Les 10.4 Zuur-base reacties

Les 10.4 Zuur-basereacties
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les 10.4 Zuur-basereacties

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • nakijken: 1, 4 t/m 7, 9 t/m 16 (blz 34)
  • Les 10.2 Deel 3
  • Maken opgaven
  • Nakijken opgaven

Slide 2 - Diapositive

Maken: 1, 4 t/m 7, 9 t/m 16 (blz 34)

Slide 3 - Diapositive

1
  • a) Opnemen
  • b) hoger


Slide 4 - Diapositive

4
  • a) hoger
  • b) De pH kan niet lager worden dan 7.
  • c) Basische oplossingen tasten huid en slijmvliezen aan.


Slide 5 - Diapositive

5
  • a) een oplossing van natriumhydroxide in water.
  • b) NaOH(s) --> Na+ (aq) + OH (aq)
  • c) als gootsteenontstopper
  • d) Natriumhydroxide kan vetten oplossen. Bij oplossen komt er veel warmte vrij, waardoor het gestolde vet in de afvoer weer vloeibaar wordt.


Slide 6 - Diapositive

6
  • a) een oplossing van calciumhydroxide in water
  • b) Ca(OH)2 (s) --> Ca2+(aq) + 2 OH (aq)
  • c) als reagens om koolstofdioxide aan te tonen

Slide 7 - Diapositive

7
  • Ammoniak is het zuivere gas, NH3 (g). Ammonia is de oplossing vanammoniak in water, NH3 (aq)

Slide 8 - Diapositive

9
  • a) basisch
  • b) pH hoger dan 7

Slide 9 - Diapositive

10
  • a) Kaliumhydroxide is een base, want het bevat de base OH−
  • b) paars/rood
  • c) B

Slide 10 - Diapositive

11
  • a) natriumcarbonaat
  • b) CO23-
  • c) Vettig vuil
  • d) C
  • e) B

Slide 11 - Diapositive

12
  • a) Ba(OH)2 (s) --> Ba2+(aq) + 2 OH(aq)
  • b) Het is een basische oplossing, want er is OH aanwezig.
  • c) Groengeel

Slide 12 - Diapositive

13
  • C

Slide 13 - Diapositive

14
  • a) A
  • b) E
  • c) A
  • d) fenolrood

Slide 14 - Diapositive

15
  • C

Slide 15 - Diapositive

16
  • a) H+ en Ac-
  • b) Voorbeelden van een goed antwoord:
  • • Na2CO3 bevat carbonaat-ionen. Dat zijn basen en die kunnen H+ opnemen en zijn dus niet zuur.
  • • In de formule Na2CO3  is geen H+  aanwezig, dus deze stof kan niet zuur zijn.
  • c) A

Slide 16 - Diapositive

Leerdoelen 10.4 zuur-base reacties
  • Je kunt uitleggen hoe een zuur en een base zich gedragen bij een zuur-basereactie.
  • Je kunt een aantal belangrijke toepassingen van zuur-basereacties beschrijven.
  • Je kunt de reactievergelijkingen van een aantal zuur-basereacties opstellen.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

zuur en base bij elkaar
  • Een zuur kan H+ afstaan, een base kan H+ opnemen.
  • Reactie tussen zuren en basen noemen we ‘zuur-basereacties’

Basen kunnen zure oplossingen neutraliseren
  • Het gevolg is dat H+ ‘verdwijnt’
  • Oplossingen worden minder zuur en ten slotte neutraal (pH=7). Bij een overmaat aan base stijgt de pH boven 7 uit, de oplossing wordt base.


Slide 19 - Diapositive

zuur en base bij elkaar
  • Zuur-basereactie, ook wel neutralisatie. Omdat je met een base, een zure oplossing ‘neutraler’ kunt maken. 
  • Het binden van H+ - ionen door een basisch deeltje kun je weergeven met een reactievergelijking. Deze moet je kennen:

Slide 20 - Diapositive

Voorbeelden van zuur-base reacties
  • Neutraliseren zoutzuur (met behulp van natronloog)
  • Neutraliseren ammoniak (die vrijkomt uit de mest in veestallen)
  • Ontkalken van een verwarmingselement (in een koffiezetapparaat met schoonmaakazijn)
  • Verzuring van de natuur bestrijden (door strooien met ongebluste kalk)
  • Vorming van ammoniumnitraat (een kunstmest)

Slide 21 - Diapositive

Stappenplan opstellen zuur-base reactie
  • Stap 1: Noteer in formuletaal de aanwezige stoffen.
  • Stap 2: Omcirkel het zuur- én het basedeeltje.
  • Stap 3: Noteer de bijbehorende zuur-basereactievergelijking (zie tabel).

Slide 22 - Diapositive

Neutraliseren van zoutzuur (1)
Het neutraliseren van zoutzuur doe je met natronloog.
Stap 1: Noteer in formuletaal de aanwezige stoffen.
  • Zoutzuur (H+ (aq) + Cl- (aq))
  • Natronloog (Na+ (aq) + OH- (aq))
Stap 2: Omcirkel het zuur- én het basedeeltje.
  • H+ en OH-
Stap 3: Noteer de bijbehorende zuur-basereactievergelijking
  • H+ (aq) + OH- (aq) --> H2O (l)

Slide 23 - Diapositive

Neutraliseren van zoutzuur (2) 
Het neutraliseren van zoutzuur doe je met natronloog.
Stap 3: Noteer de bijbehorende zuur-basereactievergelijking
  • H+ (aq) + OH- (aq) --> H2O (l)
Er zijn ionen die niet mee hebben gedaan in de reactie, hoe noem je die en welke zijn dat bij deze reactie?
  • Tribune-ionen: ionen die niet meedoen in de reactie Cl- (aq) en Na+ (aq)

Slide 24 - Diapositive

Neutraliseren van zoutzuur (3) 

Slide 25 - Diapositive

Ontkalken van een verwarmingselement
Het ontkalken van een verwarmingselement doe je met (schoonmaak)azijn.
Kalkaanslag (kalksteen = calciumcarbonaat)
Stap 1: Noteer in formuletaal de aanwezige stoffen.
  • Azijn (H+ (aq) + Ac- (aq))
  • Calciumcarbonaat (CaCO3)
Stap 2: Omcirkel het zuur- én het basedeeltje.
  • H+ en CO32- in calciumcarbonaat
Stap 3: Noteer de bijbehorende zuur-basereactievergelijking
  • CaCO3 + 2 H+(aq) --> H2O (l) + CO2 (g) + Ca2+ (aq)

Slide 26 - Diapositive

Verzuring van de natuur bestrijden
Bossen en meren raken verzuurd doordat er zure regen (salpeterzuuroplossing) op de bodem en in het water terechtkomt. Dit kan worden geneutraliseerd door ongebluste kalk (CaO (s))
Stap 1: Noteer in formuletaal de aanwezige stoffen.
  • Salpeterzuuroplossing (H+ (aq) + NO3- (aq))
  • Ongebluste kalk (CaO)
Stap 2: Omcirkel het zuur- én het basedeeltje.
  • H+ en O2- in ongebluste kalk
Stap 3: Noteer de bijbehorende zuur-basereactievergelijking
  • CaO + 2 H+(aq) --> H2O (l) + Ca2+ (aq)

Slide 27 - Diapositive

Neutraliseren van ammoniak
De reactie tussen een zwavelzuuroplossing en ammoniak levert als zout ammoniumsulfaatoplossing op:
  • NH3 (g) + H+ (aq) --> NH4+ (aq)
Deze reactie kun je gebruiken om ammoniak te verwijderen die vrijkomt in veestallen, ammoniak, NH3 (g), bindt daarbij een H+

Slide 28 - Diapositive

Maken: 1, 2, 4, 6 en 7
Klaar? 8 t/m 14 
(vanaf blz 45)

Slide 29 - Diapositive

1
  • a) afstaat, opneemt
  • b) Neutralisatie
  • c) bijvoorbeeld: ontkalken van waterkoker en ontzuren van zure bodem

Slide 30 - Diapositive

2
  • C

Slide 31 - Diapositive

4
  • a) H+ en Cl-
  • b) Na+ en OH-
  • c) H+ en OH-
  • d) H+ (aq) + OH- (aq) --> H2O (l)
  • e) Na+ en Cl-

Slide 32 - Diapositive

6
  • a) CaO
  • b) H+ 
  • c) H+ en CaO
  • d) 2H+ (aq) + CaO (aq) --> H2O (l) + Ca2+ (aq)

Slide 33 - Diapositive

7
  • a) verdund zwavelzuur: 2H+ (aq) + SO42- (aq) 
  •       kaliumhydroxide-oplossing: K+ (aq) + OH- (aq)
  • b) zuurdeeltje: H+ , basedeeltje: OH-
  • c) H+ (aq) + OH- (aq) --> H2O (l) 
  • d) Sulfaat-ion en kalium-ion
  • e) Uit de oplosbaarheidstabel volgt dat de kalium-ionen en sulfaat-ionen goed oplosbaar zijn. Er ontstaat dus geen neerslag

Slide 34 - Diapositive

Maken: 8 t/m 14 
(vanaf blz 48)

Slide 35 - Diapositive

8
  • a) Door te ontkalken; dit is een toepassing van een zuur-basereactie.
  • b) CaCO3 
  • c) H+ (aq) en Ac- (aq)  
  • d) acetaat-ion
  • e) H+, calciumcarbonaat
  • f) 2H+ (aq) + CaCO3 (s) --> H2O (l) + CO2 (g) + Ca2+ (aq)

Slide 36 - Diapositive

9
  • a) C
  • b) oplossing van natriumhydroxide in water
  • c) H+ (aq) + Cl- (aq)
  • d) H2O

Slide 37 - Diapositive

10
  • a) H+ (aq) + Cl- (aq)
  • b) Mg(OH)
  • c) 2H+ (aq) + Mg(OH)2 (s) --> 2H2O (l) + Mg2+ (aq)

Slide 38 - Diapositive

11
  • a) calciumcarbonaat
  • b) D
  • c) water
  • d) C
  • e) Krijt is een base en die reageert met het zuurdeeltje. De concentratie van H+ neemt af, dus de pH zal stijgen.

Slide 39 - Diapositive

12
  • a) rood
  • b) Fe2O3(s) + 6 H+(aq) --> 3 H2O(l) + 2 Fe3+(aq)

Slide 40 - Diapositive

13
  • a) Universeel indicatorpapier
  • b) C4H6O6(s) --> 2 H+(aq) + C4H4O62−(aq)
  • c) 2 H+(aq) + CaCO3(s) --> Ca2+(aq) + H2O(l) + CO2(g)
  • d) Meet met universeel indicatorpapier de pH. Deze moet gestegen zijn.

Slide 41 - Diapositive

14
  • a) Een milieu-inspecteur werkt onder andere aan bodem- en grondwateronderzoek en de controle van milieuregels.
  • b) een 2 voor O2
  • c) A
  • d) C
  • e) In reactie 2 wordt salpeterzuur omgezet in stikstofgas. De hoeveelheid zuur neemt dan af.
  • f) D

Slide 42 - Diapositive