Herhaling Hindoeïsme

Herhaling Hindoeïsme
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Hindoeïsme

Slide 1 - Diapositive

Inleiding
Ik kan in het kort iets vertellen over het ontstaan van het hindoeïsme
Ik kan de oorsprong van het hakenkruis uitleggen.

Slide 2 - Diapositive

Hoe noemen veel Hindoes hun religie?

Slide 3 - Question ouverte

Het Hindoeïsme is ontstaan aan de oevers van deze rivier

Slide 4 - Question ouverte

India
  • Hindoe: Oorspronkelijk komt deze naam van het woord "Shindoe". 
  • Dit betekent: rivier in het Perzisch. (Iran) 
  • Deze rivier heet nu de "Indus".

Slide 5 - Diapositive

Vervolg geschiedenis
2500 V.C Indus vallei
Natuurgoden
Vermenging met Ariërs
Duizenden religies

 

Slide 6 - Diapositive

Swastika
 Een heilig symbool van voorspoed en spiritualiteit.

Haken kruis is een symbool voor racisme. Het Arische ras, edele ras.

Slide 7 - Diapositive

Het kastenstelsel  
Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen wat het Kastenstelsel is.
Ik kan reflecteren op het kastenstelsel

Slide 8 - Diapositive

Wat is een ander woord voor kastelozen?

Slide 9 - Question ouverte

Welke kaste zie je hier?
A
Brahmanen
B
Ksatria’s
C
Vaisja’s
D
Sjoedra’s

Slide 10 - Quiz

Het kastenstelsel
Brahma – zijn functie is om te leren en de kennis te delen door te geven en te behouden.
Kshatra – de functie om de samenleving te besturen en te beschermen
Vaisya – Zijn functie is om de samenleving welvarend te maken; om te produceren en te handelen.
Sudra – zijn functie is om te dienen en te zorgen, ook handwerk valt hieronder.
Dalith – kastenloze de onaanraakbaren De mensen die het meest onreine werk doen.

Slide 11 - Diapositive

Reïncarnatie
Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen wat reïncarnatie, samsara, atman, brahman, karma, moksja en dharma betekenen.
Ik kan vanuit mijn levensbeschouwing reflecteren op het concept van reïncarnatie 

Slide 12 - Diapositive

De kringloop van leven en dood noemen Hindoes....

Slide 13 - Question ouverte

Het eindresultaat van je goede en slechte daden heet ....

Slide 14 - Question ouverte

Het woord dat Hindoes gebruiken voor de ziel is ....

Slide 15 - Question ouverte

De goddelijke oer bron wordt ...... genoemd

Slide 16 - Question ouverte

Het moment dat je de verlossing uit de kringloop van wedergeboorten bereikt, heet ....

Slide 17 - Question ouverte

De kringloop van wedergeboorten heet ....

Slide 18 - Question ouverte

De eeuwige cyclus van leven en dood noemt een hindoe de..?
A
Moksja
B
Maya
C
Samsara
D
Brahma

Slide 19 - Quiz

Reïncarnatie
Brahman: goddelijke oorsprong
Atman: goddelijke vonk/ziel
Karma:  gemiddelde van jou daden in het leven
Samsara: Kringloop van wedergeboorte
Moksja: verlossing uit de kringloop en opgenomen worden
Dharma: de wet waaraan hindoes zich aan moeten houden

Slide 20 - Diapositive

Het goddelijke en de goden
Ik kan in mijn eigen woorden iets vertellen over de goddelijke oorsprong, de Trimurti en Ganesha
Ik kan uitleggen hoe hindoes omgaan met het geloof in de goden

Slide 21 - Diapositive

Welke goden vormen de trimurti?
A
brahma, sjiva, visjnoe
B
brahma, krisjna, visjnoe
C
brahma, sjiva, laksjmi
D
parvati, sjiva, laksjmi

Slide 22 - Quiz

BRAHMAN
Brahma = Oppergod / Schepper / ONTSTAAN
Vishunu = Beschermer 
Shiva = Verwoester en herschepper 
Er zijn nog honderden andere godin en godinnen: mannelijk, vrouwelijk, onzijdig, dierlijk, etc.
De Trimurti

Slide 23 - Diapositive

1. Brahma
De hoogste scheppergod. Schrijver van​ de Veda’s​. 
Personificatie van het Brahman​. 
De transcendente god (hoog en ver weg). Dus, nauwelijks tempels voor hem​. Wordt afgebeeld met 4 hoofden, 4 armen die allerlei attributen vasthouden zoals offerlepels​. 

