsmethode bij de goede bloem. 
Leerdoel 11
Je kunt omschrijven wat bestuiving is en je kunt de kenmerken van insectenbloemen en windbloemen noemen. 
Windbloem
Insectenbloem
Windbloem
Insectenbloem

Slide 10 - Question de remorquage

Bij zaadplanten vindt eerst bevruchting plaats, daarna bestuiving
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Waaruit ontstaat een stuifmeeluis?
A
Uit een zaadbeginsel
B
Uit een vruchtbeginsel
C
Uit een stuifmeelkorrel

Slide 12 - Quiz

In één zaadbeginsel kan maar één keer bevruchting plaatsvinden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Je snijdt een boon doormidden. In de boon zie je een kiem zitten.
Waaruit is de kiem ontstaan?
A
Bevruchte eicellen
B
Kiemplantje
C
Stuifmeelbuis
D
Zaadbeginsel

Slide 14 - Quiz

Door welke stof worden insecten aangetrokken tot een bloem?

Slide 15 - Question ouverte

In de afbeelding is een deel van een bloem met P aangegeven.
Welke functie heeft dit deel van de bloem?
A
het beschermen van de bloem in de knop tegen uitdroging en kou
B
het beschermen van de bloem in de knop tegen hoge temperaturen
C
het aanlokken van insecten
D
het afstoten van insecten

Slide 16 - Quiz

De ........................... zijn de groene delen van de bloem.

A
Meeldraden
B
Kroonbladeren
C
Zaadbeginsel
D
Kelkbladeren

Slide 17 - Quiz

Zelf bestuiving
Bestuiving
Geen bestuiving

Slide 18 - Question de remorquage

Hoe heten deze delen
van de bloem
A
A=kroon B=kelk
B
A=bloemkelk B=bloemkroon
C
A=Kroonblad B=Kelkblad
D
A=Stamper B=meeldraad

Slide 19 - Quiz

Het zaadbeginsel is...
A
vrouwelijk
B
mannelijk

Slide 20 - Quiz

Wat wordt het zaadbeginsel?
A
vrucht
B
zaad

Slide 21 - Quiz


Wat is bestuiving?
A
stuifmeel komt op een stamper
B
eicellen komen op de meeldraad
C
eicellen komen op de stamper
D
stuifmeel komt op de meeldraad

Slide 22 - Quiz


Windbloem of
 insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 23 - Quiz

Wanneer vind er
bestuiving plaats?

A
nr 1
B
nr 2
C
nr 3

Slide 24 - Quiz

Windbloem of insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 25 - Quiz

De zaad bevat een bevruchte eicel
Vorming stuifmeelbuis
Bevruchting
Bestuiving

Slide 26 - Question de remorquage

R8
grote
kroonbladeren
plakkerig 
stuifmeel
nectar
kleurige 
kroonbladeren
meeldraden buiten de bloem
geur
licht stuifmeel
onopvallende kroonbladeren
wind 
bestuiving
insecten 
bestuiving

Slide 27 - Question de remorquage

Lesdoelencheck
bas. 1, 2 en 4

Slide 28 - Diapositive

6.1 Je kan de delen van een bloem benoemen met hun kenmerken en functies.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

6.2 Je kan beschrijven wat bestuiving is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage

6.2 Je kan de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

6.4 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.

😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage

6.4 Je kunt beschrijven hoe een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel.

😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage

Woordzoeker maken

Slide 34 - Diapositive

Leerdoelen bas. 5 
Je kan beschrijven hoe een vrucht ontstaat uit een vruchtbeginsel

Slide 35 - Diapositive

Een vrucht
Na bevruchting  begint in het vruchtbeginsel één of meer zaadbeginsels te groeien.

Alleen de zaadbeginsels waarin de eicellen zijn bevrucht, groeien uit tot zaden. 

Slide 36 - Diapositive

Een vrucht
Het vruchtbeginsel wordt groter. Het groeit uit tot een vrucht. De zaden bevinden zich in de vrucht. 

De vrucht van een bonenplant heet een peulvrucht. 

Slide 37 - Diapositive

Verschillende vruchten

Sommige vruchten bevatten vruchtvlees = het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. 

Slide 38 - Diapositive

Vruchten en zaden
Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten.
Bonen, erwten, pitjes in appels, kersen en tomaten zijn zaden.

Sommige vruchten hebben maar 1 zaad. Een meloen kan meer dan 100 zaden hebben. 

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Slide 41 - Vidéo

Huiswerk/Maken
Kinderen die met B werken:
Basisstof 5 Vruchten en zaden
maak online de opdrachten + Test Jezelf 6.1 t/m 6.5 (6.3 niet)

Kinderen die met K werken:
Basisstof 4 Vruchten en zaden
maak online de opdrachten  + Test Jezelf 6.1 t/m 6.4

Slide 42 - Diapositive

Blooket
We gaan Blooket spelen!

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Lien

Slide 45 - Vidéo