13.3 Arbeid en vermogen

Hst 13.3 Arbeid en vermogen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hst 13.3 Arbeid en vermogen

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen
je leert
  • wat arbeid inhoudt
  • hoe je arbeid kunt berekenen
  • hoe je het vermogen met de arbeid kunt berekenen


Slide 2 - Diapositive

Kracht en Arbeid


Arbeid (symbool W van "Work") vertelt je hoeveel moeite je moet doen om een voorwerp te verplaatsen. 

Die "moeite" is een vorm van energie
W= F x s

Slide 3 - Diapositive

Formule van Arbeid
W= F x s
waarbij:
F= m x a of m x g

s = de afstand die je aflegt of 
       de afstand waarbij een 
       voertuig indeukt

Slide 4 - Diapositive

Arbeid
Als je spullen naar boven sjouwt, kost dat.....
MEER/MINDER moeite als het zwaarder is
MEER/MINDER moeite als ik hoger moet

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Newtonmeter en Joule
De eenheid van Arbeid is Nm 
(staat voor Newton x meter = kracht x afstand )

Elke Joule die nuttig gebruikt wordt is 1 Newtonmeter arbeid. 

1 Nm = 1 J
1J = 1 Nm

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

ARBEID
= maat voor de hoeveelheid werk die door een krachtbron verricht wordt op een massa.

Arbeid is de energie die nodig is om een kracht iets te laten verplaatsen.



Slide 9 - Diapositive

Versnelling
versnelling = snelheidsverandering / tijdsverandering





a=(Δt)(Δv)

Slide 10 - Diapositive

Versnelling


 = resultante kracht (N)
m = massa (kg)
a = versnelling (m/s2)
Fres=ma
Fres

Slide 11 - Diapositive

Katrollen & hefbomen
Wat je wint aan kracht, 
verlies je aan afstand. 

Slide 12 - Diapositive

(elektrisch)
Vermogen

P = U x I 
P = vermogen in W
U = spanning in V
I = stroomsterkte in A

Slide 13 - Diapositive

Vermogen (arbeid) 
P = W / t

P = vermogen in W
W = arbeid in Nm (of J)
t = tijd s 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

De resultante kracht is
A
60 N
B
140 N
C
100 N
D
40 N

Slide 16 - Quiz

Hoeveel arbeid lever je als je een kist van 5 kg 2 meter optilt?
gebruik
g=10s2m
Fz=mg
A
2,5 Nm
B
50 Nm
C
10 Nm
D
100 Nm

Slide 17 - Quiz

Noem een voorbeeld van een tegenwerkende kracht.

Slide 18 - Question ouverte

Kan een persoon met een
kracht van 50N dit blok
van 10kg optillen?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

lesdoelen gehaald?
je weet nu
  • wat arbeid inhoudt
  • hoe je arbeid kunt berekenen
  • hoe je het vermogen met de arbeid kunt berekenen
  • hoe je het elektrisch vermogen kunt berekenen


Slide 20 - Diapositive

  1. Kracht en arbeid
1 Bestudeer het filmpje arbeid grasmaaien om te rekenen met de formule voor arbeid.
2 Bestudeer het filmpje Arbeid katrollen en takels om de te rekenen met arbeid bij een katrol en takel
3 Bestudeer het filmpje Arbeid langs helling om te begrijpen hoe je de arbeid langs een helling kan berekenen.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

2 Bekijk het filmpje traagheid om dit begrip aan de hand van een omvallende beker koffie te begrijpen. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo