Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Quiz De Nederlandse Opstand
Slide 1 - Diapositive
Wat stelde Karel V aan omdat hij niet overal tegelijk kon zijn?
A
Stadhouders
B
Ministers
C
Watergeuzen
D
Burgemeesters
Slide 2 - Quiz
Nederland was best groot. Karel kon niet overal tegelijk zijn. Hij stelde een stadhouder aan in ieder gewest als zijn plaatsvervanger.
Slide 3 - Diapositive
Om te controleren of het toch goed ging in de Nederlanden, riep Karel V de ......... bij elkaar.
A
Gewestelijke Staten
B
Staten-Generaal
C
Ministerraad
D
Adel
Slide 4 - Quiz
De Staten-Generaal is een bijeenkomst bestaande uit de vertegenwoordigers van de gewesten uit de Nederlanden.
Slide 5 - Diapositive
Hoe worden de mensen genoemd die kritiek hebben op de katholieke Kerk?
A
Watergeuzen
B
Vreemdelingen
C
Ketters
Slide 6 - Quiz
Een ketter is iemand die een geloofs- of levensovertuiging heeft die afwijkt van de katholieke leer.
Slide 7 - Diapositive
Welk land heerste in de 16e eeuw over de Nederlanden?
A
Het Habsburgse Rijk
B
Frankrijk
C
Engeland
D
Spanje
Slide 8 - Quiz
Het Spaanse koninkrijk heerste in de 16e eeuw over de Habsburgse Nederlanden.
Slide 9 - Diapositive
Een aantal Nederlandse edelen waren het niet eens met het bewind van Koning Filips. Ze kwamen in actie. Wat deden ze?
A
Ze startten een oorlog met de Spanjaarden
B
Ze gingen naar de landvoogdes en smeekten haar om het bewind te matigen
C
Ze vermoorden de Spaanse edellieden
D
Ze vluchtten uit de Nederlanden
Slide 10 - Quiz
De Nederlandse edelen trokken naar Margaretha van Parma en boden haar het ‘Smeekschrift der edelen’ aan. Hierin vroegen ze om de vervolging van ‘ketters’, zoals de protestanten werden genoemd, te stoppen.
Slide 11 - Diapositive
Onder het bewind van Filips was er maar één godsdienst toegestaan: het katholicisme. Protestanten waren het hier niet mee eens en hielden in het geheim protestantse diensten. Dit deden ze in velden en in schuren. Hoe heette deze diensten?
A
Veldpreken
B
Schuurkoren
C
Protesten
D
Hagenpreken
Slide 12 - Quiz
In 1566 leidde zo’n ‘hagenpreek’ tot een bestorming van een nabijgelegen klooster. Ze vernielden alle heilige beelden. Dit was het begin van de Beeldenstorm, die door de hele Nederlanden raaste.
Slide 13 - Diapositive
Hoe reageerde Filips op de Beeldenstorm?
A
Hij vond de Nederlanden niet belangrijk, dus hij laat het maar
B
Hij stuurde een nieuwe landvoogd naar de Nederlanden om de opstandelingen te bestraffen
C
Hij trok naar de Nederlanden en slachtte samen met zijn leger de protestanten af
D
Hij waarschuwde ze dat ze er mee moesten stoppen
Slide 14 - Quiz
Filips stuurde de hertog van Alva als nieuwe landvoogd naar de Nederlanden. Alva trad hard op en bestrafte de opstandelingen. Vaak met de doodstraf.
Slide 15 - Diapositive
Alva stelde een strenge rechtbank in om de opstandelingen te bestraffen. Deze rechtbank heette de ‘Raad der Beroerten’. Hoe werd deze rechtbank in de volksmond genoemd?
A
De Bloedraad
B
De Inquisitie
C
De Slachtbank van Alva
D
Het Vuurpeleton
Slide 16 - Quiz
De Raad der Beroerten werd ook wel de ‘Bloedraad’ genoemd vanwege het hoge aantal doodsvonnissen.
Slide 17 - Diapositive
Wat was de strijdnaam van de mensen die de Spanjaarden aanvielen?
A
De Beeldenstormers
B
De Hollandse Leeuwen
C
De Watergeuzen
D
Het Verzet
Slide 18 - Quiz
Watergeuzen waren tegenstanders van de Spanjaarden die zich aan het begin van de Nederlandse Opstand op zee als zeerovers ophielden en ook de kustdorpen onveilig maakten.
Slide 19 - Diapositive
Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog veroverden de ‘watergeuzen’ meerdere plaatsen, waaronder Den Briel. Wat verloor de hertog van Alva spreekwoordelijk in Den Briel?
A
De moed
B
Zijn zwaard
C
Zijn bril
D
Zijn snor
Slide 20 - Quiz
Op 1 april verloor Alva zijn bril’. Dit is een bekende uitdrukking. Het gaat over de dag waarop de watergeuzen het stadje Den Briel innamen, op 1 april 1572. Alva verloor dus niet zijn bril, maar Den Briel.
Slide 21 - Diapositive
Waar of niet waar: Tijdens de 80-jarige oorlog werd tachtig jaar lang oorlog gevoerd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Dit is niet waar. In de periode van 80 jaar werd niet continu gevochten.