1hv 26/27 janvier 21-chap3 klok ex 12 Bron C ex 13

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Programme du cours 

But: jij kan de woorden F chap 3 goed uitspreken, jij kent de woorden en de dagen van de week. Jij kan een beetje de klok in het Frans lezen

1- lire le vocabulaire F (woorden+zinnen) à la page 131

2- de dagen van de week

3- Explication : lire la grammaire. Quelle heure est-il ? + quiz

4- Recettes : brownies + cookies aux pépites de chocolat

lire le vocabulaire F p 131

Rappel : les 7 jours de la semaine

Hoe vraag je in het Frans:
Hoe laat is het?

Hoe schrijf je in het Frans:
Het is 12 u.

Hoe schrijf je in het Frans:
Het is 10u.

Quelle heure est-il?

Fransen hebben een andere manier dan wij om te zeggen hoe laat het is. 

Wat komt eerst en wat komt daarna nog weer?

midi? minuit?

Explication : Quelle heure est-il?

Quelle heure est-il?  (tijd + een kwartier)

- il est une heure et quart.

- il est huit heures................

- il est dix heures...............

- il est (12) .......................

- il est (24) ......................

Hoe schrijf je in het Frans:
Het is een uur 15.

Hoe schrijf je in het Frans:
Het is twee uur 15.

Hoe schrijf je in het Frans:
Het is 12 uur 15.

Hoe schrijf je in het Frans:
Het is 24 uur 15.

Explication : Quelle heure est-il?

Quelle heure est-il?  (tijd+ een half uur)

- il est une heure et demie.

- il est huit heures................

- il est dix heures...............

- il est (12.30) ...........................

- il est (24.30) ..........................

demi ou demie?

Il est deux heures et demie.

Il est minuit/ midi et demi.

Hoe schrijf je in het Frans:
Het is een uur 30.

Hoe schrijf je in het Frans:
Het is 24 uur 30.

Hoe schrijf je in het Frans:
Het is twee uur 30.

Explication : Quelle heure est-il?

Quelle heure est-il?  (tijd - het kwartier)

- (12.45) Il est une heure moins le quart.

- (7.45)   il est huit heures ................

-  (9.45) il est dix heures ...............

- (11.45) il est (12- 1/4)  .......................

- (24.45) il est (24- 1/4) ......................

Quelle heure est-il?

1. Il est quatre heures et quart.
2. Il est quatre heures quart.
3. Il est quatre heure moins le quart.
4. Il est quatre heures moins le quart.

Il est quelle heure?
07:45

1. Il est sept heures moins le quart
2. Il est huit heures moins le quart
3. Il est sept heures et quart
4. Il est huit heures et quart

Quelle heure est-il?

1. il est dix heures quarante-cinq
2. il est dix heures quinze
3. il est dix heures et quart
4. il est onze heures moins le quart

Quelle heure est-il ?

- Hoe laat is het?       = Quelle heure est-il ?

- Het is 1 u.                   = Il est une heure.

- Het is 1.15 u.             = Il est une heure et quart.

- Het is 1.30 u.            = Il est une heure et demie

- Het is 1.45 u             = Il est deux heures moins le quart.

- Het is 12 u / 24u.    = Il est midi / minuit

- Het is 12.30/24.30= Il est midi/minuit et demi.(geen e)

Faire les exercices ensemble 12-13  p 109

faire les exercices en ligne 13 15

apprendre c p 132

Hoe schrijf je in het Frans:
de geschiedenis

Hoe schrijf je in het Frans:
vallen

Hoe schrijf je in het Frans:
waarom

Hoe zeg je in het Frans:
In welke klas zit jij?

Hoe schrijf je in het Frans:
Ik zit in de eerste klas.

dinsdag

1. mardi
2. jeudi
3. lundi
4. samedi

woensdag

1. mecredi
2. mercedi
3. mercredi
4. dimanche

Traduis: zondag

1. lundi
2. mardi
3. vendredi
4. dimanche