Oefentoets Romeinen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Deze toets gaat over de Romeinen.
Welk plaatje hoort bij dit tijdvak?

1. Plaatje 1
2. Plaatje 2
3. Plaatje 3
4. Plaatje 4

Een koninkrijk is een

1. land met een koning
2. land met een president
3. land met een keizer
4. land zonder koning

Wat is een republiek?

Wat is de Romeinse limes?

1. Een natuurlijke grens, zoals de zee
2. Een grens, die versterkt is met een fort
3. Een Romeinse soldaat
4. Een Romeins leger

Wat voor soort mensen zaten er in de senaat?

1. Rijke Romeinen
2. Belangrijke Romeinen
3. Rijke Romeinse mannen
4. Rijke en belangrijke Romeinse mannen

Welke geloven waren er allemaal in het Romeinse Rijk?

1. Christendom, Islam en geloof van Romeinen
2. Christendom, Jodendom en geloof van Grieken
3. Christendom, Jodendom en geloof van de Romeinen/Grieken
4. Hindoeïsme, Christendom en Jodendom

Leg uit wat romanisering betekent.

Noem twee voorbeelden van romanisering.

Julius Caesar was populair, toch werd hij vermoord.
1. Door wie?
2. Waarom?
3. Wanneer?

De Romeinen hadden een sterk leger.
Geef daarvoor twee redenen.

Noem twee oorzaken voor de groei van het Romeinse rijk.

In welk antwoord staat de goede volgorde van bestuursvormen die het Romeinse rijk heeft gehad?

1. monarchie – keizerrijk – republiek
2. Republiek – monarchie – keizerrijk
3. keizerrijk – republiek – monarchie
4. monarchie – republiek – keizerrijk

In het Romeinse rijk waren de sociale verschillen.......

1. ....te verwaarlozen, vanwege de vele mogelijkheden te stijgen in de sociale piramide.
2. ....tussen bevolkingsgroepen groot, omdat een kleine groep het meeste geld verdiende.
3. ....tussen bevolkingsgroepen klein, omdat de rijkdom over alle lagen van de bevolking was verdeeld.
4. ....zeer groot, omdat de keizer hoge belastingen eiste van iedereen.

Leg uit hoe Julius Caesar als generaal zoveel macht kon krijgen. Gebruik in je antwoord de woorden: Senaat / dictator / veroveringen

Wie of wat ben ik?

Sleep het antwoord naar de juiste omschrijving.

Ik zorg ervoor dat de legertroepen zich vlot kunnen verplaatsen binnen het Romeinse rijk.

Ik ben het centrale plein! Ze noemen mij ook het hart van de stad

thermen

heerbanen

theater

aquaduct

suburba

forum

Het Colosseum is een ...

1. theater
2. circus
3. amfitheater
4. school

Spektakels hielden het volk van de straat en het uitdelen van voedsel zorgde voor minder honger bij de stadsbevolking. Wat is de naam voor het evenement dat de keizer organiseerde om zijn volk gunstig te stemmen?

Wie of wat ben ik?

Sleep het antwoord naar de juiste omschrijving.

Ik ben een beroepsvechter maar ook een slaaf

Ik ben arm, ik heb geen werk en geen bezit

Ik ben een rijke Romein, ik woon in een villa

Ik was eerst een slaaf, maar nu ben ik vrij. Ik heb geen rechten, maar mijn kinderen wel.

Ik ben een van de leiders van de senaat

Vrijgelatene

Gladiator

Consul

Patriciër

Proletariër