Assertiviteit

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
sovaMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is assertiviteit?

Slide 2 - Carte mentale

LESDOELEN

1) Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat 'assertiviteit' betekent.

2) Je kunt een voorbeeld geven van een assertieve reactie. 

3) Je kunt in je eigen woorden de verschillen noemen tussen een assertieve reactie, een subassertieve reactie en agressieve reactie.

Slide 3 - Diapositive

Assertief zijn is...

- opkomen voor jezelf

- rekening houden met jezelf én met de ander

- je mening durven geven

- 'nee' durven zeggen

- je grenzen aangeven

- niet over je heen laten lopen 




Slide 4 - Diapositive

Je staat in de rij bij de supermarkt en iemand dringt voor. Niet fijn, je hebt haast. Wat is een assertieve reactie?
A
Je baalt, maar zegt niks
B
Je wordt heel boos en begint te schreeuwen
C
Je zegt op een nette manier dat je eerder in de rij stond
D
Je begint met andere klanten te praten over dit asociale gedrag

Slide 5 - Quiz

niet assertief zijn is...

- je grenzen niet aangeven

- over je heen laten lopen

- niet zeggen wat je wilt of vindt

- doen wat anderen willen

- geremd en stil zijn

- bang zijn voor ruzie


Slide 6 - Diapositive

Agressief zijn is...

- voor jezelf opkomen, ten koste van de ander

- tot een conflict komen

- ikke ikke ikke en de rest kan stikken (eigen belang)

- niet naar de ander luisteren

- de ander de schuld geven





Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Wat ben je zelf?
Assertief, niet assertief of agressief?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

Wie is volgens jou
het meest assertief?

Slide 12 - Question ouverte

Speel assertief of subassertief gedrag
1. Een klasgenoot vraagt bij elke wiskundeles of hij/zij jouw rekenmachine mag lenen.

2. Een klasgenoot wordt nooit gekozen. De juf vraagt jou om met hem/haar samen te werken.

Slide 13 - Diapositive


Als je assertief bent...
A
denk je aan jezelf en de ander
B
denk je alleen aan de ander
C
denk je alleen aan jezelf
D
geef je je grenzen NIET aan

Slide 14 - Quiz

Casus

Een klasgenoot wil steeds jouw spulletjes lenen. Hij vergeet altijd zijn geodriehoek of zijn pen. En dan heeft hij weer geen rekenmachine mee...



Wat doe je hiermee als je....

  •  subassertief bent
  •  assertief bent
  •  agressief bent







Slide 15 - Diapositive

Een klasgenootje vraagt of je zin hebt om wat af te spreken vanmiddag... maar jij hebt eigenlijk helemaal geen zin. Wat is een niet assertieve reactie?
A
je zegt dat het je helaas niet gaat lukken vanavond
B
je zegt 'haha, bekijk het maar!!'
C
je zegt ja, maar je meldt je de volgende dag 'ziek'
D
je gaat toch werken, want je bent bang dat hij anders boos wordt

Slide 16 - Quiz

Stelling 1 - bij agressiviteit ga je over de grens van de ander
Stelling 2 - bij subassertiviteit gaat de ander over jouw grens
A
Stelling 1 juist Stelling 2 onjuist
B
Stelling 1 onjuist Stelling 2 juist
C
Beide stellingen JUIST
D
Beide stellingen ONJUIST

Slide 17 - Quiz

Wat vond je van deze les?
Waarom?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive