Les 4 05-09-2024 Wir, personalpronomen, sein, haben

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Les 4 05-09-2023

Herzlich Willkommen

beim Deutschunterricht

Wie wir zusammen arbeiten

Voor Duits heb je bij je: boek A, etui, tablet

We praten zoveel mogelijk in het Duits

We luisteren naar elkaar

Bij vragen steken we een arm omhoog

Mobiele telefoon ins Handy Hotel !

leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:
  - Ken je Duitse woorden met betrekking tot familie.

  - Ken je het verschil tussen Siezen en Duzen.

- Kun je het juiste persoonlijke voornaamwoord koppelen aan de werkwoorden sein en haben.

Wat gaan we doen?

• Opdrachten 20 en 21 bespreken
  
• Oefenen grammatica werkwoord 'sein' en 'haben'
  
• Zelfstandig werken Kapitel 2
• Praktische opdracht Familie
  

Lessonup

klascode

 dxsaa

Klassetaal

Duits tijdens de les

zin 1: Darf ich zur Toilette gehen, bitte?
zin 2: Wie heißt das?

zin 3: Ich habe mein Buch vergessen.

Besprechen Aufgaben

Hausaufgaben 20 en 21

Antworten

Personalpronomen

Personalpronomen

ik	jij	hij, zij, het	wij	jullie	zij	u
ich	du	er, sie, es	wir	ihr	sie	Sie
I	D	E	W	I	S

Verb 'sein'

sein

ich	bin
du	bist
er	ist
sie	ist
es	ist
wir	sind
ihr	seid
sie	sind
Sie	sind

  sein

Verb 'haben'

sein

ich	habe
du	hast
er	hat
sie	hat
es	hat
wir	haben
ihr	habt
sie	haben
Sie	haben

 haben

Wir

Familienquiz

Aufgabe 1a, 1b, 1c.

Worum geht es in dem Film?
(1a)

apps.noordhoff.nl

Selbstständig arbeiten

Kapitel 2 Wir, 

Sehen, Aufgaben 2, 3                                       Seite 31

Wortschatz, Aufgaben  4 ,5                           Seite 32

Wortschatz, Aufgaben 6 ,8                            Seite 33

Getallen bingo

Ik draai aan de spinner er komt een geschreven cijfer.

 Jullie strepen deze af op de bingo kaart. 

 3x winnaar: 

1. rij horizontaal

1. diagonaal

1. hele kaart

Steckbrief

Vervolg van de kennismakingsopdracht.

Een envelop wordt getrokken.

Iedereen raad. Degene die geraden wordt, stelt zich voor in het Duits.

Sprachmittel Seite 22

Praktijkopdracht

Maak een stamboom van je eigen familie (met alle opa's/oma's, ooms/tantes enz).

Zet bij elke tak het Duitse woord erbij, zie ook opdracht 4. Geef ook aan of je du of Sie zegt.

Lever je stamboom in bij Magister. Als de stamboom groot is, maak er een foto van.

Huiswerk / Hausaufgaben

Machen, digital

Kapitel 2 WIR

Praktijkopdracht Familie (inleveren in Magister)

Aufgaben 9, 11a, 12                Seite 34 -35

Lernen

Lernliste N-D / D-N               Seite 26, 27

Lernliste N-D / D-N               Seite 60

Samenvatting

- Je kent de vervoegingen van sein, haben

- Je hebt woorden rondom familie geleerd.

Auf Wiedersehen