17.1 DNA in je cellen

Nectar 17.1 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Nectar 17.1 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

- beschrijven hoe is DNA opgebouwd: inclusief 3' en 5'
- bouw en functie van verschillende soorten DNA en RNA kunnen beschrijven
- beschrijven hoe DNA zit verpakt in de cellen (histonen)
- wat zijn STR's en hoe worden ze gebruikt bij verwantschapsanalyse?



Slide 2 - Diapositive

Eerst even herhalen
(sla dit deel over als je de herhalingsvragen over de cel goed hebt gemaakt)

Slide 3 - Diapositive

van organisme naar adenine

Slide 4 - Diapositive

DNA buiten de celkern: 
  • mitochondriën
  • chloroplasten
  • plasmiden (bacterie)

Slide 5 - Diapositive

Histonen en DNA

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

DNA is een lange keten van nucleotiden

Slide 9 - Diapositive

nucleotide = bouwsteen DNA

Slide 10 - Diapositive

Bouw nucleotide

Slide 11 - Diapositive

Oriëntatie: Elke streng heeft een 3'-kant en een 5'-kant. De 3'-kant is de kant waar de streng eindigt met de suiker (er komt een vrij OH-groep), de 5'-kant is de kant die eindigt met de fosfaatgroep
DNA-
molecuul

Slide 12 - Diapositive

En dan naar 6V 17.1
Tip: Let vooral op de verschillen met de 4V stof
Bestudeer 17.1 en gebruik de volgende dia's als ondersteuning.

Slide 13 - Diapositive

Genoom
DNA bevat genen: coderend DNA.
Elk gen codeert voor 1 eiwit m.b.v. de volgorde van A, T, C en G.
Daarnaast bevat DNA veel niet-coderend DNA (bijna 98%)
Functie: template voor het maken van rRNA of tRNA en het aan- en uitzetten van genen.

Slide 14 - Diapositive

Buiten de kern heb je ook DNA in de mitochondriën.
mtDNA
Hierop staan genen voor eiwitten die betrokken zijn bij de dissimilatie (in mitochondria) en verschillende typen RNA die betrokken zijn bij de translatie (paragraaf 17.3).
MtDNA erft voornamelijk via de moeder over.
Waarom?

Slide 15 - Diapositive

mtDNA
Mitochondriën overgedragen via moeder (bijna altijd)

steeds meer mutaties in de tijd
=
moleculaire klok

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Hoe wordt mtDNA doorgegeven aan nakomelingen?
A
via de vader
B
via de moeder
C
willekeurig
D
via beide ouders

Slide 18 - Quiz

Waarom is mtDNA handig voor stamboomonderzoek?
A
het verandert weinig in de loop der tijd
B
het is alleen bij mannen aanwezig
C
het wordt alleen doorgegeven aan dochters
D
het verandert veel in de loop der tijd

Slide 19 - Quiz

t-RNA
De volgende informatie gaat over t-RNA. Dit is nodig bij de eiwitsynthese. 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Waar ligt de genetische code voor
tRNA in het celplasma?
A
mt DNA
B
c DNA
C
mt DNA en c DNA

Slide 22 - Quiz

Short tandem repeats
- Stukken niet-coderend DNA
- Bestaan uit een aantal herhalingen
- Door het aantal herhaling op een plek te bepalen, kan van elk persoon een genetisch profiel worden gemaakt. Wordt gebruikt voor verwantschap vast te stellen.


Slide 23 - Diapositive

BRON 3
Waarom heeft
een individu
twee herhalingen
voor 1 locus?

Slide 24 - Diapositive

Bij bron 3: Welke combinatie kan een zoon niet hebben?
A
D7S280 8/9
B
D7S280 9/12

Slide 25 - Quiz

Hoe worden STR's gebruikt bij verwantschapsanalyse?
A
Door het vergelijken van de bloedgroep tussen individuen
B
Door het vergelijken van de kleur van de ogen tussen individuen
C
Door het vergelijken van het aantal herhalingen tussen individuen
D
Door het vergelijken van de lengte van het DNA tussen individuen

Slide 26 - Quiz

Welke onderwerpen waren nieuw?

Slide 27 - Question ouverte

Welk onderwerp wil je de volgende les bespreken?

Slide 28 - Question ouverte

Extra uitlegvideo's
Vind je het lastig? Bekijk dan nog een extra uitlegvideo.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

een populaire manier om DNA aan de man /vrouw te brengen ;)  Dwdd

kan je zelf naar keuze bekijken

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo