5.5 mutaties

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

VWO: Leren basisstof 4 en 5

VWO: Maken opdracht 10 t/m 14

Havo: Leren basisstof 4

Havo: Maken opdracht 11 t/m 14

Klaar? Oefenen op biologiepagina.nl (teams)

5.5 Mutaties

In deze les

- herhaling 5.4

- Wat zijn mutaties?

- Hoe ontstaat kanker?

Begrippen: Dominant, reccesief, onvolledig dominant, intermediair fenotype, mutatie, mutant, metastasen

Mutaties

Mutatie =  Een plotselinge verandering in het genotype (DNA).

Mutant = Een organisme waarbij de mutatie zichtbaar is in het fenotype.

Mutatie in het DNA

Mutant

Mutagene invloeden

Kanker

Kanker: Ontstaat door een mutatie in genen die de celdeling regelen. Hierdoor gaan kankercellen zich ongeremd delen. 

Goedaardige Tumor (gezwel)

Goedaardig gezwel: Het gezwel groeit niet door andere weefsels heen. En verspreidt zich niet door het lichaam. 

Een goedaardige tumor kan wel tegen omliggende weefsels of organen drukken.

 

Kwaadaardige tumor

Alleen een kwaadaardige tumor is kanker. Een kwaadaardige tumor kan in omliggende weefsels en organen groeien. Ook kunnen de cellen losraken.

De kankercellen kunnen via het bloed en/of de lymfe ergens anders in het lichaam terechtkomen. Ze kunnen zich daar vasthechten en uitgroeien tot nieuwe tumoren. Dit zijn uitzaaiingen. Een ander woord voor uitzaaiingen is metastasen.

Is het gen voor de ziekte van Huntington dominant of recessief? Of is dit niet uit de gegevens op te maken?

1. Het gen is dominant
2. Het gen is ressecief
3. Dit is niet uit de gegevens op te maken

Menno zegt: De celkern van een levercel bevat de complete informatie voor al je erfelijke eigenschappen.

Annie zegt: Een gen bevat de informatie voor meerdere erfelijke eigenschappen'

1. Annie heeft gelijk
2. Menno heeft gelijk
3. Beide uitpsraken zijn waar
4. Beide uitspraken zijn niet waar

Waarom heeft een mutatie in een lichaamscel vaak geen gevolgen?

1. De lichaamscel deelt zich niet
2. Niet het volledige genotype is veranderd
3. Omdat het genotype van de overige cellen niet verandert

Bij een vrouw wordt borstkanker geconstateerd. Na een tijd bevindt zich een gezwel in de lever van deze vrouw.

Kun je hieruit de conclusie trekken dat bij deze vrouw uitzaaiing heeft plaatsgevonden?

1. Nee, ze heeft zowel kanker in de lever als in haar borst
2. Ja, kankercellen in haar borst zijn uitgezaaid naar de lever
3. Nee, borstkanker is een goedaardige tumor

Door langdurig zonnebaden wordt de kans op mutaties vergroot.

1. Juist
2. Onjuist