§6.1 + §6.2 spiegelwet en breking

1 / 35
suivant
Slide 1: Vidéo
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

De spiegelwet
De spiegelwet

Slide 2 - Diapositive

hoek i = hoek t

Slide 3 - Diapositive

De spiegelwet
hoek van inval = hoek van terugkaatsing

Slide 4 - Diapositive

Spiegelbeeld      v = b
Afstand van het voorwerp tot de spiegel  v (voorwerpsafstand) is altijd even groot als de afstand van het spiegelbeeld tot de spiegel b (beeldafstand).

Slide 5 - Diapositive

Terugkaatsing via spiegelbeeld

Slide 6 - Diapositive

Tekenmethode spiegelwet

Slide 7 - Diapositive

Wat is het verschil tussen spiegelende en diffuse terugkaatsing
A
spiegelend kan alleen in een spiegel
B
spiegelend geeft een helder beeld
C
spiegelend kaatst de stralen alle kanten op
D
spiegelend kaatst de stralen in dezelfde richting terug

Slide 8 - Quiz

De jongen ziet het spiegelbeeld van de kaars in de spiegel.
Kruis de juiste bewering aan over de punt van de vlam en zijn spiegelbeeld.
A
de punt van de vlam ligt iets dichter bij de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam
B
de punt van de vlam ligt even ver van de spiegel als het spiegel beeld van de punt van de vlam
C
de punt van de vlam ligt iets verder weg van de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam

Slide 9 - Quiz

In de figuur is getekend hoe een lichtstraal door een spiegel wordt teruggekaatst.
Hoe heet de stippellijn
A
Hulplijn
B
Haakse lijn
C
Stippellijn
D
Normaal

Slide 10 - Quiz

Een zonne-energiecentrale bestaat uit een groot aantal vlakke spiegels die het zonlicht naar een oven moeten weerkaatsen. De spiegels staan op palen. Je ziet in de afbeelding de oven met het zwarte gat waar de lichtstralen heen moeten worden gestraald, drie palen met spiegels en de richting van het zonlicht.
Bij welke spiegel is de hoek van inval het grootst?
A
de linkse spiegel
B
de middelste spiegel
C
de rechtse spiegel

Slide 11 - Quiz

Lichtbundels
  • Divergente lichtbundel: Lichtstralen bewegen uit elkaar  


  • Convergente lichtbundel: Lichtstralen bewegen naar elkaar toe


     
  • Evenwijdige lichtbundel: Lichtstralen gaan parallel 

Slide 12 - Diapositive

Holle en bolle spiegels
Holle spiegel: 
convergerende werking
Bolle spiegel: divergerende werking

Slide 13 - Diapositive

Wat is de juiste weerkaatsing uit een holle spiegel ?
A
1
B
2
C
3
D
Geen van drie

Slide 14 - Quiz

Deze holle spiegel veroorzaakt een beeld. Wat voor beeld zul je zien?
A
Normaal spiegelbeeld
B
Vergroot spiegelbeeld
C
Verkleind spiegelbeeld
D
Geen van allen

Slide 15 - Quiz

Waarom is er hier een
holle spiegel gebruikt, en
geen bolle spiegel?
A
Omdat holle spiegels een divergerende werking hebben.
B
Omdat holle spiegels een convergerende werking hebben.

Slide 16 - Quiz

§6.2 Lichtbreking

Slide 17 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les ...
  • weet je wat lichtbreking is;
  • kan je tekenen hoe een gebroken lichtstraal verder gaat.

Slide 18 - Diapositive

§6.2 Lichtbreking

Slide 19 - Diapositive

Breking van licht
  • Licht beweegt in rechte lijnen.
  • Licht breekt wanneer het in   een ander medium komt.
  • De snelheid van dat licht         verandert dan.

Slide 20 - Diapositive

Lichtbreking naar de normaal toe en van de normaal af.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Lichtstralen zijn omkeerbaar.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

In de figuur is een zogenoemde prismabril getekend. Een persoon kan door naar beneden in het prisma te kijken, zien wat er voor hem gebeurt.
Is de breking bij overgang 1 juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

In de figuur is een zogenoemde prismabril getekend. Een persoon kan door naar beneden in het prisma te kijken, zien wat er voor hem gebeurt.
Is de breking bij overgang 2 juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Een vis zwemt onder het wateroppervlak. Iemand bevindt zich in punt O
en kijkt naar de vis.
De persoon ziet de vis ...
A
dieper dan in werkelijkheid.
B
op dezelfde diepte.
C
minder diep.

Slide 28 - Quiz


A
In figuur A is de lichtbreking correct getekend.
B
In figuur B is de lichtbreking correct getekend.
C
In figuur C is de lichtbreking correct getekend.
D
In figuur D is de lichtbreking correct getekend.

Slide 29 - Quiz

Wanneer licht van een optisch dichte naar een optisch dunnere stof beweegt, vind er lichtbreking plaats van de normaal af.
timer
0:10
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Lenzen :
- bolle
- holle 

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Uitleg formule
rekenen met de formule van Snellius 
Uitleg rekenmachine
Hoe stop je deze formule in je rekenmachine? https://www.youtube.com/watch?v=qNoksdbz2bs

Slide 33 - Diapositive

Slide 35 - Lien