Weihnachtsquiz-klas3


Weihnachtsquiz
2024
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon


Weihnachtsquiz
2024

Slide 1 - Diapositive

Video 
  • Luister goed naar wat er in de video verteld wordt. 
  • De volgende twee vragen gaan over de video. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Was bedeutet das Wort 'Advent'?
A
Verzicht (=het onthouden, het vasten)
B
Ankunft (=de komst)
C
Warten (=wachten)
D
Vorbereitung (=voorbereiding)

Slide 4 - Quiz

Vraag uit video: Wer kümmerte (zorgen maken) sich um die Kinder aus dem Waisenhaus (weeshuis)?
A
ein Pfarrer (dominee)
B
Die Eltern
C
die Mitarbeiter
D
der Weihnachtsmann

Slide 5 - Quiz

Vraag uit video: Wanneer alle kaarsen op de adventskrans branden dan...
A
ist es Weihnachten
B
bekommen die Kinder Geschenke
C
kommt der Weihnachtsmann
D
gehen die Menschen in die Kirche

Slide 6 - Quiz

Vraag uit de video:
Waarom bedacht Johann Hinrich Wichern de adventskrans?

Slide 7 - Question ouverte

Wie viele Fenster hat ein Adventkalender?
A
12
B
20
C
24
D
4

Slide 8 - Quiz

Übersetze: ''het kerstcadeau''
A
das Weihnachtsgeschenk
B
das Kerstgeschenk
C
das Weihnachtspäckchen
D
das Christgeschenk

Slide 9 - Quiz

Wann bekommen die Kinder in Deutschland ihre Geschenke?
A
24. Dezember am Abend
B
25. Dezember am Morgen
C
25. Dezember am Abend
D
26. Dezember am Morgen

Slide 10 - Quiz

Was machen viele Deutsche an Heiligabend (24.Dezember)?
A
Spazieren (wandelen)
B
Plätzchen (koekjes) backen
C
In die Kirche gehen
D
Einkaufen gehen

Slide 11 - Quiz

Plätzchen und so: maak de juiste combinatie
Krapfen
Stollen
Weihnachtskipferl
Linzer Plätzchen
Spekulatius
Zimtsterne

Slide 12 - Question de remorquage

Welke zoete lekkernij wordt veel op kerstmarkten verkocht?
A
Glühwein-ijs
B
Glühwein-lolly's
C
Kerst-citroenen
D
Gekarameliseerde appels

Slide 13 - Quiz

Wie viele Weihnachtsmärkte gibt es in Deutschland ?
A
Mehr als 3.000 Weihnachtsmärkte
B
1500 Weihnachtsmärkte
C
1.000 Weihnachtsmärkte
D
2.000 Weihnachtsmärkte

Slide 14 - Quiz

Video 
  • Luister goed naar wat er in de video verteld wordt. 
  • De volgende vraag gaat over de video. 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Woher stammt die Tradition, Weihnachtsbäume aufzustellen (opzetten)?
A
Von den Germanen
B
Von den Griechen
C
Von den Römern
D
von den Niederländern

Slide 17 - Quiz

Womit wurden die ersten Weihnachtsbäume geschmuckt (versierd)?
A
Lebkuchen
B
Lebkuchen, nootjes, fruit
C
snoep en Lebkuchen
D
fruit, chocolade

Slide 18 - Quiz

Aus welchem Land stammt das Weihnachtslied 'Stille Nacht'?
A
Aus Deutschland
B
Aus Österreich
C
Aus England, dort heißt es 'Silent night'.
D
Aus den Niederlanden

Slide 19 - Quiz

Wähle die richtige Kombination
Weihnachtsbaum
Weihnachtskugel
die Geschenke.
der Weihnachtsmann
Kerzen
Schnee

Slide 20 - Question de remorquage

Das traditionelle Weihnachtsessen in Deutschland ist ........
A
Kartoffelsalat mit Würstchen
B
Gemüsesuppe
C
Fondue
D
Kaltes Huhn

Slide 21 - Quiz

Übersetze: Oudejaarsdag
A
Weihnachten
B
Silvester
C
Altestag
D
letzten Tag des Jahres

Slide 22 - Quiz

Übersetze (vertaal)
''Gelukkig nieuwjaar''
A
Frohe Weihnachten
B
Frohe Ostern
C
Einen guten Rutsch ins neue Jahr!
D
Frohes neues Jahr!

Slide 23 - Quiz

"guten Rutsch!"

..dat wens je elkaar in Duitsland voor het nieuwe jaar begint, meestal als je afscheid neemt en weet dat je elkaar pas in het nieuwe jaar weer ziet. Vertaald zoiets als: Glijd er goed in (in het nieuwe jaar). 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive