Regelm. ww op -er présent

Le présent (tegenwoordige tijd)
Doel: Je kan de Présent herkennen en toepassen.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransEnseignement Professionnel

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Le présent (tegenwoordige tijd)
Doel: Je kan de Présent herkennen en toepassen.

Slide 1 - Diapositive

Het regelmatige werkwoord op -er

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

Regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER.
Bijvoorbeeld:
danser (dansen)
travailler (werken)
donner (geven)
 

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn werkwoord op - er?
A
parler
B
avoir
C
manger
D
aimer

Slide 6 - Quiz

Le présent (tegenwoordige tijd)

Slide 7 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden 
op ER tijd: présent
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
E
ES
E
ONS
EZ
ENT

Slide 8 - Question de remorquage

Sleep de juiste "uitgangen" (waar het werkwoord op -er op eindigt) op de juiste onderwerpen (je, tu, il, etc) - tijd: présent
Je
Tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles

ons

e

es

e

ez

ent

Slide 9 - Question de remorquage

Werkwoorden op ER
Tu regard...
A
e
B
es
C
ons
D
ez

Slide 10 - Quiz

Werkwoorden op ER
Elles cherch...
A
e
B
es
C
ons
D
ent

Slide 11 - Quiz

Werkwoorden op ER
Nous trouv...
A
e
B
es
C
ons
D
ez

Slide 12 - Quiz

Vertaal: (parler) Zij praten
A
Elle parle
B
Elles parlent
C
Nous parlons
D
Ils parlont

Slide 13 - Quiz

Vertaal:
(chercher) Wij zoeken
A
Nous cherchons
B
On cherchons
C
Vous cherchez
D
On cherche

Slide 14 - Quiz