Spijsverteringsstelsel 11-3-2022

Spijsvertering
de vertering van voedsel
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Spijsvertering
de vertering van voedsel

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen
de student kan na deze les:
1. uitleggen hoe het spijsverteringsstelsel werkt.
2. aanwijzen welke weg voedsel in het lichaam aflegt.
3. benoemen uit welke functies het spijsverteringsstelsel bestaat.
4. vertellen welke organen betrokken zijn in het spijsverteringsstelsel.

Slide 2 - Diapositive

welkom 
- mededelingen?
- terugblik vorige week, wat weten jullie nog over het circulatiestelsel?
- presentielijst
- opstarten Lesson-up

Slide 3 - Diapositive

E-learning gemaakt?
Tonen certificaat.
Zijn er nog vragen naar aanleiding van de E-learning?

Slide 4 - Diapositive

Wat is differentiatie? 
Differentiatie in het onderwijs is de manier waarop een leerkracht omgaat met de verschillen tussen leerlingen in de klas. Er is differentiatie als er bewust wordt omgegaan met verschillen.

Slide 5 - Diapositive

Differentiatie
Maak de 2 opdrachten, heb je het goed gemaakt? Dan mag je een aparte opdracht maken.

https://biodesk.eu/1301 
en 
de sleepvraag maken in de volgende dia. 


Slide 6 - Diapositive

Zet de onderdelen van de spijsvertering in de goede volgorde.
mond
slokdarm
maag
dunne darm
dikke darm
anus

Slide 7 - Question de remorquage

Wie had de opdrachten goed gemaakt?
- Wie had alles goed, of 80% goed gemaakt (= 3 of minder fout)?
- ga aan de slag met de differentiatie opdrachten.
- ben je klaar? Ga dan zelfstandig aan het werk. 
- na +- 20 minuten kom ik jullie weer ophalen.
- Wie had minder dan 80% goed? Die blijft zitten en volgt de theorie over het spijsverteringsstelsel
- Eind van de les volgt er een opbrengst ronde van de groep die is blijven zitten en die een opdracht zijn gaan maken.

Slide 8 - Diapositive

Video
let op! 
video kan niet geschikt zijn als je een gevoelige maag hebt

Slide 9 - Diapositive

Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 10 - Diapositive

Doel spijsvertering
Voeding wordt in het spijsverteringsstelsel verteerd --> voeding wordt opgenomen in het bloed --> het bloed vervoert de voedingsstoffen naar alle delen van het lichaam.

Slide 11 - Diapositive

kanaal/stelsel
Het spijsverteringskanaal bestaat uit de volgende onderdelen:​
​Mond en keelholte, slokdarm, maag, darmen​
​ 
Het spijsverteringsstelsel bestaat uit: ​
​Spijsverteringskanaal, lever, galblaas en alvleesklier​

Slide 12 - Diapositive

Functie:
  • Opnemen van voedsel (via de mond)
  • Voedsel fijnmaken (kauwen)
  • Voedsel vervoeren (door spierbewegingen)
  • Voedsel afbreken en verteren (door verteringssappen)
  • Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het     bloed (via de dunne darmwand)
  • Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren (via de anus)

Slide 13 - Diapositive

Mond
  • Tanden en kiezen vermalen het voedsel
  • Goed kauwen = speeksel toevoegen
    in speeksel zit amylase
  • amylase splits koolhydraten

Slide 14 - Diapositive

De tong
Functies van de tong:
  • Kauwen
  • Slikken

Achterin de mondholte begint de keelholte. 
Aan de achterkant van de tong ligt het strottenklepje dat bij het slikken naar beneden wordt geduwd zodat de luchtweg is afgesloten voor voedsel. ​
De neusholte wordt afgesloten door de huig.​

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Waar en waarmee begint de vertering van koolhydraten?
A
In de mond met speeksel
B
In de maag met maagsap
C
In de dunne darm met alvleeskliersap
D
In de twaalfvingerige darm met gal

Slide 17 - Quiz

Nadat Jessica haar thee doorgeslikt heeft, voelt ze een warm gevoel in haar borstkas. Welk onderdeel van het spijsverteringsstelsel passeert de thee? Wat is de functie van dit onderdeel en hoe werkt dit?​

Slide 18 - Question ouverte

Slokdarm
Functie slokdarm: voedsel naar de maag brengen. 

Peristaltiek zorgt voor het voedseltransport. 

slokdarm --> geen verterende functie
zetmeel wordt wel verteerd doordat de voedselbrokken vermengd zijn met speeksel uit de mond.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

De slokdarm mondt uit in de maag
A
Boven het middenrif
B
Naast het middenrif
C
Onder het middenrif
D
Ter hoogte van het middenrif

Slide 21 - Quiz

De maag
In de maag wordt het voedsel gemengd met maagsap en gekneed tot een voedselbrij.

De maag is een gespierde, elastische zak. De vorm kan van grootte veranderen.

Voedsel blijft ruim twee uur in de maag. 

Slide 22 - Diapositive

Functie de maag
  • Verder kneden en fijnmaken van voedsel dat via de slokdarm uit de mond komt;

  • afbreken van vetten en eiwitten (lipase en pepsine);

  • doden van bacteriën.

