Present perfect

Present perfect
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare school

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Present perfect

Slide 1 - Diapositive

Kijk eens goed naar de onderstaande zinnen.
Wat valt je op? 

I have danced all night long. 
She has passed her exam.
We have called you several times. 
He has baked you a cake. 


Slide 2 - Diapositive

Wat viel je op in de vorige dia?

Slide 3 - Question ouverte

De present perfect
De Present Perfect heet in het Nederlands de Voltooid Tegenwoordige Tijd. Het wordt gemaakt door het hulpwerkwoord have of has samen met een voltooid deelwoord.

I have worked at McDonald's.
She has cooked dinner. 

Slide 4 - Diapositive

De present perfect

De Present Perfect wordt gebruikt als je het hebt over afgelopen gebeurtenissen die nu nog van belang zijn.

I have broken my leg, so I can't go on holiday. 
They have worked here since 2001. 

Slide 5 - Diapositive

Vind je dit moeilijk?
In de volgende dia wordt de present perfect nog eens goed uitgelegd in vijf korte filmpjes. 

Tip! Kijk de filmpjes, misschien heb je ze nodig om de oefen zinnen te kunnen maken. ;)

Slide 6 - Diapositive

De present perfect in vijf korte filmpjes. 
https://www.youtube.com/watch?v=O3gd6UXMlS4 (deel 1)
https://www.youtube.com/watch?v=dZTlusIT2_s (deel 2)
https://www.youtube.com/watch?v=D3vC2HEzVxk (deel 3)
https://www.youtube.com/watch?v=ybKzfnFpAjY (deel 4)
https://www.youtube.com/watch?v=tqBiiakU3vA (deel 5)

Slide 7 - Diapositive

Let's practice!

Make the exercises on the next pages. 

Slide 8 - Diapositive

The president .... his new campaign.
A
has started
B
is starting
C
had started
D
had starting

Slide 9 - Quiz

My parents .... since 1990.
A
has been married
B
have been married
C
have married
D
has married

Slide 10 - Quiz

They .... to France many times.
A
has travelled
B
have been travelling
C
have travelled
D
has travelling

Slide 11 - Quiz

I .... off my bike.
A
has fallen
B
have been falling
C
have fallen
D
had falling

Slide 12 - Quiz

Maak een zin in de present perfect met het werkwoord 'to try'.

Slide 13 - Question ouverte

Maak een zin in de present perfect met het werkwoord 'to be'.

Slide 14 - Question ouverte

Maak de volgende zin vragend.
She has never kissed a guy.

Slide 15 - Question ouverte

Maak de volgende zin ontkennend.
I'm sure we have met before.

Slide 16 - Question ouverte

How did it go? Do you think you can use the present perfect? Why or why not?

Slide 17 - Question ouverte