Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
1B grammar
1B grammar
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
1B grammar
Slide 1 - Diapositive
What are we going to do?
Herhaling grammar hoofdstuk 5
Maken: opdracht 4 t/m 10 paragraaf 6.2
Klaar? wrts
Slide 2 - Diapositive
Much, many & a lot of
Slide 3 - Diapositive
Uitleg much & many
Je gebruikt
much
als het woord dat erna komt
enkelvoud
en
ontelbaar
is.
Do you have
much
work?
We haven't got
much
money.
Kan je het woord water tellen?
Slide 4 - Diapositive
Uitleg much & many
Je gebruikt
many
als het woord dat erna komt
meervoud
en
telbaar
is.
He hasn't got
many
friends.
Do we have
many
videogames?
Tip: Je kunt meervoud herkennen aan de letter -s achter een woord.
Slide 5 - Diapositive
Welk woord hoort waarbij? Sleep het woord naar het juiste witte vlak.
MANY
MUCH
pocketmoney
tables
witches
buses
fun
light
fans
Slide 6 - Question de remorquage
A lot of
A lot of
betekent
veel
, net als bij
many
&
much
.
A lot of
gebruik je bij
bevestigende
(+) zinnen.
Much
/
many
gebruik je bij
vragende
(?)/
ontkennende
(-) zinnen.
Slide 7 - Diapositive
I have got ... problems.
A
many
B
much
C
a lot of
Slide 8 - Quiz
The dogs aren't ... fun.
A
many
B
much
C
a lot of
Slide 9 - Quiz
Are there ... ghosts in that creepy building?
A
many
B
much
C
a lot of
Slide 10 - Quiz
Trappen van vergelijking
Slide 11 - Diapositive
Maak de vergelijking af:
Tim is fast, but Harry is .... than Tim.
Slide 12 - Question ouverte
Trappen van vergelijking
Er bestaan
drie
trappen:
Stellende trap: Hier benoem je iets --> Levy is
smart.
Vergrotende trap: Groter dan de stellende trap --> Max is
smarter.
Overtreffende trap: Het allergrootst --> Julia is the
smartest
.
Slide 13 - Diapositive
Stellende trap
Vergrotende trap
Overtreffende trap
fast
faster (than)
(the) fastest
slow
slower (than)
(the) slowest
cheap
cheaper (than)
(the) cheapest
high
higher (than)
(the) highest
Wat valt je op als je naar de vergrotende- en overtreffende trap kijkt?
Slide 14 - Diapositive
Wat zijn de vergrotende/overtreffende van "hot"?
A
hoter - hotest
B
hotter - hottest
C
hottier - hottiest
Slide 15 - Quiz
Present Continuous vs Present simple
Slide 16 - Diapositive
Choose the Present Continuous.
Listen! The birds ___ a song!
A
sing
B
singing
C
are sing
D
are singing
Slide 17 - Quiz
Choose the Present Continuous.
Our teacher ___ the grammar.
A
explains
B
is explain
C
explaining
D
is explaining
Slide 18 - Quiz
Choose the Present Continuous.
When ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave
Slide 19 - Quiz
Bij welke woorden moet je de Present Continuous gebruiken?
Let op meerdere antwoorden mogelijk!
A
At the moment
B
Every Saturday
C
Now!
D
Often
Slide 20 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Unit 5 toetsvoorbereiding
Juin 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Unit 5 Lesson 3 money, much/many, pres.cont.
Mai 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
Klas 1: Herhaling grammatica AR unit 5
Juin 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Maatwerk, 27 juni 2022
Août 2022
- Leçon avec
45 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Unit 5 Lesson 5 much/many, pres.cont.+pres.simple, vergelijken, buildings
Mai 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
Grammar, grammar, grammar
Mars 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammar, grammar, grammar
Juin 2024
- Leçon avec
46 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1B grammar
Mai 2023
- Leçon avec
29 diapositives