4.1 Monniken verspreiden het geloof

Het leven in een klooster 4.1
3 dia's met aantekeningen!
Hoe zorgden monniken voor de verspreiding van het christendom en hoe leefden ze?
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Het leven in een klooster 4.1
3 dia's met aantekeningen!
Hoe zorgden monniken voor de verspreiding van het christendom en hoe leefden ze?

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Tijdens de Romeinse Tijd werd het Christendom een staatsgodsdienst.
Hoe ontwikkelt het Christendom zich verder?

Aan het einde van de les ...
  1. Kan je uitleggen wat kloosters zijn en waarom monniken en nonnen kiezen om in kloosters te gaan wonen.
  2. Kan je uitleggen hoe het leven in het klooster eruitzag.
  3. Kan je het begrip standensamenleving uitleggen.

Slide 2 - Diapositive

Kloosterleven
  • Sommige strenge gelovigen gingen in een klooster leven om helemaal te focussen op het geloof (monniken en nonnen).
  • 8 uur bidden, 8 uur werken, 8 uur slapen (ora et labora).
  • Werk: verzorgen van zieken en armen, overschrijven van oude teksten.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Slide 5 - Vidéo

Missionaris
  • Geestelijke die het geloof wil verspreiden. Andere mensen kerstenen (=bekeren).
  • 2 belangrijke missionarissen = Willibrord en Bonifatius.


  • Volgende week meer over deze mannen!
Geestelijke = belangrijk figuur in de kerk.
Kerstenen = Christelijk maken, bekeren tot het Christelijke geloof.

Een Missionaris wordt ook wel zendeling genoemd. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Standensamenleving
  • De samenleving was opgedeeld in 3 standen (lagen).
  • Ze dachten dat God dit wilde. Dat 
  • 1e = geestelijkheid
  • 2e = adel
  • 3e = 'de rest'

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Volgende les




4.1: Het spannende verhaal van Bonifatius en de Friezen...

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk
Jij gaat als monnik of non in een klooster wonen en je familie verlaten.
Na een aantal maanden leven in het klooster schrijf je een brief aan je familie over hoe je leven eruit ziet.
In de brief zit het volgende:
  • Waarom ben je monnik/non geworden?
  • Wat doe je op een dag? Wat is je werk, hoe vaak moet je bidden, etc.
  • Wat mag je wel en niet doen? Regels uit het klooster.
  • Vertel ook iets over de nieuwe missionaris in het klooster.

Slide 11 - Diapositive

Schrijf iets op wat je hebt geleerd en iets wat je nog moeilijk vond.

Slide 12 - Question ouverte