Ontleden

Extra uitleg ontleden
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Extra uitleg ontleden

Slide 1 - Diapositive

Hoe deze les werkt
Je kunt alle informatie nog een keer rustig doorlezen
Ook staan er filmpjes in die de stof net even anders uitleggen
Er zijn extra oefeningen die je kunt maken
De laatste slide bevat links naar nog meer oefen materiaal
Elk nieuw onderwerp begint met een gele slide.

Slide 2 - Diapositive

Onderwerpen
Het onderwerp in de zin vinden
Werkwoorden in de zin vinden
Zelfstandige naamwoorden in de zin vinden
Bijvoeglijke naamwoorden in de zin vinden
Bijwoorden in de zin vinden

Slide 3 - Diapositive

Onderwerp in de zin vinden

Slide 4 - Diapositive

Onderwerp
Het onderwerp in de zin is degene die de werkwoorden uitvoert. 
In het Engels staat het onderwerp vaak voorin de zin.
Elk onderwerp kan je terugleiden naar:
ik (I), jij (you), hij (he), zij (she), het (it), wij (we), jullie (you), zij (they)

Slide 5 - Diapositive

Onderwerp - herkennen
I had a dream about eating soup
In deze zin is het onderwerp makkelijk te vinden. 
Het staat vooraan in de zin en is een van de standaardvormen.

Het ondewerp is "I".

Slide 6 - Diapositive

Onderwerp - herkennen
My brother's son has a cuddly toy.
In deze zin is het ondewerp niet een van de standaard vormen, dus je moet gaan denken.
Stel jezelf de vraag: Wie of wat "has a cuddly toy"?
Antwoord: My brother's son
Dan moet je deze terug herleiden naar een standaard vorm.
Dus is "my brother's son" I, you, he/she/it, we, you of they?
In dit geval is het : he. (son = zoon) 

Slide 7 - Diapositive

She/He/It
We
They
My colleague
My colleagues
My friends and me
My family
Fish in the ocean
The dentist

Slide 8 - Question de remorquage

Uitleg vragen
Bij de volgende vragen moet je antwoorden wat het onderwerp is in de standaardvorm.

Slide 9 - Diapositive

Jamie and Sarah finished their work
A
She/he/it
B
We
C
They
D
You

Slide 10 - Quiz

The detective pulled down the brim of his hat and walked home.
A
She/he/it
B
We
C
They
D
You

Slide 11 - Quiz

Henry loves to eat strawberries from his own garden.
A
She/he/it
B
We
C
They
D
You

Slide 12 - Quiz

My dog has not bitten anyone
A
She/he/it
B
We
C
They
D
You

Slide 13 - Quiz

The pack of wolves howled at the moon
A
She/he/it
B
We
C
They
D
You

Slide 14 - Quiz

Some of my classmates can't go on their workplacement yet
A
She/he/it
B
We
C
They
D
You

Slide 15 - Quiz

Everyone in my office got the flu
A
She/he/it
B
We
C
They
D
You

Slide 16 - Quiz