3 KBL Hoofdstuk 4 (Het Weer)

Het weer
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het weer

Slide 1 - Diapositive

Luchtdruk

Druk  =  Kracht : Oppervlakte


Gewicht (kracht) die de luchtkolom op je lichaam uitoefend heet luchtdruk.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Lucht versus hoogte

Slide 5 - Diapositive

Luchtdruk versus hoogte

Hoe hoger je komt hoe lager de luchtdruk



Vliegtuig stijgt: druk op je oren

Vliegtuig daalt: druk op je oren 


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Overdruk en onderdruk

Slide 8 - Diapositive

Met een manometer meet je de luchtdruk

Overdruk = verschil tussen luchtdruk buiten en de druk in bijvoorbeeld de band

Absolute druk = luchtdruk + overdruk


Onderdruk = verschil tussen de druk onder bijvoorbeeld een stolp en de lucht druk buiten

Absolute druk = luchtdruk - onderdruk

Slide 9 - Diapositive

De luchtdruk buiten bedraagt 1013 mbar. De band wordt opgepompt tot 2 bar Wat is de absolute druk
A
1011 mbar
B
1015 mbar
C
3013 mbar
D
- 1013 mbar

Slide 10 - Quiz

Hoe warm is het vandaag
Analoog
Digitaal

Slide 11 - Diapositive

Een vloeistof thermometer bestaat altijd uit:
A
Schaalverdeling, stijgbuis en reservoir met alcohol of kwik
B
Een drukmeter, Water of kwik en slangetje
C
Een metalen trommel, veer en schaalverdeling
D
Water of alcohol, een trechter en schaalverdeling

Slide 12 - Quiz

IJken van thermometer

Smeltend ijs

Kokend water



Houdt rekening met de luhtdruk (1013 mbar = 1 atm)

Slide 13 - Diapositive

Moet ik bij 10 graden een dikke winterjas aan, of is een gewone jas ook voldoende
A
Hangt er van af waar je bent
B
Winterjas zeker weten
C
Ik ben stoer maakt mij niet uit
D
Een gewone jas, anders heb ik het te warm

Slide 14 - Quiz

Celsius, Fahrenheit, Kelvin


10 graden Fahrenheit = -12 graden Celsius

(Wordt veel gebruikt in Amerika)


10 Kelvin = - 263,15 graden Celsius

Slide 15 - Diapositive

Temperatuur omrekenen:

van Celsius naar Kelvin: +273
Van Kelvin naar Celsius: -273

Slide 16 - Diapositive

Andere soorten thermometers

Bimetaal

Infrarood sensor

Thermo koppel

Thermometer volgens Galileo

Slide 17 - Diapositive

Fase overgangen
Verdampen en condenseren van water


Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wolken en Neerslag
Bij verdamping van water en het deels condenseren van waterdamp kunnen wolken ontstaan.

Letop ook al is het een stralend blauwe lucht zonder een wolkje aan de hemel, dan zit er nog een beetje waterdamp in de lucht.

Slide 20 - Diapositive

Wolken en neerslag
Hoe warmer de lucht, hoe meer waterdamp de lucht kan bevatten.  meten met een hygrometer

Slide 21 - Diapositive

Relatieve vochtigheid
bij een bepaalde temperatuur kan lucht een hoeveelheid voch bevatten zonder dat daar een neerslag door ontstaat.
Dat stelt men 100 %
De gemeten vochtigheid is daar naar gemeten dus relatief 

Slide 22 - Diapositive

Dauwpunt
De temperatuur waarbij waterdamp in de lucht gaat condenseren

Slide 23 - Diapositive

Onweer
Ontstaat door stijgende warme lucht, dalemde iskristallen en waterdruppels. Wrijving langs elkaar levert spanning (van miljoenen volts)
Bliksemflits (temperatuur 30 000 K)
Donder door uitzetten en inkrimpen van lucht om de flits

Slide 24 - Diapositive

Wat moet je weten voor de toets
Luchtdruk, boven druk, onderdruk, absolute druk
Eenheid van druk
Pascal (Pa)
Atmosfeer (Atm)
Bar en Millibar (bar en mbar)
millimeter kwikdruk (mm Hg)
Pound Square Inch (PSI)

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

Temperatuur
Thermometer Stijgbuis, Reservoir en Schaalverdeling
Je moet kunnen omrekenen van Kelvin naar Celsius en v.v.
Bimetaal thermometer

Slide 27 - Diapositive

Wolken en Neerslag
Waterdamp is onzichtbaar. Bij condensatie ontstaan druppeltjes (wolken, dauw, regen)
Van waterdamp naar ijs:  Rijpen (ijskristalletjes op gras, zonder dat het vloeibaar is geweest)
Dauwpunt s de temperatuur waarbij waterdamp in de lucht condenseert (ook afhankelijk van de hoeveelheid waterdamp in de lucht)

Slide 28 - Diapositive

Onweer
Bliksemflits: Ontstaat door elektrische ontlading welke ontstaat door het wrijven van ijskristallen en waterdruppels langs elkaar

Donder: geluid ontstaat door snel uitzetten en inkrimpen van lucht langs een bliksemschicht

Slide 29 - Diapositive

Broeikas effect
Koolstofdioxide
Water
Methaan (aardgas)

Gassen "die warmte vast houden."
De gassen absorberen infra-rood straling (= warmte straling)

Slide 30 - Diapositive

Versterkt broeikas effect
Door meer CO2 te produceren (verbranden van fossiele brandstoffen) wordt het broeikaseffect versterkt

In de laatste 300 jaar is daardoor meer kooldioxide in de atmosfeer terecht gekomen.

Slide 31 - Diapositive

CO2
Kooldioxide toename in de laatste 10 eeuwen

Slide 32 - Diapositive

Andere broeikas gassen
Methaan: 
ontstaat uit mest, rottende planten en dieren resten, huishoudleijk afval

Slide 33 - Diapositive