MODETH Gelijk- en wisselstroom & Elektro-apparatuur

• Schoonheidsverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

MODTH Gelijk- en wisselstroom & Elekro-apparatuur

Les 4 Gelijk- en Wisselstroom & Elektro-apparatuur 

Module 4 Harsen

Vandaag

Herhalen 

- Elektriciteit

Nieuwe lesstof

- Gelijkstroom

- Wisselstroom

- Elektro-apparatuur

Leerdoelen

- De student kent de eigenschappen en toepassingen van gelijkstroom en wisselstroom. 

- De student kent de definitieve ontharingsmethodes met elektro-apparatuur. 

11 maart formatieve toets

Onderdelen:

- Haaropbouw

- Tijdelijke ontharingsmethode

- Harssoorten 

- Haarafwijkingen 

- Werkstoffen

- Elektriciteit

- Definitieve ontharingsmethode

Welke deeltjes van de atomen kunnen elektriciteit geleiden?

1. protonen
2. neutronen
3. elektronen

Welke stroomeenheden ken je?

Welke eenheid hoort bij de term stroomsterkte?

1. volt
2. watt
3. ampere
4. ohm

Opdracht

Ga naar opdrachten in teams.

MODETH M4 les 4 opdracht 1 herhaling

Opdracht

Lees beauty level boek 3.

HF 7.5, blz. 79 en 80.

Gelijkstroom en wisselstroom

Gelijkstroom

Stroom door een geleider, die in dezelfde richting loopt (kringloop).

De meeste bronnen raken snel uitgeput:

• Accu’s
• Batterijen

Gelijkstroom -> de stroom loopt door een geleider voortdurend in dezelfde richting. Gelijkstroom is alleen geschikt voor stroom met een lage spanning. Zoals accu’s en baterijen. Nadeel ze raken uitgeput en geen stroom meer leveren.

Gelijkstroom

Continue gelijkstroom

Stroom zonder onderbrekingen met dezelfde sterkte

Onderbroken gelijkstroom

Stroom wordt regelmatig onderbroken

Bij onderbroken gelijkstroom wordt de stroom regelmatig onderbroken.

Er loopt op bepaalde momenten geen stroom door de geleider. (zie plaatje tussen de streepjes)

Dit gebruiken we bij bepaalde apparaten, bijvoorbeeld bij elektrokinesie (spierversterking).

Wisselstroom

Wisselstroom

Stroomrichting door geleider die constant van richting (+ en -) verandert in een bepaald ritme.

Bijv. stroom uit stopcontact = lichtnet 230 Volt

Nooit uitgeput!

Om stroom op de huid te gebruiken, is er

een transformator in het apparaat

gebouwd; van 230 volt naar laag 

acceptabel niveau voor het lichaam.

De stroom gaat van + naar – en van – weer naar + etc.

3 soorten wisselstroom

Laagfrequente wisselstroom (1 tot 100 Hz)

Spiercontractie. Niet rechtstreeks op de huid te gebruiken, is pijnlijk.

Middelfrequente wisselstroom (100 tot 10.000 Hz)

Interferente stroom opwekken (creëert veilig een laagfrequentie, waardoor spiercontractie).

Hoogfrequente stroom (meer dan 10.000 Hz)

Warmte ontwikkeling en doorbloeding.

De golven van laagfrequentie zijn te vergelijken met de golven van de oceaan, groot, langzaam maar zeer sterk.

Middelfrequente stroom doet in principe niets op de huid op schoonheidsgebied, maar we gebruiken deze stroom om interferentie op te wekken.

Bij hoogfrequentie denk aan het heel snel op en neer wrijven van de handen; dit geeft wrijving en daarmee warmte en doorbloeding.

Interferente stroom

Door het kruisen van twee middelfrequente stromen ontstaat een soort tussenstroom, de interferente stroom.

 

4000 Hz en 4100 Hz → ontstaat 100 Hz

4000 Hz en 4010 Hz → ontstaat 10 Hz

De opgewekte interferente stroom wordt gebruikt bij elektrokinesie, voor spiercontracties.

Er worden altijd dezelfde middelfrequente stromen (4000, 4100, 4010) gebruikt om interferentie op te wekken, waarmee een soort laagfrequentie (10 en 100) ontstaat in het weefsel op een veilige manier.

Interferente stroom

= 4000 Hertz

= 4100 Hertz

= Snijpunt nieuwe stroom ->

4100-4000 HZ = 100 HZ

 

De rondjes staan symbool voor de elektroden die je op het weefsel plaatst, tegenover elkaar; je werkt altijd met twee elektroden om een gesloten stroomkring te krijgen.

De stroom die ontstaat (interferente stroom) is 100 of 10 Hz. Deze laagfrequente stroom geeft spiercontractie: 10 Hz heeft grote, krachtige golven en is geschikt voor het lichaam, 100 Hz is wat milder voor het gezicht.

Welke stroom komt uit het stopcontact?

1. wisselstroom
2. gelijkstroom

Welke stroom gebruikt een gewone batterij?

