Je moet hier 2 gebieden vergelijken. Dat betekent dat je beide gebieden moet benoemen.
Uit het antwoord moet blijken dat de matigende invloed van de (relatief warme) zee in het binnenland minder is dan aan de kust.
Slide 16 - Diapositive
Bronnen gebruiken
Slide 17 - Diapositive
Een paar herhaal vragen.....
Slide 18 - Diapositive
Aan het werk Oefenen
Wat: schrijf de moeilijke onderwerpen/begrippen op, waar je extra uitleg van wil. Ik deel een blaadje uit, waarop je dit kunt opschrijven. Ik neem het blaadje daarna in.
Doe het aub per onderwerp: Dus klimaat en weer , bevolking en water.
Slide 19 - Diapositive
Examentraining
uitleg filmpjes op Youtube
Oefenen met oude examen
Samengevat/ je boek en de lessonups.
Vragen en of extra uitleg nodig ga naar de docent.
Slide 20 - Diapositive
Log in Lessonup
Je beantwoordt de vragen in lessonup zelfstandig en in rust (immers het examen moet je ook zelfstandig doen)
Slide 21 - Diapositive
Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta
Slide 22 - Quiz
Wat is sedimentatie?
A
Het afzetten van materiaal door de rivier of zee
B
Het sneller stromen van de rivier in de bergen
C
Het ontstaan van een delta
D
Het afremmen van de rivier in de benedenloop
Slide 23 - Quiz
Welke soort vervuiling?
A
Organische vervuiling
B
Chemische vervuiling
C
Thermische vervuiling
Slide 24 - Quiz
Welke hoofdtaak van de waterschappen zie je op de foto?
A
zorgen voor goede waterkwantiteit
B
zorgen voor goede waterkwaliteit
C
zorgen voor goede waterkeringen
D
rivieren bevaarbaar houden
Slide 25 - Quiz
Sleep de woorden naar de goede plek in de tekening
Boezem
Binnenwater
Buitenwater
Slide 26 - Question de remorquage
Sleep de oplossingen om de rivier de ruimte te geven op de juiste plaats
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Nevengeul
Uiterwaardverlaging
Kribverlaging
Slide 27 - Question de remorquage
Korte kringloop
Lange kringloop
Korte
Kringloop
Bovenloop
Benedenloop
Slide 28 - Question de remorquage
Als water gaat bevriezen, welke vorm krijgt het dan?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast
D
Blijft gewoon water
Slide 29 - Quiz
Uit welke twee soorten water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
rivier en
zeewater
B
grondwater en
zeewater
C
grondwater en
zout oppervlaktewater
D
grondwater en
zoet oppervlaktewater
Slide 30 - Quiz
Bekijk de bron. Wat voor soort water vind je bij de cijfers 1 tm 3?
A
1= zout water
2= zoet water
3= brak water
B
1 = zoet water
2= zout water
3= brak water
C
1= brak water
2= zoet water
3= zout water
D
1= zoet water
2= brak water
3= zout water
Slide 31 - Quiz
Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard
Kribben
Komgronden
Oeverwal
Slide 32 - Question de remorquage
Welke vorm van irrigatie zie je op de foto?
A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie
D
Kanaalirrigatie
Slide 33 - Quiz
Wat zie je op de foto?
A
Aquifer
B
Wadi
C
Fatamorgana
D
Oase
Slide 34 - Quiz
Waar haalt Israel het zoete water niet vandaan?
A
Meer van Kinneret
B
Rivier de Jordaan
C
Aquifers
D
Dode Zee
Slide 35 - Quiz
Een aquifer is een duurzame waterbron..
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quiz
In China is de hoeveelheid water ongelijk verdeeld, waar is een overschot aan water?
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen
Slide 37 - Quiz
De Huang He heeft heel veel vruchtbare grond in het Noord-Chinese Laagland neergelegd.
→ Wat is de belangrijkste oorzaak van die sterke sedimentatie?
A
Sterke bodemerosie in de bovenloop en een lage stroomsnelheid in de benedenloop.
B
Een sterke stroming in de bovenloop en een groot hoogteverschil in de benedenloop.
C
Veel neerslag in de bovenloop en weinig neerslag in de benedenloop.
D
Weinig water in de bovenloop en een brede rivier in de benedenloop.
Slide 38 - Quiz
Wat zien we hier?
A
Een zandeiland
B
Een polder
C
Relatieve zeespiegelstijging
D
De zandmotor
Slide 39 - Quiz
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Slide 40 - Question de remorquage
Hoe noemen we dit water bij het vorige plaatje?
A
Grondwater
B
Oppervlaktewater
C
Cappilair water
D
Drinkwater
Slide 41 - Quiz
Zwart water is water van de douche, de wasmachine en de keuken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 42 - Quiz
Hoe komt de Gele Rivier aan zijn kleur?
A
Door de verffabriek die in de bovenloop staat
B
Door de lossgrond die de rivier in spoelt of waait
C
Door de chemische vervuiling van alle fabrieken
D
Door dat er veel water uit de rivier wordt gehaald voor irrigatie
Slide 43 - Quiz
In welk deel van China vindt veel geïrrigeerde landbouw plaats?
A
Oosten
B
Westen
C
Zuiden
D
Noorden
Slide 44 - Quiz
De plek waar een rivier uitkomt in zee heet de ...
A
Monding
B
Uitloopsel
C
Bovenloop
D
Rivierdelta
Slide 45 - Quiz
Waar of niet waar? Droogmakerijen heten zo omdat het meren waren die zijn drooggemaakt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 46 - Quiz
Het wegpompen van water uit polders heet ... ?
A
Pompen of verzuipen
B
Verpolderen
C
Kunstmatige afwatering
D
Kunstzinnige afwikkeling
Slide 47 - Quiz
Waar of niet waar? Reliëf is hoogteverschillen in een landschap
A
Waar
B
Niet waar
Slide 48 - Quiz
Waarom draagt ontbossing bij aan wateroverlast?
A
Bossen verdampen meer
B
Bossen houden water vast
C
Bossen verdampen minder
D
Bossen hebben niets te maken met wateroverlast
Slide 49 - Quiz
Wat is het verschil tussen een steppe en een woestijn?
A
In een woestijn groeit alleen maar gras, een steppe heeft ook bomen
B
In een steppe groeit nog gras, in een woestijn is het zelfs daar te droog voor
C
Er is geen verschil, het zijn allebei droge klimaten
D
Een woestijn is heter dan een steppe
Slide 50 - Quiz
Einde Nu:
Examen oefenen via leren voor het examens/Nearpods/LessonsUp/...............
Ga naar je magistermail, kijk naar mail van mij, klik op de link.