Orgaandonatie hvpvpo1pqr

Orgaandonatie 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Orgaandonatie 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- je weet hoe doneren werkt
- je weet waarom mensen kiezen voor wel/niet doneren

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je van
orgaandonatie?

Slide 3 - Carte mentale

Hoe word je donor?
- Dit ben je automatisch tot je aangeeft dat je het niet wilt
- Dit doe je via het donorregister

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Rechtsgeldigheid
De niet-reanimerenpenning, de schriftelijke wilsverklaring en een niet-reanimeren tatoeage zijn allemaal rechtsgeldig.
De niet-reanimerenpenning is alleen aan te vragen door wilsbekwame personen.
 Als iemand zelf niet kan overzien wat de betekenis van de penning is, is deze wettelijk niet geldig.

Slide 6 - Diapositive

Verschillende soorten dood
• Biologisch dood:
Is het stadium van dood, waarin (hersen)cellen onherstelbaar beschadigd zijn, waardoor het leven onherroepelijk is beëindigd.
• Klinisch dood:
Toestand waarbij ABC, ademhaling, bewustzijn en circulatie (bloedsomloop) afwezig zijn. Door middel van reanimatie kan deze toestand ongedaan worden gemaakt. Als ABC niet op de goede manier of bijtijdig (door middel van reanimatie) tot stand wordt gebracht, dan treed na 4 tot 6 minuten de biologische dood in.

Slide 7 - Diapositive

Vervolg
• Hersendood:
Toestand van de hersenen waarbij de vitale hersenfuncties, door beschadiging op cellulair niveau, zoals ademhaling en bewustzijn zijn uitgeschakeld. Het lichaam reageert op geen enkele pijnprikkel, de ogen reageren niet meer op licht en het EEG (registratie van de elektrische hersenactiviteit)
vertoont geen activiteit. Herstel is niet mogelijk en zonder kunstmatige beademing/voeding en medicijnen is verder leven niet mogelijk. Wel kan spontane activiteit van het hart aanwezig zijn, waardoor pompfunctie en circulatie van bloed blijft bestaan.
De toestand van hersendood maakt de “overledene” geschikt als heartbeating donor.

Slide 8 - Diapositive

Tot slot
• Psychisch dood:
Ook wel coma vigil genoemd. De functie van de hersenstam is nog intact, de hogere hersenfuncties zijn uitgevallen. Ademhaling en hartfunctie zijn aanwezig. Een psychisch dode leeft een vegetatief bestaan.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Doneren en leeftijdsgrenzen
Nieren 0 - 75 jaar
Lever 1 mnd - 75 jaar
Hart 0 - 65 jaar
Longen 0 - 60 jaar
Alvleesklier 5 - 65 jaar
Dunne darm 0 - 50 jaar
Hartkleppen man 1 - 60 jaar
Hartkleppen vrouw 1 - 65 jaar
Bloedvaten 1 - 45 jaar
Hoornvliezen 2 - 75 jaar
Huid 20 - 80 jaar Botweefsel 17 - 55 jaar

Slide 12 - Diapositive

Je kunt je al vanaf je 12e aanmelden voor orgaandonatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

1 donor kan maximaal 2 levens redden
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet

Slide 14 - Quiz

Doneren bij leven
Een nier
Een deel van de longen 
Een deel van de lever
Beenmerg
Stamcellen

Slide 15 - Diapositive

Voorwaarden
Doneren mag geen blijvende schade aanrichten bij de donor. Hoge uitzondering hierop is als de ontvanger in levensgevaar verkeert.
De donor mag geen geld ontvangen voor de donatie.
De donor mag niet onder druk zijn gezet.
Kinderen tot 18 jaar mogen alleen organen/weefsel doneren die weer aangroeien.

Slide 16 - Diapositive

Er zijn in Nederland genoeg organen beschikbaar om te transplanteren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

De wachttijd voor een nieuwe nier is 3,5 jaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Alle organen zijn geschikt om te doneren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Conditie organen
Om geschikt te zijn voor donatie is het van belang dat de organen en weefsels in goede conditie zijn. Maar dat wil niet zeggen dat mensen die ongezond leven (te veel eten, roken, drinken, weinig bewegen) niet geschikt zijn als donor.

Ook van hen kunnen sommige weefsels en organen gebruikt worden. De arts zal dat beoordelen

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Welke organen kunnen
er worden getransplanteerd?

Slide 22 - Carte mentale

Je kunt doneren:

het hart
de nieren
de lever
de longen
de alvleesklier
dunne darm 

Slide 23 - Diapositive

Weefsels kun je ook doneren.
- spierweefsel
- botweefsel
- zenuwweefsel
- onderdelen van de ogen
- grote bloedvaten

Slide 24 - Diapositive

Sommige mensen zijn tegen orgaandonatie

Hier hebben ze meerdere redenen voor 
Welke kun je bedenken?

Slide 25 - Diapositive

Redenen 
- Ben je wel echt dood als je je organen afstaat aan iemand anders?
- Mag het van je geloof? 
- Doet een arts er wel alles aan om jou te redden, als je bijvoorbeeld een ongeluk hebt gehad? Of kiest hij voor je organen om iemand anders te redden?

Slide 26 - Diapositive

Wat zou jij doen?
7 Stellingen

Eens? Hand omhoog
Niet mee eens? Don't move ;-)

Slide 27 - Diapositive

Stelling 1

Alleen als je zelf donor bent, heb je recht op een donororgaan

Slide 28 - Diapositive

Stelling 2

Als je zelf hebt aangegeven donor te willen zijn, moeten je ouders iets anders kunnen bepalen

Slide 29 - Diapositive

Stelling 3

Een rookverslaafde heeft evenveel recht op donorlongen als iemand met een gezonde levensstijl

Slide 30 - Diapositive

Stelling 4


Iedereen in Nederland moet automatisch donor zijn

Slide 31 - Diapositive

Stelling 5

Ik wil alleen donor worden als mijn ouders het met die beslissing eens zijn

Slide 32 - Diapositive

Stelling 6



Ik wil alleen donor zijn als ik zelf mag bepalen wie de ontvanger is

Slide 33 - Diapositive

Stelling 7

Ik wil nu nog geen keuze maken over orgaandonatie, dat doe ik later wel

Slide 34 - Diapositive

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 35 - Question ouverte