Vorm

Vorm! 
Weet je ze nog? --> 
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Vorm! 
Weet je ze nog? --> 

Slide 1 - Diapositive

Vorm



Figuratief = Je kan zien wat het voortelt.




Abstract = Je kan niet meer zien wat het voorstelt.

Slide 2 - Diapositive

Vorm







Half - abstract = Je kan nog een beetje zien wat het is

Slide 3 - Diapositive

Dit werk is
A
abstract
B
figuratief

Slide 4 - Quiz


Dit schilderij is...
A
Figuratief
B
Abstract
C
Half abstract

Slide 5 - Quiz


Dit schilderij is...
A
Geometrisch
B
Gedetaileerd

Slide 6 - Quiz

Dit werk is
A
geabstraheerd
B
gedetailleerd

Slide 7 - Quiz

Dit werk is
A
geometrisch
B
organisch

Slide 8 - Quiz

Dit is een
A
open vorm
B
gesloten vorm

Slide 9 - Quiz

deze vorm is
A
abstract
B
gestileerd

Slide 10 - Quiz

Deze vorm is
A
open vorm
B
gestroomlijnd

Slide 11 - Quiz

Dit beeld is
A
massief
B
open vorm

Slide 12 - Quiz

Deze vorm is
A
gesloten vorm
B
open vorm

Slide 13 - Quiz


Leg uit waarom in dit affiche wordt gespeelt met de restvorm.

Slide 14 - Question ouverte

Deze vorm noem je
A
contour
B
silhouet

Slide 15 - Quiz

de zwarte vorm is hier
A
positieve vorm
B
negatieve vorm

Slide 16 - Quiz

Het witte gedeelte in
deze afbeelding noem je
A
restvorm
B
open vorm

Slide 17 - Quiz

Je ziet hier een contrast.
Welk
A
open - gesloten
B
groot- klein
C
geometrisch- organisch
D
warm-koud

Slide 18 - Quiz

Dit werk is
A
gedetailleerd
B
vereenvoudigd

Slide 19 - Quiz

Deze tekening
van een appel is
A
schematisch
B
gedetailleerd

Slide 20 - Quiz



 Dit kunstwerk heeft een
A
open vorm
B
gesloten vorm

Slide 21 - Quiz



De vorm van de afbeelding is
A
schematisch
B
geometrisch
C
vormcontrast
D
gestroomlijnd

Slide 22 - Quiz


De vorm van de
afbeelding is
A
maatverhouding
B
volume
C
organisch
D
schematisch

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive


"Dit kunstwerk heeft een open vorm maar is toch massief."
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz


Dit kunstwerk heeft een
A
open vorm
B
gesloten vorm

Slide 26 - Quiz

Tip: klik op pijltje naar links om afbeeldingen groot te bekijken!

Slide 27 - Diapositive

De beer is gestileerd.
Leg deze bewering uit.

Slide 28 - Question ouverte

Maak tegenstellingen tussen van onderstaande begrippen. Sleep steeds een blauwe naar de oranje.
abstract
vorm
vlak

massief

 vorm-
eenheid
open vorm
organisch
vereenvoudigd
hol
gesloten 
   vorm
figuratief
vormcontrast
geometrisch
restvorm
gedetailleerd
volume

Slide 29 - Question de remorquage

Slide 30 - Diapositive


Leg uit waardoor de straat een
levendige indruk maakt aan de hand van het vormgevingsaspect vorm.
(Klik naar links om afbeelding nogmaals te zien)

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive


Het gebouw rechts lijkt op de kwal links.
Noem drie aspecten van de vormgeving waaraan je ziet dat
Aequorea geïnspireerd is op een kwal. Leg je antwoorden uit.

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Je ziet het Dali museum. Leg uit dat het museum opvalt aan de hand van 2 vormgevingsaspecten.

Slide 35 - Question ouverte

Als de lengte van een vorm (bv arm of doosje) naar jou toe of van je af gericht is dan zie je die lengte korter dan dat deze in het echt is heet dat VERKORTING
A
Goed
B
Fout

Slide 36 - Quiz

Welk contrast is hier te zien?
A
Kleur tegen kleur contrast
B
Complementair kleurcontrast
C
Warm koud contrast
D
Kwaliteitscontrast

Slide 37 - Quiz

Met contrast wordt
. . . . . . bedoeld.
A
Overeenkomst
B
Tegenstelling

Slide 38 - Quiz

Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Abstract
B
3D
C
Vormcontrast
D
Harmonie

Slide 39 - Quiz


Welk begrip binnen de categorie 'ordening' is niet van toepassing?
A
Harmonie
B
Symmetrie
C
Richting
D
Herhaling

Slide 40 - Quiz

Perfectie en harmonie waren belangrijk in de Griekse, Romeinse en Renaissance architectuur. Hoe konden ze deze perfectie bijvoorbeeld bereiken?
A
Door organische vormen
B
Door skeletbouw
C
Door symmetrie
D
Door pilasters/halfzuilen

Slide 41 - Quiz