1.13 lijk

Welke woorden ken je met -lijk?
1 / 21
suivant
Slide 1: Carte mentale
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welke woorden ken je met -lijk?

Slide 1 - Carte mentale

Makkelijk       vrolijk          prettig        veilig    

Staat -lijk en -ig aan het eind van een woord   
met twee of meer lettergrepen?
Dan klinken ij en i als een stomme e.
Je zegt dus /luk/ en /ug/ 

uitleg
Als de klemtoom op de /ij/ ligt,
zoals bij gelijk, tegelijk en ongelijk zeg je geen /uk/ 

Slide 2 - Diapositive

Mooi            lawaai           moeilijk

Na een oo, aa of oe klinkt de i als /j/

uitleg

Slide 3 - Diapositive

da

dagelijks
natuurlijk
tegelijk
mogelijk
vriendelijk
misselijk
gelijk
.
.
stevig
geweldig
volledig
afwezig
zelfstandig
vorig
leeuw
lees of zeg na

Slide 4 - Diapositive

da

benieuwd
schreeuwen
nieuw
sneeuw
opnieuw
nooit
groeien
.
.
waaien
gooien
draaien
doei
lees of zeg na

Slide 5 - Diapositive

da

1. De winkel is tijdelijk gesloten.
2. In het noorden van het land ligt veel sneeuw.
3. Aron en Alex zijn tegelijk aan de beurt.
4. Ik vind dit een moeilijk woord.
5. Een deel van het meel is niet goed meer.
6. Pinnen is hier niet mogelijk.
7. Wil je niet zo schreeuwen? Je maakt zo veel lawaai.
8. De verpleegkundige moet een schriftelijk verslag maken.
9. Het lastige kind zit te knoeien.
zelf oefenen
Lees de zinnen hardop en neem dit met je telefoon op.
Luister naar deze opname.
Lees je de woorden goed?

Slide 6 - Diapositive

da

1. Het vrolijke kind groeit goed.
2. De sneeuw is al weg.
3. Ik vind het prettig op school.
4. Ben jij ook benieuwd naar de nieuwe directeur?
5. De keurige dame koopt een mooie jurk.
6. Ik heb moeite met horen.
zelf oefenen
Lees de zinnen hardop en neem dit met je telefoon op.
Luister naar deze opname.
Lees je de woorden goed?

Slide 7 - Diapositive

gevaarlijk

Slide 8 - Diapositive

makkelijk

Slide 9 - Diapositive

vrolijk

Slide 10 - Diapositive

heerlijk

Slide 11 - Diapositive


A
verdrietig
B
eerlijk
C
vrolijk
D
heerlijk

Slide 12 - Quiz


A
moeilijk
B
makkelijk
C
rustig
D
verdrietig

Slide 13 - Quiz


A
jarig
B
gevaarlijk
C
rustig
D
heerlijk

Slide 14 - Quiz

schrijf het woord

Slide 15 - Question ouverte

schrijf het woord

Slide 16 - Question ouverte

schrijf het woord

Slide 17 - Question ouverte

schrijf het woord

Slide 18 - Question ouverte

schrijf het woord

Slide 19 - Question ouverte

Nu zelf oefenen :) 

Slide 20 - Diapositive

Nog meer woorden met -lijk

afhankelijk
belachelijk
christelijk
dodelijk
eerlijk
eigenlijk
erfelijk




feestelijk
moeilijk
natuurlijk
pijnlijk
verantwoordelijk 
vreselijk
waarschijnlijk
walgelijk

Slide 21 - Diapositive