Slide 24 - Diapositive

2. Vishnu
Heer van het universum​
De liefdevolle ​scheppergod​
Creëerde alle ​levensvormen voor de ​eerste keer​
Verlosser van het kwaad ​(kwam daarvoor verschillende keren ​
op aarde als incarnatie/avatara)​

Slide 25 - Diapositive

3. Sjiva
Schepper van de hernieuwbare schepping 
(van dingen die weer vergaan)​. 
God van tegenstellingen: schepper en doder; vernietiger en hersteller.​ Daarom: God van de kringloop (en vruchtbaarheid)​. 
Als vernietiger wordt hij vaak afgebeeld op slagvelden met een ketting van schedels om en is hij omringd door angstaanjagende wezens.​

Slide 26 - Diapositive

Andere goden
Ganesja: wijsheid en moed
Hulp bij praktische problemen
Zoon van Shiva​

Krisjna: avatara van Visjnoe. 
Sommigen vereren hem alleen, 
als belangrijkste god (Hare Krisjna).​

Slide 27 - Diapositive

De heilige geschriften 
Ik kan uitleggen wat de inhoud van de veda`s en oepanishads zijn
Ik kan reflecteren op een van de hindoeïstische heilige geschriften 

Slide 28 - Diapositive

Welk geschrift is het oudste geschrift van het hindoeïsme?
A
de Veda's
B
de Mahabharata
C
de Upanishad's
D
de Ramayana

Slide 29 - Quiz

Categorie 1
1. Shruti (Sanskriet: Dat wat gehoord is. Geopenbaard door de goden.
  • De Veda's (Sanskriet: वेद, veda betekent weten) 
  • Er zijn vier Veda's
  • De inhoud van de Veda's is aan zieners geopenbaard door een goddelijke oorsprong
  • religieuze hymnen (liedjes), spirituele filosofie, een kosmologie en sociale en rituele voorschriften. 

Slide 30 - Diapositive

Categorie 2
  • smriti (overlevering door mensen) - komen op de tweede plaats, kennen vaak een schrijver, hebben menselijke oorsprong en staat daardoor open voor aanpassing.
  • voorbeelden zijn de oepanishaden en baghavadgita
  • Biedt een alternatieve weg naar bevrijding: eenwording van atman met brahman

Slide 31 - Diapositive

Symbolen en rituelen
Ik kan uitleggen wat symbolen en rituelen zijn
Ik kan minimaal 5 symbolen en rituelen uit het hindoeïsme benoemen en uitleggen

Slide 32 - Diapositive

Symbolen
Een teken is direct en eenduidig.
Een symbool is abstract en kan meerdere betekenissen of lagen hebben.​

Slide 33 - Diapositive

Rituelen
  • 3 kenmerken
  1. Symbolische handeling
  2. Vast tijdstip of bepaalde gelegenheid
  3. Vast patroon

Slide 34 - Diapositive

Holi feest
 Vindt plaats in maart. 
Shiva speelt hier een belangrijke rol
Voorjaar = Nieuwjaar;
brandstapel = holika; 
kleurstof strooien.
Betekenis: Een nieuw begin.

Slide 35 - Diapositive

Divali
Lichtfeest
12 november (nieuwe maan) 
Betekenis: Het goede overwint het kwade

Slide 36 - Diapositive

wat is een puja?
A
een jaarlijks ritueel
B
een dagelijks ritueel
C
een ritueel bij een overgangsmoment
D
geen van deze antwoorden is goed

Slide 37 - Quiz

Puja
 - Gebed
   - Reiniging
    - Offers

Slide 38 - Diapositive

Geboorte
- Voor geboorte
- Rituele spreuken
- Tijdens geboorte
- Vader navelstreng
- Zegenspreuk
- Naamgeving
- Baby haar

Slide 39 - Diapositive

Huwelijk
- Gearrangeerd
- Bruidsschat
- Dochters
- 7x Rondlopen
- Rijst poffen

Slide 40 - Diapositive

Levenseinde
- Zegenen
- Gecremeerd
- Ziel ontsnapt
- As

Slide 41 - Diapositive

Hoe heet het heilige gebouw van de Hindoes?

Slide 42 - Question ouverte

Mandir (tempel)
  • Tempel: 1 of meer goden
  • Geen schoenen 
  • Bel luiden
  • Bidden 
  • Puja: offeren aan de goden
    (rijst, bloemen, zoetig eten (zoals banaan)
  • Beelden wassen

Slide 43 - Diapositive

Heilige plaatsen
  • Rivieren: De Ganges (Ganga) is de heiligste rivier. Hindoes geloven dat een bad in de Ganges hen zuivert van slecht karma.
  • Tempels: Plekken waar goden worden vereerd, zoals de Kashi Vishwanath-tempel in Varanasi of de Tirupati-tempel in Zuid-India.
  • Pilgrimsoorden: Bijvoorbeeld Varanasi, Rishikesh, Haridwar en Amarnath.

Slide 44 - Diapositive

Sadhoe
Sadhoes zijn hindoes die het wereldse leven opgeven omdat ze  graag als heiligen door het leven willen gaan.

1. Eerst ga je naar school en leer je over spiritualiteit bij een hindoeleraar
2. Dan start je een gezin en werkt hard en zorgt voor je familie, maar blijft ook bidden en mediteren.
3. Daarna trek je je terug nadat je kinderen groot zijn. Je gaat minder werken. Je denkt meer na over spiritualiteit en brengt tijd door in de natuur of in een rustige plek.
4. Tenslotte geef je alles op: je huis, je spullen en je familie. Je draagt oranje kleren, leeft heel eenvoudig en bidt of mediteert de hele dag. Je bent een Sadhoe geworden en je doel is om dichter bij God te komen en gelukkig te zijn zonder spullen.

Slide 45 - Diapositive