Herhaling lezen

Herhaling lezen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling lezen

Slide 1 - Diapositive

Lezen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Zie leerdoelenkaart

Slide 3 - Diapositive

Op welke manieren kun je een inleiding schrijven?
A
Vragen stellen
B
Onderwerp aankondigen
C
Aanleiding noemen

Slide 4 - Quiz

Op welke manier is de volgende inleiding geschreven?

Mikael (11) is geboren in Amsterdam en is nog nooit in het buitenland geweest. Maar nu moet hij misschien verhuizen naar Armenië, het land waar zijn moeder vandaan komt. Veel mensen zijn daar boos over.

Slide 5 - Diapositive

Op welke manier is de inleiding geschreven?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe noem je het gedeelte tussen de inleiding en het slot?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe herken je een alinea?
A
Hoofdletters
B
Witregels
C
Inspringen en witregels
D
Hoofdletters en onderwerp

Slide 8 - Quiz

Hoeveel alinea's?

Slide 9 - Diapositive

De tekst heeft .... alinea's.
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 10 - Quiz

Op welke manieren kun je een slot schrijven?

Slide 11 - Question ouverte

Op welke manier 
is het slot geschreven?

Slide 12 - Diapositive

Op welke manier is het slot geschreven?

Slide 13 - Question ouverte

Gym is voor jongens
Bijna elke gymles ziet er hetzelfde uit. Er wordt gestemd over wat we gaan doen. Na enige voorstellen die met matig enthousiasme worden ontvangen, zoals hockey, staat er altijd een jongen op die 'VOETBALLUH, VOETBALLUH' door de zaal roept. En vaak gaan we dat dan ook doen.
Dat zorgt niet alleen voor een geïrriteerde sfeer bij sommige meisjes, ook bij jongens zie je ergernis wanneer een meisje aan de bal is. Alsof meisjes niet zouden kunnen voetballen!

Dansen
Niet alleen tijdens het 'voetballuh' maar eigenlijk tijdens elke sport doen te fanatieke jongens mee die het verpesten voor de rest. Behalve bij dansen. Dan willen de meeste jongens juist niet meedoen. Alsof ze zich schamen of zo. 

Slide 14 - Diapositive

Hoeveel alinea's heeft de tekst
'Gym is voor jongens'?
A
2
B
3
C
4

Slide 15 - Quiz

Gym is voor jongens
Je krijgt zo nog een keer de tekst te zien. Lees de inleiding. Welke manier heeft de schrijver gebruikt om de inleiding te schrijven? Je kunt je antwoord straks invullen (even geduld, eerst de inleiding opnieuw lezen).

Slide 16 - Diapositive

Gym is voor jongens
Bijna elke gymles ziet er hetzelfde uit. Er wordt gestemd over wat we gaan doen. Na enige voorstellen die met matig enthousiasme worden ontvangen, zoals hockey, staat er altijd een jongen op die 'VOETBALLUH, VOETBALLUH' door de zaal roept. En vaak gaan we dat dan ook doen.
Dat zorgt niet alleen voor een geïrriteerde sfeer bij de meisjes, ook bij de jongens zie je ergernis wanneer een meisje aan de bal is. Alsof meisjes niet zouden kunnen voetballen!

Dansen
Niet alleen tijdens het 'voetballuh' maar eigenlijk tijdens elke sport doen te fanatieke jongens mee die het verpesten voor de rest. Behalve bij dansen. Dan willen de meeste jongens juist niet meedoen. Alsof ze zich schamen of zo. 

Slide 17 - Diapositive

Welke manier heeft de schrijver gebruikt om de inleiding te schrijven?

Slide 18 - Question ouverte

Subjectieve teksten zijn teksten die zijn gebaseerd op
A
Meningen
B
Feiten

Slide 19 - Quiz

Objectieve teksten zijn teksten die zijn gebaseerd op
A
Meningen
B
Feiten

Slide 20 - Quiz

Uit onderzoek is gebleken dat het aantal bijen de afgelopen jaren sterk is gedaald.
A
Deze zin is objectief
B
Deze zin is subjectief

Slide 21 - Quiz

Ik hou echt van dit mooie weer!
A
Deze zin is objectief
B
Deze zin is subjectief

Slide 22 - Quiz

Wat is de kernzin? Zin 1, 2, 3 of 4
‘Mijn ouders vluchtten naar Nederland nog voor ik geboren was. Met mijn moeder woon ik nu in een asielzoekerscentrum in Amsterdam. We hebben daar een kamer met een tafel en een stoel en verder bijna niets voor onszelf. We kunnen niet zelf koken en we hebben ook geen wasmachine.

Slide 23 - Diapositive

Wat is de kernzin?
A
Zin 1
B
Zin 2
C
Zin 3
D
Zin 4

Slide 24 - Quiz

Bedenk zelf drie deelonderwerpen bij het onderwerp 'bijen'.

Slide 25 - Question ouverte

Ik ben HELEMAAL klaar voor de toets van Nederlands!
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage