Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
SMART doelen
Smart doelen
Hoe maak je ze?
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Smart doelen
Hoe maak je ze?
Slide 1 - Diapositive
Wat weten jullie al van SMART doelen?
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Vidéo
Waarom een SMART-doel?
Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaald
Je kan controleren of je het doel hebt behaald
Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)
Slide 4 - Diapositive
Belangrijkste regel
Het doel moet specifiek zijn
''Waarom is meer sporten of meer afvallen geen specifiek doel?''
Slide 5 - Diapositive
S
pecifiek
Voorkomen dat het doel vaag is.
Wat moet ik doen om dit doen te behalen?
Wat wil je bereiken?
Wie zijn erbij betrokken?
Waar ga je het doel uitvoeren?
Is het een concreet doel?
Waarom wil je dit doel bereiken?
Slide 6 - Diapositive
M
eetbaar
Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt?
Je doel moet meetbaar zijn.
Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s.
Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.
Slide 7 - Diapositive
A
cceptabel
Sluit het doel aan bij de opdracht?
Je weet waarom je het doel wilt bereiken
Slide 8 - Diapositive
R
ealistisch
Is het doel haalbaar?
Niet te moeilijk en niet te makkelijk
Slide 9 - Diapositive
T
ijdgebonden
Wat is de periode dat het doel gerealiseerd moet zijn?
Wanneer ben je klaar?
Wanneer is het doel behaald?
Slide 10 - Diapositive
Door elke dag een uurtje te fietsen wil ik na 10 weken 2,5 kilo afvallen.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd
Slide 11 - Quiz
Kind N. wil tijdens het ontbijt voldoende eten.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd
Slide 12 - Quiz
Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?
A
Dat is slimmer
B
Om te checken of ze behaald zijn
C
Het staat mooier
D
Om tussentijds te checken of je de goede dingen doet
Slide 13 - Quiz
Kind J. wil in de komende 2 maanden iedere dag 2 ons groenten en 2 stuks fruit eten.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd
Slide 14 - Quiz
Geef een voorbeeld van een SMART doel
Slide 15 - Question ouverte
Waar staat de afkorting SMART voor?
Slide 16 - Question ouverte
TIPS
Niet toepassen:
meer
beter
Wel toepassen:
Ik kan
Ik weet
Ik ben
Ik wil
Slide 17 - Diapositive
Welk doel probeer jij te bereiken op je BPV?
Slide 18 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
SMART doelen
Janvier 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Welzijn
MBO
Studiejaar 2
SMART doelen
Janvier 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Welzijn
MBO
Studiejaar 2
SMART doelen
Novembre 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Welzijn
MBO
Studiejaar 2
SMART doelen
Mai 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Welzijn
MBO
Studiejaar 2
SMART doelen
Décembre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Welzijn
MBO
Studiejaar 2
SMART doelen
Novembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Welzijn
MBO
Studiejaar 2
SMART doelen
Mars 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1
SMART doelen
Avril 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Welzijn
MBO
Studiejaar 2