1.3 verder

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

1.3 verder

Wat hebben we gisteren gedaan?

Lesdoelen

- aan het einde van de les weet je wat de moeilijke woordenwijzer is en hoe je deze gebruikt

- aan het einde van de les kun je bij verschillende tekstverbanden signaalwoorden herkennen

Wat doe je als
je in een tekst een
woord tegenkomt dat
je niet kent?

De moeilijke woordenwijzer

Wat doe je als je een woord niet kent?

- Heb je het woord nodig om de tekst te begrijpen? 

Nee? Dan lees je door. 

Ja? - kun je ergens in de tekst de betekenis vinden? 

- kun je het aan iemand vragen? 

- staat het verderop uitgelegd? 

Wat zijn signaalwoorden
ook alweer?

Signaalwoorden geven een signaal aan (duh)

Je weet dat er iets komt na het lezen van een signaalwoord

Voorbeeld: 

'Ik wil wel afspreken, maar...' 

Het woordje maar is een signaalwoord dat hoort bij tekstverband:  'Tegenstelling'. 

'Ik wel wel afspreken, maar ik moet trainen, dus ik kan niet.' 

Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet! 

Zelfs het simpelste woordje 'en' is een signaalwoord.

Ik pakte mijn fiets EN fietste naar school. --> Er wordt iets OPGESOMD!

Tekstverbanden

Opsomming -> en, ook

Tegenstelling -> maar, toch

Tijdsvolgorde -> eerst, later, tenslotte

Aan de slag!

Maken (in je boek)

1.3 Lezen 

opdracht 7 t/m 14

Succes!

Klaar?

- is je samenvatting van het leesboek al bijgewerkt?