H4 Taalverzorging | grammatica | werkwoordsvormen & persoonsvorm (8-10)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b
• Leerjaar 1

H4 Taalverzorging

4.1 Grammatica

- werkwoorden

nieuw: 

- werkwoordsvormen 

- persoonsvorm

voorbeeld(en) van
werkwoorden

WERKWOORDEN (ww)

- de belangrijkste woorden in de zin 

- ze vertellen je wat iemand of iets doet of wat er gebeurt

- zonder werkwoord heb je geen goede zin

WERKWOORDEN

- werkwoorden veranderen van vorm

- werkwoorden passen zich aan, aan wie of wat het doet. 

! Dat noem je vervoegen

fietsen 

ik fiets, jij fietst, hij fietst, wij fietsen, 

ik fietste, jij fietste, hij fietste, wij fietsten, we hebben gefietst

Aan de slag!

blz. 78 t/m 81

Maken: 1 t/m 5

Klaar? Tekst oefenen voor presentatie

H4 Taalverzorging

4.1 Grammatica

Herhaling:

- werkwoorden

nieuw: 

- werkwoordsvormen 

- persoonsvorm

WERKWOORDSVORMEN

Een werkwoord (ww) kan verschillende vormen hebben. 

Voorbeeld

BELLEN

1) Ali belt zijn vriend.  = persoonsvorm

2) Ali zal morgen zijn vriend bellen. = hele werkwoord

3) Ali heeft zijn vriend gebeld. = voltooid deelwoord

PERSOONSVORM

In iedere zin staat een persoonsvorm (pv). 

De persoonsvorm is het werkwoord dat verandert als je de zin in een andere tijd zet. 

De zin in een andere tijd zetten, noemen we de tijdproef.

Voorbeeld

BELLEN

 Ali belt zijn vriend.          -->          Ali belde zijn vriend.

belt = de persoonsvorm. 

de tijdproef

Zet de volgende zinnen in een andere tijd.

blz. 82 opdracht 8

Klaar? opdracht 7, 9 & 10

Toelichting opdr. 10 (blz. 84)