Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
De spiegelwet
De spiegelwet
Slide 2 - Diapositive
hoek i = hoek t
Slide 3 - Diapositive
De spiegelwet
hoek van inval = hoek van terugkaatsing
Slide 4 - Diapositive
Spiegelbeeld v = b
Afstand van het voorwerp tot de spiegel v (voorwerpsafstand) is altijd even groot als de afstand van het spiegelbeeld tot de spiegel b (beeldafstand).
Slide 5 - Diapositive
Terugkaatsing via spiegelbeeld
Slide 6 - Diapositive
Tekenmethode spiegelwet
Slide 7 - Diapositive
Wat is het verschil tussen spiegelende en diffuse terugkaatsing
A
spiegelend kan alleen in een spiegel
B
spiegelend geeft een helder beeld
C
spiegelend kaatst de stralen alle kanten op
D
spiegelend kaatst de stralen in dezelfde richting terug
Slide 8 - Quiz
De jongen ziet het spiegelbeeld van de kaars in de spiegel. Kruis de juiste bewering aan over de punt van de vlam en zijn spiegelbeeld.
A
de punt van de vlam ligt iets dichter bij de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam
B
de punt van de vlam ligt even ver van de spiegel als het spiegel beeld van de punt van de vlam
C
de punt van de vlam ligt iets verder weg van de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam
Slide 9 - Quiz
In de figuur is getekend hoe een lichtstraal door een spiegel wordt teruggekaatst. Hoe heet de stippellijn
A
Hulplijn
B
Haakse lijn
C
Stippellijn
D
Normaal
Slide 10 - Quiz
Een zonne-energiecentrale bestaat uit een groot aantal vlakke spiegels die het zonlicht naar een oven moeten weerkaatsen. De spiegels staan op palen. Je ziet in de afbeelding de oven met het zwarte gat waar de lichtstralen heen moeten worden gestraald, drie palen met spiegels en de richting van het zonlicht. Bij welke spiegel is de hoek van inval het grootst?
A
de linkse spiegel
B
de middelste spiegel
C
de rechtse spiegel
Slide 11 - Quiz
Lichtbundels
Divergente lichtbundel: Lichtstralen bewegen uit elkaar
Convergente lichtbundel: Lichtstralen bewegen naar elkaar toe
Evenwijdige lichtbundel: Lichtstralen gaan parallel
Slide 12 - Diapositive
Holle en bolle spiegels
Holle spiegel:
convergerende werking
Bolle spiegel: divergerende werking
Slide 13 - Diapositive
Wat is de juiste weerkaatsing uit een holle spiegel ?
A
1
B
2
C
3
D
Geen van drie
Slide 14 - Quiz
Deze holle spiegel veroorzaakt een beeld. Wat voor beeld zul je zien?
A
Normaal spiegelbeeld
B
Vergroot spiegelbeeld
C
Verkleind spiegelbeeld
D
Geen van allen
Slide 15 - Quiz
Waarom is er hier een holle spiegel gebruikt, en geen bolle spiegel?
A
Omdat holle spiegels een divergerende werking hebben.
B
Omdat holle spiegels een convergerende werking hebben.
Slide 16 - Quiz
§6.2 Lichtbreking
Slide 17 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het einde van de les ...
weet je wat lichtbreking is;
kan je tekenen hoe een gebroken lichtstraal verder gaat.
Slide 18 - Diapositive
§6.2 Lichtbreking
Slide 19 - Diapositive
Breking van licht
Licht beweegt in rechte lijnen.
Licht breekt wanneer het in een ander medium komt.
Lichtbreking naar de normaal toe en van de normaal af.
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Lichtstralen zijn omkeerbaar.
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
In de figuur is een zogenoemde prismabril getekend. Een persoon kan door naar beneden in het prisma te kijken, zien wat er voor hem gebeurt. Is de breking bij overgang 1 juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee
Slide 26 - Quiz
In de figuur is een zogenoemde prismabril getekend. Een persoon kan door naar beneden in het prisma te kijken, zien wat er voor hem gebeurt. Is de breking bij overgang 2 juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quiz
Een vis zwemt onder het wateroppervlak. Iemand bevindt zich in punt O en kijkt naar de vis. De persoon ziet de vis ...
A
dieper dan in werkelijkheid.
B
op dezelfde diepte.
C
minder diep.
Slide 28 - Quiz
A
In figuur A is de lichtbreking correct getekend.
B
In figuur B is de lichtbreking correct getekend.
C
In figuur C is de lichtbreking correct getekend.
D
In figuur D is de lichtbreking correct getekend.
Slide 29 - Quiz
Wanneer licht van een optisch dichte naar een optisch dunnere stof beweegt, vind er lichtbreking plaats van de normaal af.