Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
0
Slide 1 - Vidéo
STRAATTAAL
Slide 2 - Diapositive
Hoe zeg je ‘Fijne Kerst allemaal’ in straattaal?
A
Yo! Hoho! you bitches
B
Fijne kerst peepz
C
Happy Christmazzzz
D
Fijne kerst a niffauws
Slide 3 - Quiz
Discussievraag: het spreken van straattaal is slecht voor je taalontwikkeling
A
Eens
B
Niet mee eens
Slide 4 - Quiz
Vroeger verspreidde de woorden van de straattaal zich via...
A
de straat
B
het internet
Slide 5 - Quiz
Wat betekent het woord 'agga'? #straattaal
A
Den Haag
B
vreemdgaan
C
stoer lopen
D
sneaker
Slide 6 - Quiz
Straattaal: Wat betekent 'flashen'?
A
in de maling nemen
B
iemand pijn doen
C
stelen
Slide 7 - Quiz
Wat betekent het woord 'wakka'? #straattaal
A
lopen
B
liedje van Shakira
C
danspas
D
high five
Slide 8 - Quiz
Straattaal: Wat is een ''waggie''?
A
Auto
B
Poging
C
Snoepje
D
Iemand aan zijn onderbroek ophangen
Slide 9 - Quiz
Jongeren/straattaal Hé Pee, wat ben je vandaag saggo.
A
chattaal
B
dialect
C
jongerentaal
Slide 10 - Quiz
Wat betekent het woord 'doekoe'? #straattaal
A
doeken
B
feest
C
geld
D
auto
Slide 11 - Quiz
Wat betekent het woord 'planga'? #straattaal
A
blanke man
B
bril
C
gaspedaal
D
snel rijden
Slide 12 - Quiz
Wat betekent het woord 'barkie'? #straattaal
A
blaffen
B
50 euro
C
blikje
D
100 euro
Slide 13 - Quiz
In tweetallen
Zoek in tweetallen op hoe straattaal ontstaan is en wat de achtergrond precies is. Hier krijgen jullie 5 minuten de tijd voor, daarna bespreken we het klassikaal.
timer
2:00
Slide 14 - Diapositive
Makamba is straattaal. Kennen jullie nog meer straattaal woorden?
Slide 15 - Question ouverte
Waaronder valt straattaal?
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik
Slide 16 - Quiz
je moeder is in de straattaal een belediging
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Hoe is straattaal ontstaan?
Slide 18 - Question ouverte
Hoe komt het dat veel jongeren naast de Nederlandse taal straattaal spreken?
A
Het wordt gebruikt in songteksten en dat wordt overgenomen.
B
Jongeren willen graag bij een bepaalde groep horen en trekken veel met elkaar op.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.
D
Het is een bestaande taal die speciaal bedacht ik voor de jongeren van de straat.
Slide 19 - Quiz
Wanneer is straattaal ontstaan?
A
Eind 20e eeuw
B
Eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000
Slide 20 - Quiz
Als je het even niet weet
Straattaal is bijna overal te horen tegenwoordig.
Op straat, op school, radio en TV, in commercials en in talloze Nederlandse rapnummers. Straattaal is een onderdeel geworden van de maatschappij.
Heb je hulp nodig bij vertalen van woorden naar straattaal?
Het straatwoordenboek kan je helpen. Er staan 8889 termen inclusief betekenis in de database, en dit aantal groeit iedere dag!
https://straatwoordenboek.nl/
Slide 21 - Diapositive
Achtergrond
Straattaal, een vorm van jongerentaal, is de mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat, naast de standaardtaal van het land waar ze wonen.
Straattaal is aan het eind van de 20e eeuw ontstaan op plaatsen waar veel jongeren met elkaar optrokken.
Straattaal is dus een zelfgemaakte taal vol afkortingen in sms- en apptaal, schunnige woorden uit de hiphop en leentermen uit het Marokkaans, Turks, Engels en Surinaams. In Nederland is de basistaal Nederlands. Er wordt bij straattaal gespeeld met lidwoorden, toon, tempo en volume.
Slide 22 - Diapositive
Lesdoel
Je weet wat de Nederlandse taal en straattaal met elkaar te maken hebben
Je weet waarom straattaal gebruikt wordt
Je vergroot je kennis over straattaal
Slide 23 - Diapositive
Waarom spreken jongeren straattaal?
Het is een codetaal
Het zorgt voor verbondenheid, maar kan ook mensen uitsluiten
Je toont bij welke groep je sociaal en geografisch hoort
Leuke manier om met taal te spelen-> straattaal kent geen regels -> heeft een hoog 'do it yourself' gehalte