toets rekenen les 3

TOETS
rekenen les 3 
aftrekken
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

TOETS
rekenen les 3 
aftrekken

Slide 1 - Diapositive

Toets 
Maak de opgaven zonder rekenmachine 

Je mag kladpapier gebruiken

LET OP!!
Schrijf ook de berekening op, als daar om gevraagd wordt

Slide 2 - Diapositive

De toets bestaat uit 20 vragen

De toets gaat nu beginnen
veel succes!!

Slide 3 - Diapositive

Splits het getal
652 (honderdtal, tiental, eenheid)

Slide 4 - Question ouverte

Splits het getal
2397

Slide 5 - Question ouverte

Splits het getal
153642

Slide 6 - Question ouverte

Reken uit
47 - 5

Slide 7 - Question ouverte


Een jaar bestaat uit 365 dagen. Er zijn al 40 dagen voorbij.
Over hoeveel dagen is het hele jaar voorbij ?
………………….. dagen
Schrijf de berekening op.

Slide 8 - Question ouverte

Reken uit
75 - 13

Slide 9 - Question ouverte

Vera heeft 250 euro in haar spaarpot. Ze koopt een fiets van 130 euro. Hoeveel euro houdt Vera over ?
………………….. euro
Schrijf de berekening op.

Slide 10 - Question ouverte

Vic gebruikte 68 stiften om een tekening van zichzelf te maken. Zijn vriend Naz maakte een tekening met 26 stiften minder dan Vic. Hoeveel stiften gebruikte Naz?...................
Schrijf de berekening op.

Slide 11 - Question ouverte

Tijdens een basketbalwedstrijd scoorden de Giraffen 13 punten minder dan de Pinguïns. De Pinguïns scoorden 87 punten. Hoeveel punten scoorden de Giraffen?...............
Schrijf de berekening op.

Slide 12 - Question ouverte

Reken uit
2800 - 400

Slide 13 - Question ouverte

Reken uit
16000 - 5000

Slide 14 - Question ouverte

Reken uit
10000 - 6000

Slide 15 - Question ouverte

Reken uit
608 - 493

Slide 16 - Question ouverte

Reken uit
513 - 321

Slide 17 - Question ouverte

Reken uit
519 - 408

Slide 18 - Question ouverte

Veerle koopt een nieuwe trui van 65 euro. Bij de kassa blijkt dat de trui in de aanbieding is. Er gaat 16 euro van de prijs af. Hoeveel euro kost de trui nu. ………………….. euro
Schrijf de berekening op.

Slide 19 - Question ouverte

Silke en Eefje gingen 3000 meter wandelen. Ze hebben al 980 meter afgelegd.
Hoeveel meter moeten ze nog?..........................................
Schrijf de berekening op.

Slide 20 - Question ouverte

Liv spaart voor een nieuwe viool. Ze heeft al 469 euro gespaard. De viool kost 1045 euro.
Hoeveel euro moet ze nog sparen?...................................
Schrijf de berekening op.

Slide 21 - Question ouverte

Mijnheer Janssen heeft op de bank 10016 euro.
Hij bestelt iets via internet voor 9 euro.
Hoeveel geld heeft hij dan nog over?................................
Schrijf de berekening op.

Slide 22 - Question ouverte

In een bioscoop zijn 785 plaatsen. Op een dag zijn er 346 plaatsen bezet. Hoeveel lege plaatsen zijn er op dat moment?...........................................
Schrijf de berekening op.

Slide 23 - Question ouverte