Herhaling jaar 1 tot 3 mavo 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1,2

Weet je het allemaal nog....?

Fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Realistische of onrealistische fictie?

1. Realistische
2. Onrealistische

Realistisch of onrealistisch?

1. Realistische fictie
2. Onrealistische fictie

Hoe zat het ook alweer?

Fictie = verzonnen

Non-fictie = echt gebeurd

Realistische fictie = een verzonnen verhaal dat echt zou kunnen gebeuren. 

Onrealistischte fictie = een verzonnen verhaal dat niet echt zou kunnen gebeuren. 

'Het huilende jongetje wrijft een traan uit zijn oog' Wat is het lijdend voorwerp?

1. Huilende
2. Het huilende jongetje
3. Een traan
4. Uit zijn oog

'Toen de bel ging, was ik enorm opgelucht, want ik had honger.'

Hoeveel persoonsvormen heeft deze zin?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

En hardloop je wel eens of loop je dan hard?

1. Ik loop hard.
2. Ik hardloop.
3. Ik heb wel eens gehardloopt.
4. Ik heb nog nooit hardgelopen.

Lachend legde de docent de grammatica uit. Wat voor soort werkwoord is 'lachend'?

1. Persoonsvorm
2. Voltooid deelwoord
3. Onvoltooid deelwoord
4. Infinitief

Welk woord is correct geschreven?

1. Tweedekamer
2. Tweede kamer
3. Tweede Kamer
4. tweede kamer

Wat is het belangrijkste tekstdoel?

1. Adviseren
2. Activeren
3. Overtuigen
4. Waarschuwen

Wat voor verband lees je in deze zin?

'Omdat GTST een geweldige soap is, kijk ik nooit het journaal om 8 uur.'

1. opsomming
2. voorbeeld
3. oorzaak en gevolg
4. reden

Het percentage jongeren dat een bijbaantje heeft, is in Doorn lager dan gemiddeld.

1. Goed
2. Fout

Mijn ouders lieten altijd een lichtje aan op de gang, omdat ik was altijd erg bang voor het slapen gaan.

1. Goed
2. Fout

Het boek, wat ik enorm interessant vond, heb ik teruggebracht naar de bieb.

1. Goed
2. Fout