Herhaling H6

Herhaling H6
Wat regelt de overheid?
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhaling H6
Wat regelt de overheid?

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 6.1
De overheid: wie is dat?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Paragraaf 6.2
Wat doet de overheid voor ons?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Paragraaf 6.3
Hoe komt de overheid aan geld?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Paragraaf 6.4
Komt de overheid rond?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Aftekenen
Aftekenen paragraaf 6.1 t/m 6.4


Wat ga doen als je klaar bent?

  • Oefentoets maken
  • Werken aan een ander vak

Slide 21 - Diapositive

Oefenen voor het proefwerk
  • Opdracht 1, 10, 11, 19, 20, 21, 26, 27, 30, 34, 35, 40, 41
  • Oefentoets maken

Slide 22 - Diapositive

Geef bij elk van de volgende zaken aan welke overheid hiervoor verantwoordelijk is. Sleep de juiste overheid naar het juiste antwoord.
De gemeente
De provincie
Het Rijk
Het vaststellen waar Ter Aar en woubrugge mogen uitbreiden.
De zorg en huisvesting van bejaarden.
De aanleg van een snelweg tussen Gouda en Rotterdam.
Vaststellen waar natuurgebieden moeten komen.

Slide 23 - Question de remorquage

Van de volgende voorzieningen horen en drie bij de particuliere sector. Sleep de juiste drie naar het vakje particuliere sector.
particuliere sector

Slide 24 - Question de remorquage

Hoe noem je de overheid en de instellingen die zorgen voor uitkeringen samen?
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector
C
Het Rijk
D
Regering

Slide 25 - Quiz

Voor wie is de sociale zekerheid bedoeld?
A
Voor mensen die behoren tot de collectieve sector.
B
Voor mensen die solliciteren naar een nieuwe baan.
C
Voor mensen die geen of weinig inkomen hebben.
D
Voor mensen die nog aan het studeren zijn.

Slide 26 - Quiz

Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist.
JUIST
ONJUIST
Voor collectieve voorzieningen moet je betalen als je er gebruik van maakt.
De politie en de spoorwegen zijn voorbeelden van collectieve voorzieningen.
Op collectieve voorzieningen moet winst worden gemaakt.
Collectieve voorzieningen worden altijd door het rijk geregeld.

Slide 27 - Question de remorquage

6 miljard is hetzelfde als...
A
60 miljoen
B
600 miljoen
C
6.000.000.000
D
6.000 miljoen

Slide 28 - Quiz

Een uitkering krijg je alleen als je geen werk meer hebt na ontslag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Als er een begrotingstekort is, is verlagen van het btw-tarief een goede oplossing
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Subsidie...
A
is een bijdrage van de overheid
B
is hetzelfde als accijns
C
moet je betalen aan de overheid
D
maken producten duurder

Slide 31 - Quiz