LJ1: 6.1 Grammar - LJ2: 6.1 Vocabulary & express yourself.

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Engels Hoofdstuk: 6 Holidays, lesson 1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

LJ1: Pak je boek van Engels en open deze op blz 94.

LJ2: Pak je boek open op blz. 99. Je maakt zelfstandig opdracht 5 + 6 op blz. 99 en je maakt opdracht 9 op blz. 102/103. 

--> Ben je klaar, dan kijk je het werk na en hierna ga je leren voor de woordjes van 6.1 op Quizlet of via een woordzoeker. 

2. Lesdoel

Aan het einde van de les:

- kun je de grammar over vergelijken toepassen;

- kun je de grammar over should/shouldn't toepassen;

- kun je de grammar van de present simple toepassen.

Leergebiedoverstijgend doel:

Plannen en organiseren

- Neem in je agenda op wat je de komende week moet leren

- Pas je planning aan (indien nodig) voor de andere helft van de week

3. Arrangementen

Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger): Krystian, Jessica, Gijs, Jochem & Jamie. 

Je maakt opdracht 10 t/m 14 op blz. 94 t/m 97. 

De rest doet mee met de mini-check!

welke is correct?

1. small-smaller-smallest
2. smal-smaller-smallest
3. smal-smaler-smalest
4. smaller-smallest-small

1. Should
2. Shouldn't

This chicken smells horrible.

1. You should eat that.
2. You shouldn't eat that.

Present simple
He ..... (to call)

1. call
2. calls

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.

1. visit
2. visits

Wie maakt wat?

Had je 4/5 vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 10 t/m 14 op blz 94 t/m 97.

De rest doet mee met de instructie. 

Giving advice

should/shouldn't + verb

Are you hungry? You should eat something.

Bevestigen

You shouldn't eat unhealthy snacks.

Negatief/afraden

Should I ask her to come with me? Yes, you should.

Vragend

Present Simple

Wat weet je nog over de Present Simple?

Present Simple = Tegenwoordige Tijd

we praten

jullie schrijven

zij studeren

we talk

you write

they study

Present Simple = Tegenwoordige Tijd

ik fiets

jij loopt

hij eet

zij bevriest

het draagt

I cycle

you walk

he eatS

she freezES

it carrIES

SHIT

She

He

IT

bij He/She/IT 

werkwoord

werkwoord eindigend op S-klank

werkwoord eindigend op medeklinker Y

-S

-ES

-IES

-y -S of -IES?

Als een werkwoord eindigt op medeklinker -y

carry

study

hurry

cry

carrIES

studIES

hurrIES

crIES

Als een werkwoord eindigt op een klinker -y

play

buy

playS

buyS

6. Zelfstandig werken

LJ1: Je maakt zelfstandig opdracht 10 t/m 14 op blz 94 t/m 97

LJ2: Je maakt zelfstandig opdracht 5 + 6 op blz. 99 en opdracht 9 op blz. 102/103. 

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna kun een woordzoeker van 6.1 maken of de woordjes oefenen via Quizlet. 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je de grammar over vergelijken toepassen?

- kun je de grammar over should/shouldn't toepassen?

- kun je de grammar van de present simple toepassen?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Maandag 19 juni

6.1 opdracht 10 t/m 14 

Huiswerk LJ2: 

Maandag 19 juni

6.1 opdracht 5, 6 en 9

Toetsen LJ1: 

Toetsen LJ2: