Les 4 - V4 - escribir párrafo 2 & uso indefinido imperfecto

Clase de español - V4
miércoles, 3 de abril 2024
Escribe el segundo párrafo (el viaje de ida)
Saber cómo usar el indefinido y el imperfecto
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Clase de español - V4
miércoles, 3 de abril 2024
Escribe el segundo párrafo (el viaje de ida)
Saber cómo usar el indefinido y el imperfecto

Slide 1 - Diapositive

La clase anterior
¿Qué país latinoamericano vistaste el verano pasado?
¿Puedes describir este país? (capital, lugar, habitantes, moneda, bandera, lenguas, clima etc.)
¿Conoces todas las formas del indefinido?
¿Y del imperfecto?

Slide 2 - Diapositive

Los deberes para hoy

¿Qué vocabulario habéis estudiado?
¿ Para qué?
¿Qué gramática habéis repasado?
¿Para qué?


Slide 3 - Diapositive

Errores en vuestras cartas
Concordancia
Werkwoordsvervoegingen
Perfecto
Estar / ser
Getallen
Voorzetsels
Overig

Slide 4 - Diapositive

Corregir los errores de concordancia
Houd altijd rekening met mannelijk / vrouwelijk
Pas geslacht en getal op elkaar aan
Lidwoorden, bijvoeglijke nw en zelfstandige nw
woorden op -ión -> vrouwelijk
woorden op -ad -> vrouwelijk

Uitzonderingen: el mapa, la foto, el clima

Slide 5 - Diapositive

Corregir los errores de los verbos
Geen persoonlijke vnw voor een vervoegd werkwoord
Dus geen ''yo'' (waarom eigenlijk niet?)
Vertaal je Spaanse zinnen terug naar het NL en kijk of het klopt dat je tt of vt hebt gebruikt
Perfecto: ik heb gegeten (niet met tener, waar wel mee?)

Slide 6 - Diapositive

Corregir los errores de SER y ESTAR
Wanneer SER?

Wanneer ESTAR?

Slide 7 - Diapositive

Corregir los errores de SER y ESTAR
SER
ESTAR
Als je iets of iemand beschrijft
Als je vertelt hoe iets of iemand eruit ziet, wat de kenmerken zijn of zijn/haar karakter
Als je vertelt waar iets of iemand zich bevindt (liggen, zitten, staan, zijn).

Slide 8 - Diapositive

Voorzetsels
van .... tot
de ..... a
vertellen over
schrijven over
contar sobre ...
escribir sobre
in het noorden van ..
en el norte de ...
ten noorden van ..
al norte de..
in, op, bij
en
naar 
a

Slide 9 - Diapositive

Overige
Hablar del tiempo (met welk werkwoord?)
Datum: el 3 de abril de 2024
betalen met = pagar con (niet: usar)
1 millón de habitantes
25 millones de habitantes

Slide 10 - Diapositive

Escribe la forma correcta

Slide 11 - Diapositive

Mejorar tu carta
Heb je aantekeningen gemaakt van de feedback?
Heb je uitgelegd waarom je deze brief schrijft?
Heb je verteld welk land je hebt bezocht en waarom?
Heb je verteld waar het ligt (ten opzichte van een andere plek?
Heb je algemene informatie over het land gegeven?
Heb je verteld met wie je hebt gereisd?
Heb je verteld wanneer je daar was en hoe lang?
Heb je steeds een wit regel overgeslagen, zodat er plek is voor verbeteringen?
Heb je de zojuist besproken feedback verwerkt in je brief?


timer
12:00

Slide 12 - Diapositive

Feedback a vuestras cartas
  1. Te escribo esta carta, porque .... is een mooi begin van je brief
  2. naar = a            in = en
  3. ir / llegar / entrar gaan met ''a'' (werkwoorden met beweging/verplaatsing)
  4. estar + ''en''
  5. de natuur = la naturaleza / het landschap = el paisaje
  6. Persoonlijke voornaamwoorden, zoals ''yo'' gebruik je alleen om nadruk te geven. Dus eigenlijk bijna nooit.

Slide 13 - Diapositive

Feedback a vuestras cartas
ten noorden van = al norte de
in het noorden = en el norte
América del Sur, Latinoamérica, Sudamércia
Bijvoeglijke naamwoorden zet je (bijna) altijd achter het zelfstandig naamwoord
Begin de zin met een hoofdletter
Aan het einde van de zin komt een punt
Geografische namen met een hoofdletter

Slide 14 - Diapositive

Feedback a vuestras cartas
ten noorden van = al norte de
in het noorden = en el norte
América del Sur, Latinoamérica, Sudamércia
Behalve bueno, zet je de meeste bijvoeglijke naamwoorden, achter het zelfstandig naamwoord
Begin de zin met een hoofdletter
Aan het einde van de zin komt een punt
Geografische namen met een hoofdletter
Surfen = hacer surf of surfear

Slide 15 - Diapositive

Feedback a vuestras cartas 
een brief = una carta
een reis maken = hacer un viaje / viajar por ...
In elke zin moet een vervoegd werkwoord staan.
met de trein, het vliegtuig, de auto = en tren, en avión, en coche
Ik vind het een interessant land = Creo que ... es un país muy interesante 
een mooi land = un país hermoso
een warm land = un país con un clima tropical
50 miljoen inwoners = 50 millones de habitantes
Een typisch Cubaans gerecht = un plato típico cubano

Slide 16 - Diapositive

Feedback a vuestras cartas 
datum in de rechterkantlijn
Het is warm in Chili = Hace calor en Chili.
de vakantie = las vacaciones
mijn vakantie = mis vacaciones
Geef voldoende informatie over het land in je eerste alinea (hoofdstad, klimaat, munteenheid, talen, vlag, aantal inwoners, groot klein, veel verschillende landschappen etc). 
Als je zegt hoe lang je ergens was, welke verleden tijd moet je dan gebruiken?

Slide 17 - Diapositive

Escribe:
5 werkwoorden in de ik-vorm in de indefinido
Welke werkwoorden vind je moeilijk te onthouden?
timer
2:00

Slide 18 - Question ouverte

La forma del imperfecto
¿Cuáles son los terminaciones de los verbos en -AR?
¿Y de los verbos en -IR?
¿Y de los verbos en -ER?


Slide 19 - Diapositive

La diferencia entre el indefinido y el imperfecto en tu carta

Maak aantekeningen, want straks mag je de laptop er niet bij houden

Slide 20 - Diapositive

La diferencia entre el indefinido y el imperfecto (en holandés)

Slide 21 - Question ouverte

De imperfecto gebruik je om te vertellen van wanneer tot wanneer je in Zuid Amerika was.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

De indefinido gebruik je om te vertellen dat je op maandagochtend om 8.00 uur met het vliegtuig vertrok naar Santiago de Chile.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

De indefinido gebruik je om te vertellen dat de stewardess aardig, en vooral heel knap was.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

De imperfecto gebruik je om te zeggen dat het bij aankomst keihard regende.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

¿Indefinido o imperfecto?
De indefinido gebruik je voor handelingen, acties, gebeurtenissen in een afgeronde periode in het verleden (zie signaalwoorden).
De indefinido gebruik je om achtereenvolgende gebeurtenissen of handelingen aan te geven (Eerst deed ik dit, toen deed ik dat, na een half uur ging ik dit doen en tenslotte deed ik niets)
De imperfecto gebruik je alleen om iets te beschrijven, om achtergrond informatie te geven, om toelichting te geven, om je verhaal in te kleuren. De imperfecto geeft extra informatie bij de indefinido. Niet noodzakelijk, maar maakt een verhaal wel leuker, af, completer.
Tenslotte gebruik je de imperfecto om gewoontes in het verleden te beschrijven en om de oorzaak van iets te geven dat in het verleden is gedaan of gebeurd (dus na porque).

Slide 26 - Diapositive

¿Difícil?
Zet een signaalwoord in de zin en gebruik de daarbij behorende verleden tijd.
Je hoeft een signaalwoord er niet altijd bij te schrijven, maar je kan het er ook bij denken.
Ken je de signaalwoorden nog?

Slide 27 - Diapositive

A practicar

Slide 28 - Diapositive

El imperfecto
El indefinido
ayer
anoche
hace 2 semanas
anteayer
la semana pasada
en 2019
antes
generalmente
todos los días
Cuando ... pequeño
..., porque ...

Slide 29 - Question de remorquage

Klik op de opdracht hiernaast om in te zoomen.
Vertaal de zinnen naar het Spaans.
Maak geen gebruik van een vertaal tool.

Slide 30 - Question ouverte

Portátiles cerrados

Slide 31 - Diapositive

Escribir sobre el viaja de ida a ....  par. 2
Vertel over de heenreis in 100 woorden. Verwerk daarin het volgende (indefinido/imperfecto):
Wanneer vertrokken jullie en waarvandaan.
Schrijf over de heenreis in het vliegtuig (bezigheden, tegenslag, vertraging, turbulentie, stewardessen, eten etc.)
Hoe lang duurde de heenreis?
Wanneer/hoe laat kwamen jullie aan en waar?
Gebruik vocabulaire uit de reader, ook bijvoeglijke nw-en
timer
30:00
Je mag eerst de tekst in het Nederlands schrijven. Schrijf dan korte en eenvoudige zinnen die je makkelijk kan vertalen naar het Spaans.
Extra uitdaging? Schrijf dan meteen in het Spaans.

Slide 32 - Diapositive

Ik heb het huiswerk voor vandaag serieus gedaan en daardoor kon ik goed mee doen met de les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage

Ik weet alle onregelmatige indefinidos
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Sondage

Ik weet wat hoe ik de indefinido en de imperfecto in mijn brief moet gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage

Mijn tweede alinea is klaar
A
ja
B
nee

Slide 36 - Quiz

Los deberes para el viernes
Leren
De vormen van de presente (ook onregelmatig_
Vocabulario: la familia, la rutina diaria, la hora, la frecuencia
om te kunnen oefenen voor het mondeling


Slide 37 - Diapositive