Vrijdag 5 juni 2F (Anne Frank)

Lesplanning Vrijdag 2F
Lesdoel; Aan het einde van de les:
- Weet je welke gevolgen de Duitse bezetting had op de Nederlandse samenleving.
- ken je het verhaal van Anne Frank en weet je hoe het voor Joodse mensen was om onder te duiken.


  • Klassikaal uitleg basis 5
  • Kijkopdracht Anne Frank
  • Huiswerk nakijken
  • Lees blz. 96 hb en maak opdr. 1 en 2 blz. 68. --> Huiswerk
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lesplanning Vrijdag 2F
Lesdoel; Aan het einde van de les:
- Weet je welke gevolgen de Duitse bezetting had op de Nederlandse samenleving.
- ken je het verhaal van Anne Frank en weet je hoe het voor Joodse mensen was om onder te duiken.


  • Klassikaal uitleg basis 5
  • Kijkopdracht Anne Frank
  • Huiswerk nakijken
  • Lees blz. 96 hb en maak opdr. 1 en 2 blz. 68. --> Huiswerk

Slide 1 - Diapositive

10 mei 1940: Oorlog in Nederland
Nazi-Duitsland valt Nederland binnen.
Nederland houdt het 5 dagen vol. Op 14 mei wordt Rotterdam gebombardeerd door de Duitsers. Daarna geeft de Nederlandse regering zich over.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

De regering
Koningin Wilhelmina en de regering vluchten naar Londen, Ze zijn in ballingschap.

De Nederlandse koloniën worden nog niet veroverd. Zij vechten nog mee voor Nederland.

Slide 4 - Diapositive

Duits bestuur in Nederland
De Duitsers hebben de totale controle in Nederland. De NSB (Nationaal-Socialistische Beweging) van Anton Mussert collaboreert met de bezetter. Zij leveren bijvoorbeeld nieuwe burgemeesters voor de gemeenten, en ze werven rekruten voor het Duitse leger.

Slide 5 - Diapositive

Leven onder Duits bestuur
Collaboratie, Accommodatie en verzet.

Collaboratie: Samenwerking met de Duitsers.
Accommodatie: proberen door te gaan met het 'normale' leven
Verzet: actief strijden tegen de Duitsers.
Het overgrote deel van de Nederlanders koos voor Accommodatie.

Slide 6 - Diapositive

'Goede' behandeling van Nederlanders
De Duitse nazi's zagen de Nederlanders als een broedervolk. Ze lijken op Duitsers en de taal lijkt er een beetje op. Nederlanders worden over het algemeen dus niet als vijanden beschouwd. Nederlanders worden vaak wat meer met rust gelaten dan andere bezette volken.

Slide 7 - Diapositive

Hongerwinter
In de winter van 1944 en 1945 is het Zuiden van Nederland al bevrijd. In het Noorden zijn de Duitsers nog de baas. In Noord-Nederland nemen de Duitsers  het weinige voedsel dat er is in beslag. In de hongerwinter komen uiteindelijk meer dan 20.000 Nederlanders om het leven. Veel mensen weten te overleven door bijvoorbeeld huisdieren en bloembollen te eten.

Slide 8 - Diapositive

Westerbork
Ook in Nederland worden jodenkampen gebouwd. De meest bekende is kamp Westerbork. Vanuit hier worden duizenden Joden naar andere concentratiekampen gebracht. Het doel van dit kamp was dus het doorvoeren van de Joden naar andere kampen in bijvoorbeeld Duitsland of Polen. Daar werden de meeste Joden vermoord. (vernietigingskampen)

Slide 9 - Diapositive

Anne Frank
Misschien wel het meest bekende slachtoffer van de Holocaust ter wereld. Anne Frank moet ook naar Westerbork en wordt daarna vervoerd naar Auschwitz in Polen.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Anne Frank woont in Nederland in
A
Amersfoort
B
Arnhem
C
Amsterdam

Slide 12 - Quiz

Anne Frank is geboren in:
A
Amerika
B
Nederland
C
Duitsland
D
Belgie

Slide 13 - Quiz

Hoe heette de vader van Anne Frank
A
Johan
B
Olaf
C
Otto
D
Joris

Slide 14 - Quiz

Waarom moesten Anne Frank en haar familie onderduiken?

Slide 15 - Question ouverte

Anne Frank heeft
A
1 zus
B
2 zussen
C
1 broer en 1 zus

Slide 16 - Quiz

Hoe heet de poes van Anne die ze moet achterlaten?
A
Loes
B
Jopie
C
Moortje
D
Puck

Slide 17 - Quiz

Naar wie schrijft Anne haar brieven in het dagboek
A
Lieve Lotte
B
Lieve Kitty
C
Lieve Mandy

Slide 18 - Quiz

Waarom is het achterhuis zo'n goede schuilplaats?
A
Niemand kan aan de voorkant zien dat erachter nog een huis is.
B
Het is goed geïsoleerd.
C
Op geen enkele kaart stond het achterhuis weergegeven.
D
Aan de voorkant leek het los van elkaar te staan.

Slide 19 - Quiz

Waar werd de ingang van het achterhuis mee verdoezeld?

Slide 20 - Question ouverte

De Joden

In 1940 verliest Nederland de oorlog van Duitsland. De duitsers willen weten wie er allemaal joods zijn. Dit zetten ze in grote boeken. De joden krijgen een ster op en mogen niet zoveel dingen meer doen. Bijvoorbeeld ze mogen niet meer naar de bioscoop en naar het zwembad. Na een tijdje wordt het steeds erger en de Duitsers beginnen met het oppakken van de joden.


Slide 21 - Diapositive

Hoe kon je zien of iemand een Jood was
A
een zon op de kleding
B
een maan op de kleding
C
een ster op de kleding

Slide 22 - Quiz

Wanneer heeft Nederland zich overgegeven aan Duitsland?
A
1980
B
1940
C
1922

Slide 23 - Quiz

Onderduiken

In de zomer van 1942 krijgen de ouders van Anne een brief. Margot moet zich melden en naar een werkkamp.

Ze vertrekken naar het achterhuis. Het gezin duikt hier onder met nog een gezin.



Slide 24 - Diapositive

Het achterhuis
Het gezin woont een hele tijd in het achterhuis. Anne houdt haar dagboek bij, ze schrijft daarin naar Kitty. Het boek is haar geheim. Overdag moet het gezin stil zijn. Niemand mag hun horen.

Slide 25 - Diapositive

De inval

Op 4 augustus 1944 komen de duitsers Anne en haar familie ophalen. Niemand weet wie ze verraden heeft.

De familie wordt afgevoerd naar een Duits concentratiekamp.

Alleen de vader van Anne overleefd de oorlog.

Als hij terug komt dan vindt hij het dagboek.  

Slide 26 - Diapositive

In welk jaar komen de Duitsers Anne ophalen
A
1942
B
1940
C
1945
D
1944

Slide 27 - Quiz

Noteer in 4 kernwoorden hoe het jouw lijkt om net als Anne ondergedoken te moeten zitten.

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Huiswerk: Maak opdracht 1 en 2 op bladzijde 68 van je werkboek.

Slide 32 - Diapositive