Oefenen voor H. 2

Oefenen voor H. 2
Let op, dit zijn vooral reproductievragen. 
Ga in je digitale pakket ook nog zoveel mogelijk oefenen met de opdrachten, boxen en de oefentoets!
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oefenen voor H. 2
Let op, dit zijn vooral reproductievragen. 
Ga in je digitale pakket ook nog zoveel mogelijk oefenen met de opdrachten, boxen en de oefentoets!

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel mensen telt de wereldbevolking (ongeveer)?
A
5,5 miljard
B
6,5 miljard
C
7,5 miljard
D
8,5 miljard

Slide 2 - Quiz

Hoeveel mensen woonden er 100 jaar geleden op de wereld?
A
2 miljard
B
3 miljard
C
4 miljard
D
5 miljard

Slide 3 - Quiz

In welk land wonen de meeste mensen?
A
India
B
VS
C
China
D
Zuid-Afrika

Slide 4 - Quiz

In welk werelddeel groeit de bevolking het snelste?
A
Europa
B
Noord-Amerika
C
Afrika
D
Zuid-Amerika

Slide 5 - Quiz

In wat voor "soort" gebieden verwacht je veel mensen.

Slide 6 - Carte mentale

Groeit de wereldbevolking?
A
Ja, erg snel
B
Ja, maar niet zo snel
C
Nee, die neemt af
D
Nee, die blijft gelijk.

Slide 7 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij
A
Politieke reden
B
Oorlog
C
Arbeidsmigrant
D
Bedreiging

Slide 8 - Quiz

Welke reden hoort er niet bij
A
Werk
B
Mooi weer
C
Oorlog
D
Familie in de buurt

Slide 9 - Quiz

Welk land hoort er niet bij
A
Nederland
B
Canada
C
Zuid-Afrika
D
Syrië

Slide 10 - Quiz

Wat zijn redenen om te verhuizen?

Slide 11 - Carte mentale

Klimaat
Cultuur
Voorzie-ningen
Natuur

Slide 12 - Question de remorquage

Klimaat
Cultuur
Voorzie-ningen
Natuur

Slide 13 - Question de remorquage

Zet de volgende begrippen op de juiste plaatsen in bron 15:
immigratie
herkomstland
multiculturele samenleving
cultuur

Slide 14 - Question de remorquage

Maak de juiste combinaties

Het door elkaar gebruiken van elementen van verschillende culturen. 

Het proces waarbij een cultuur zich verspreid over andere delen van de wereld

De belangrijkste kenmerken van een cultuur: taal, godsdienst en gewoonten.

Een gebied waar mensen met dezelfde cultuurelementen wonen. 
Cultuurelement
Cultuurgebied
Cultuurverspreiding
Cultuurvermening

Slide 15 - Question de remorquage

Welke kleur geeft de westerse cultuur weer?
A
Groen
B
Blauw
C
Licht geel
D
Paars

Slide 16 - Quiz

Welk begrip past hierbij?
A
Cultuur
B
Geloof
C
Cultuurelement
D
Amerikanisering

Slide 17 - Quiz

De Amerikaanse cultuur verandert door amerikanisering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Hoeveel grote cultuurgebieden zijn er?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 19 - Quiz

Opdracht: sleep de onderstaande namen van cultuurgebieden naar de juiste plek in de wereldkaart.
westers
islamitisch
boeddhistisch
Japans
orthodox
Afrikaans
hindoeistisch
Chinees
Latijns-Amerikaans

Slide 20 - Question de remorquage

Welke gebieden horen tot de westerse wereld? Sleep ze naar het kopje Westerse wereld.
Westerse wereld
Australië 
Rusland
Europa
Noord-Amerika
Latijns-Amerika
Zuidoost-Azië 
Islamitische wereld
Oost Azie

Slide 21 - Question de remorquage

In de Islamitische wereld wordt Arabisch gesproken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Je vind in Nederland cultuurelementen uit veel culturen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste cultuurelementen?
A
taal, topografie en geloof.
B
taal, geloof en gewoonten.
C
taal, biologie en gewoonten
D
taal, geloof en natuur.

Slide 24 - Quiz

Hoeveel inwoners heeft Nederland momenteel?
A
15 miljoen
B
16 miljoen
C
17 miljoen
D
18 miljoen

Slide 25 - Quiz

Hoeveel inwoners had Nederland in 1900?
A
4 miljoen
B
5 miljoen
C
6 miljoen
D
7 miljoen

Slide 26 - Quiz

Wat was de levensverwachting in 1900 van een persoon in Nederland?
A
45 jaar
B
65 jaar
C
60 jaar
D
50 jaar

Slide 27 - Quiz

Wat zijn de oorzaken dat de levensverwachting in Nederland omhoog is gegaan?
A
betere hygiëne
B
betere scholing
C
betere gezondheidszorg
D
betere landschappen

Slide 28 - Quiz

Waardoor nam het geboortecijfer af in de jaren '60
A
minder mensen getrouwd
B
betere voorbehoedsmiddelen
C
minder voeding
D
meer ouderen

Slide 29 - Quiz

Waardoor neemt de Nederlandse bevolking nog steeds toe?
A
door immigranten
B
door emigranten
C
door heel veel baby's
D
door heel sterfenden

Slide 30 - Quiz

Waardoor zal de Nederlandse bevolking in de toekomst weer gaan afnemen?
A
veel jongere mensen gaan overlijden
B
minder vluchtelingen
C
veel vergrijzing
D
meer ziektes

Slide 31 - Quiz

Waar is de bevolkingsdichtheid in Nederland het grootst?
A
Op het platteland
B
In Friesland
C
De Randstad
D
In Limburg

Slide 32 - Quiz


A
NL 1950
B
NL 2021
C
NL 2070

Slide 33 - Quiz


A
NL 1950
B
NL 2021
C
NL 2070

Slide 34 - Quiz

Stelling: In de stad Groningen is de bevolkingsdichtheid groter dan op het platteland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Wat zeg jij?
A
Patat
B
Friet

Slide 36 - Quiz