Littérature 5V: Lumières (+révision Classicisme)

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lumières : Wat moet je kunnen / kennen?
  1. Verband leggen tussen Franse literaire teksten en de tijd waarin ze zijn ontstaan;
  2. Waarom wordt deze periode le siècle des Lumières genoemd?
  3. Wat zijn belangrijke kenmerken van de siècle des Lumières?
  4. Wie waren bekende schrijvers en wat zijn bekende werken?
  5. Een overzicht geven van de hoofdlijnen van deze periode.

Slide 2 - Diapositive

Waar staat de term 'Lumières' symbool voor?
A
het verstand
B
gelijkheid
C
de onwetendheid
D
vrijheid

Slide 3 - Quiz

Wat is de Nederlandse term voor de periode 'Les Lumières'?

Slide 4 - Question ouverte

Waarom wordt de 18e eeuw ook wel 'Lumières/Verlichting' genoemd?

Slide 5 - Question ouverte

Les Lumières (ca. 1715 - 1793)
  • Periode die volgt op het Classicisme
  • Dood van Louis XIV → ruimte voor revolutionaire ideeën in de literatuur
  • Vertrouwen in het menselijk verstand
  • Kerk & staat vs wetenschap → empirisch bewijs
  • Filosofen & schrijvers streven naar vrijheid van meningsuiting, tolerantie & gelijkheid

Slide 6 - Diapositive

Les Lumières (ca. 1715 - 1793)
  • La société : Kritiek | Rationalisme | Verlichting | Uitvindingen | Filosofie | Revolutie | Guillotine
  • Les arts : l'architecture | la musique | les arts plastiques
  • La littérature : Écrivains-philosophes | contes philosophiques | dialogues philosophiques | le drame bourgeois

Slide 7 - Diapositive

La société - 18e eeuw
  • 1715 : Louis XIV sterft; Louis XV is 5jr en totdat hij volwassen is, regeert Philippe d'Orléans 
  • Monarchie absolue staat ter discussie
  • Razendsnelle ontwikkeling van de wetenschap -> uitvindingen
  • Rationalisme: eigen waarneming i.p.v. geloof en gezag
  • Verlichting: geloof in verstand van de mens en vooruitgang
  • 1789 : Bestorming van de Bastille en het begin van de Franse revolutie...
  • 1793: Louis XVI & Marie-Antoinette guillotine

Slide 8 - Diapositive

Les arts

  • L'architecture : Classicistische stijl, interieur verfijnder. Rococo stijl: golvende lijnen, bloemen, slingers
  • La musique: Frankrijk: Jean-Philippe Rameau 
  • Les arts plastiques: Elegant, luchtig & ondeugend Scènes galantes. Jean-Honoré Fragonard, François Boucher (hofschilder LXV) & Élisabeth Vigée Le Brun

Slide 9 - Diapositive

La Littérature
Classicisme → promoten imago koning 
Lumières → uiting revolutionaire ideeën :
  • Écrivains-philosophes : schrijvers die ook filosofen waren. Ze leverden kritiek op de maatschappelijke misstanden vaak mbv ironie. Geloofden dat er een betere maatschappij mogelijk was met gelijke rechten, kansen en plichten voor iedereen.
  • Contes philosophiques : doel: onder mom van een sprookje gebeurtenissen beschrijven die wreed zijn en niet zouden moeten bestaan, dus verkapte maatschappijkritiek leveren.

Slide 10 - Diapositive

La Littérature
Bekende écrivains-philosophes uit de Verlichting"
  • (Locke)
  • Voltaire
  • Rousseau
  • Diderot

Slide 11 - Diapositive

Voltaire
Denis Diderot
Jean-Jacques
Rousseau
Pierre Augustin Caron de Beaumarchais
Le mariage de Figaro
Encyclopédie
Candide ou l'Optimisme
Emile ou de l'éducation
Du contrat social
Il faut cultiver notre jardin
Voyage en Hollande

Slide 12 - Question de remorquage

Le siècle des Lumières 
La Révolution française: grote armoede + burgerij wilde in de regering + ideeen écrivains-philosophes --> 1789 bestorming van de Bastille (Bastille was het symbool van macht van de koning). 
  • 1792 Koning Louis XVI werd afgezet
  • 1793 Louis XVI & Marie Antoinette --> guillotine
  • Liberté, égalité, fraternité (Rousseau)
  • Il faut cultiver notre jardin (Voltaire)


Slide 13 - Diapositive

Waarmee drijft Voltaire de spot in zijn bekendste boek? Noem de titel.

Slide 14 - Question ouverte

Met welk doel schreef Voltaire zijn conte philosophique 'Candide'?

Slide 15 - Question ouverte

Candide zegt: 'Il faut cultiver notre jardin'. Wat bedoelt hij hiermee?

Slide 16 - Question ouverte

Van welk werk van Rousseau hebben wij een fragment gelezen?

Slide 17 - Question ouverte

Met welk doel heeft Rousseau 'Du contrat social geschreven'?

Slide 18 - Question ouverte

Révision Classicisme
  • La société : 17e = le grand siècle | l'État c'est moi
  • Les arts : l'architecture | la musique | les arts plastiques
  • La littérature : tragédie : Pierre Corneille & Jean Racine | comédie : Molière | fables : Jean de la Fontaine

Slide 19 - Diapositive

Waar moesten de toneelstukken
uit het Classicisme aan voldoen?

Slide 20 - Carte mentale

Welke bekende tragédie schrijvers ken je?

Slide 21 - Question ouverte

Hoe heet de bekendste comédie schrijver en wat kenmerkte hem?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is een van de meest hilarische en bekendste comédie-ballets van Molière?

Slide 23 - Question ouverte

Welk classicistisch genre ken je nog meer? Geef minimaal 2 kenmerken van dit genre.

Slide 24 - Question ouverte

Wat is de meest bekende fabel auteur uit de 17e eeuw. Geef een titel van een van zijn bekendste fabels.

Slide 25 - Question ouverte