1. wisselstroom
2. gelijkstroom

Welke stroom wisselt continue van + naar - ?

1. wisselstroom
2. gelijkstroom

Bij welke stroomsoort hoort de term frequentie?

1. wisselstroom
2. gelijkstroom

Welke soort wisselstroom zorgt voor warmte?

1. laagfrequent
2. middelfrequent
3. hoogfrequent

Opdracht

Ga naar opdrachten in teams. 

MODETH M4 les 4 opdracht 2 gelijkstroom en wisselstroom

Nabespreken van de opdracht

Doormiddel van een draai aan de spinner wordt er gekeken wie antwoord gaat geven op de vraag. 

Je vertelt de vraag en het antwoord.

Definitief ontharen met 

elektro apparatuur

- diathermie

- blend

Definitieve ontharingsmethoden 

Definitieve ontharingsmethoden zijn methoden waarbij er geen haren meer terug groeien op de te behandelen plaatsen. 

• Gehele haarfollikel wordt verwijderd.
  
• Vooral effectief in anagene haargroeifase.
  

Definitieve ontharingsmethoden

Elektrisch ontharen 

- Diathermiemethode   - Blendmethode

Ontharen middels lichtflitsen / laser  

Elektrisch ontharen met naald

• Met naaldelektrode in de haarschacht tot aan de haarpapil.
• De haarfollikel kapot maken, waardoor geen nieuwe haar meer kan vormen. 
• Alleen effectief in anagene fase.

• Nadeel: behandeling per haar is tijdrovend.
• Voordeel: alle soorten haren kunnen behandeld worden.

Letterlijk betekent het woord:

dia = door

thermie = warmte

Diathermie

Dia = door 
Thermie = warmte

Hoogfrequente wisselstroom = warmte ontwikkeling. 

De weefseleiwitten van haarpapil coaguleren (stollen).

Dmv warmte. De hoogfrequente wisselstroom wordt naar de haarfollikel geleid (naald), daar wordt een stroomstootje gegeven waardoor warmte ontstaat. Dit veranderd de haarpapil/matrix. De weefseleiwitten daarin coaguleren (stollen) waardoor de voeding naar het haartje word afgesloten.  

Twee vormen diathermie

Flash: hoge stroomsterkte, korte tijd (½ tot 2 sec). Snel maar kan ook pijnlijker ervaren worden.

Normale, langzame vorm: lagere stroomsterkte, langere behandeltijd  (4 tot 6 sec).

Blend

Blend betekent mengen van twee stroomsoorten.

• Gelijkstroom: loogvorming / basevorming. Het haarzakje lost hierdoor op. 

• Wisselstroom verwarmt de loog waardoor proces versnelt.

Proces wordt ook wel elektrolyse genoemd

Letterlijk betekent blend: mengen. 

In dit geval mengen twee stroomsoorten voor een optimaal resultaat.

Dit werkt op de haarfollikel en haarpapil.

Met de wisselstroom gebeurt hetzelfde als bij de diathermie maar door de gelijkstroom komt een chemische reactie vrij waarbij loogvorming/basevorming optreedt. Hierdoor worden de cellen van de wanden van de haarfollikel aangetast. En de wisselstroom versneld dit proces.

Definitief ontharen met 

actino apparatuur

- laser

- IPL

Elektrisch ontharen met licht

• Geconcentreerd licht via het pigment in de haar.
• Licht wordt omgezet in warmte; dit tast de haarfollikel aan.
• Alleen effectief in anagene fase.

• Nadeel: behandeling kan niet bij alle haren/huiden. Moet vaker behandeld worden.
• Voordeel: snelle methode voor grote oppervlakken.

Ontharen met IPL

 Ontharen met lichtflits

• IPL (intens pulsed light) / foto-epilatie. 
• Lichtflitsen worden aan de huid afgegeven. 
• De haar absorbeert het licht via pigment en wordt omgezet in warmte. 
• Als de kiemcellen (in de wortel) opgewarmd zijn, laat de wortel los van de voedingsbodem (bloedtoevoer).  

Ontharen met laser

Laser = light amplification  stimulated emission radiation

Werkt met lichtenergie via het pigment van de haar. 
Zeer geconcentreerd op één plek. 
Golflengte extra en een hoger vermogen dan IPL .

https:

Opdracht 

Ga naar opdrachten in teams.

MODETH M3 les 4 opdracht 3 elektro-apparatuur.

Opdracht 

Wat weet jij nog van deze module?

Ga naar ww.kahoot.it 

Vul de code in en geef je zelf een nickname. 

Ik vond de les best goed gaan, en jij?

😒🙁😐🙂😃

Hoe vind je jouw eigen inzet?

😒🙁😐🙂😃

Wat zou je graag volgende week willen herhalen?

De haaropbouw

Tijdelijke en definitieve ontharingsmethode

Werkstoffen

Soorten harsen

Elektriciteit

Elektro-apparatuur

Haarafwijkingen

Weet je wat je moet leren voor de toets?

Ja

Beetje

Nee

Uuhh, welke toets?

Volgende week toets