1KB B34 herhalen spelling over taal grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom

Voorbereiding bloktoets blok 3 en 4

Deze les:

Herhalen we blok 3 en 4 over taal, spelling en grammatica

Figuurlijk taalgebruik

Ze kookt van woede.

1. Figuurlijk taalgebruik
2. Letterlijk taalgebruik

In onze tuin staat de hoogste boom van de buurt.

1. Figuurlijk taalgebruik
2. Letterlijk taalgebruik

Het schilderij springt van het doek.

1. Letterlijk taalgebruik
2. Figuurlijk taalgebruik

Het zit hen allemaal mee.

1. Letterlijk taalgebruik
2. Figuurlijk taalgebruik

De toekomst lacht ons tegemoet.

1. Letterlijk taalgebruik
2. Figuurlijk taalgebruik

Aan de slag

Zelftoetsen blok 3 en 4:

- Spelling;

- Grammatica;

- Over Taal;

- Lezen.

Bijspijkeren:

- Grammatica (par. 3.5 t/m 4.5);

- Spelling (par. 3.9 t/m 4.10);

- Over taal (par. 3.10 en 3.11);

- Lezen (3.12 t/m 4.14).

Klaar? Quizlets oefenen

Links naar quizlet

Blok 3 schooltaalwoorden

Blok 3 woorden uit teksten

Blok 4 schooltaalwoorden

Blok 4 woorden uit teksten

Spelling

Zijn de volgende werkwoorden klankveranderend of klankvast?

klikken

1. klankvast
2. klankveranderend

klinken

1. klankvast
2. klankveranderend

verbuigen

1. klankvast
2. klankveranderend

draven

1. klankvast
2. klankveranderend

Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in.
Het toegestroomde publiek ... (staan) met vlaggetjes te zwaaien.

Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in.
De natte jassen ... (liggen) op de verwarming te drogen.

Voltooid deelwoord

Eindigt het vdw op een -t klank? 

Gebruik het Xtc koffieshopje ('t Ex kofschip/ fokschaap)

om te kijken of het een d of een t is. 

Vul het voltooid deelwoord in.

Heb je haar sms’jes niet ... (beantwoorden)?

Vul het voltooid deelwoord in.

Ik heb de bloemen op tafel ... (zetten).

Grammatica

Maak de zin langer door één of twee stukjes toe te voegen.
Mijn ouders tennissen … (wanneer?) … (waar?)

Maak de zin langer door één of twee stukjes toe te voegen.
De zon schijnt ... (wanneer?) … (waar?)

Maak de zin langer door één of twee stukjes toe te voegen.

Mijn moeder – wat gebeurt er? – wanneer? – een pizza.

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Welke drie lidwoorden zijn er?

Aan de slag

Leer de theorie en maak af:

• Zelftoetsen blok 3 en 4:
  
• - Spelling;
  
• - Grammatica;
  
• - Over Taal;
  
• - Lezen.
  
• Bijspijkeren:
  
• - Grammatica (par. 3.5 t/m 4.5);
  
• - Spelling (par. 3.9 t/m 4.10);
  
• - Over taal (par. 3.10 en 3.11);
  
• - Lezen (3.12 t/m 4.14).
  
• 
  

Klaar?

Bijspijkeren spelling en over taal

Succes morgen!!