Slide 23 - Diapositive

Maagsap
Uit de maagwand komen sappen vrij, zij breken het voedsel verder af. 
Maagsap bestaat uit:
  • water en slijm
  • zoutzuur (bacteriedodend)
  • pepsine (= enzym, begint met splitsing van eiwitten)
  • proteïne  
  • lebferment (= enzym, alleen in de maag van zuigelingen) 

Slide 24 - Diapositive

Waar en waarmee begint de vertering van eiwitten?
A
In de mond met speeksel
B
In de maag met maagsap
C
In de dunne darm met alvleeskliersap
D
In de twaalfvingerige darm met gal

Slide 25 - Quiz

Hoe heet het eerste deel van de dunne darm?
A
Rectum
B
Twaalfvingerige darm
C
Blinde darm
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 26 - Quiz

Waar komt het voedsel na de maag terecht?
A
in de dunne darm
B
in de dikke darm
C
in de twaalfvingerige darm
D
in de slokdarm

Slide 27 - Quiz

Twaalfvingerige darm
De dunne darm bestaat uit drie delen​
Het eerste deel van de dunne darm heet twaalfvingerige darm 
= ca 25 cm


Slide 28 - Diapositive

Twaalfvingerige darm

Slide 29 - Diapositive

In de twaalfvingerige darm vindt het grootste deel van de vertering plaats, omdat hier de gal en het alvleeskliersap bij het voedsel komen. 

Deze sappen splitsen het voedsel in de kleinst mogelijke deeltjes (zoals aminozuren, vetzuren, glucose, fructose en galactose). Via de darmvlokken worden deze deeltjes opgenomen in de bloedvaten

Slide 30 - Diapositive

Welke darm komt er als eerste?
A
Dikke darm
B
Blinde darm
C
Dunne darm
D
Twaalfvingerige darm

Slide 31 - Quiz

Hoe lang is de twaalfvingerige darm
A
6 a 7 meter
B
1 meter
C
ca. 0,5 meter
D
ca. 25 cm

Slide 32 - Quiz

De twaalfvingerige darm is het bovenste gedeelte van de...
A
dunne darm
B
blinde darm
C
endel darm
D
dikke darm

Slide 33 - Quiz

Dunne darm
+- 5 meter lang

De binnenwand bestaat uit een slijmvlieslaag. 
  • nuchtere darm 2 m
  • kronkeldarm 3 m
Hier vindt de resorptie plaats (opnemen van de verteerde eiwitten en koolhydraten in het bloed en opnemen van vetten in de lymfevaten). ​


Slide 34 - Diapositive

Wat is de juiste volgorde van de namen van de dunne darm?
A
Kronkeldarm - nuchtere darm - twaalfvingerige darm
B
Twaalfvingerige darm - kronkel-darm - nuchtere darm
C
Kronkeldarm - twaalfvingerige darm - nuchtere darm
D
Twaalfvingerige darm - nuchtere darm - kronkeldarm

Slide 35 - Quiz

Dikke darm
Dikke darm heeft plooien maar geen darmvlokken.
Peristaltiek ​




Functie: De dikke darm stuwt onverteerde resten voort en dikt de voedselbrij in. Uitscheiding via endeldarm​ ->opening kringspier -> anus

Slide 36 - Diapositive

In welk deel van de darm wordt de voedselbrij ingedikt?
A
Dunne darm
B
Twaalfvingerige darm
C
Blinde darm
D
Dikke darm

Slide 37 - Quiz

Lever
Krijgt bloed van de aorta en poortader​
Functies:
  • Zorgt ervoor dat glucose in het bloed kan worden opgenomen.
  • Van de aminozuren maakt de lever nieuwe eiwitten die nodig zijn voor opbouw en herstel van het lichaam.​
  • Maakt gal. Dit is nodig om vet te verdelen in kleine bolletjes. De gal wordt afgevoerd via de galblaas (opslag) naar de twaalfvingerige darm.​
  • Een ontgiftende werking.

Slide 38 - Diapositive

De lever maakt gal, waar wordt dit opgeslagen?
A
lever
B
twaalfvingerige darm
C
alvleesklier
D
galblaas

Slide 39 - Quiz

Alvleesklier
​De alvleesklier maakt alvleeskliersap met enzymen voor de vertering van vetten, koolhydraten en eiwitten.

Deze worden aan de twaalfvingerige darm afgegeven.

Bovendien worden er in de eilandjes van Langerhans de hormonen insuline en glucagon gemaakt (regulatie bloedsuikerspiegel) 

Slide 40 - Diapositive

Hoe noemen we het laatste stukje darm van de spijsvertering?
A
dunne darm
B
dikke darm
C
endel darm
D
twaalfvingerige darm

Slide 41 - Quiz

De opbrengst van de les (convergeren)
- Voor de groep die opdrachten is gaan maken, wat kunnen jullie terugkoppelen naar je medestudenten?
- Voor degenen die de instructie gevolgd hebben, wat kunnen jullie terugkoppelen naar je medestudenten?
- Liggen er nog vragen die beantwoord moeten worden?

Slide 42 - Diapositive

Evaluatie 
Lesdoelen behaald?
de student kan na deze les:
1. uitleggen hoe het spijsverteringsstelsel werkt.
2. aanwijzen welke weg voedsel in het lichaam aflegt.
3. benoemen uit welke functies het spijsverteringsstelsel bestaat.
4. vertellen welke organen betrokken zijn in het spijsverteringsstelsel.

Nu toe te passen in de les van het klinisch redeneren?

tip en top over de les en het differentiëren.

Volgende les gaat over urinewegstelsel, maak de e-learning van te voren en neem je certificaat mee. 

Slide 43 - Diapositive

Wat was top aan deze les?

Slide 44 - Carte mentale

Wat kan er beter in deze les?

Slide 45 - Carte mentale