4.3 De weg naar de macht, 1923-1933

Het Interbellum


4.3 De weg naar de macht, 1923-1933
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het Interbellum


4.3 De weg naar de macht, 1923-1933

Slide 1 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • kun je sociale, economische en politieke gevolgen van de Beurskrach uitleggen.

  • kun je uitleggen waarom Hitler met zijn NSDAP veel steun kreeg.

  • kun je  uitleggen hoe Hitler de Rijksdagbrand gebruikte om alle macht in Duitsland te verkrijgen.

Slide 3 - Diapositive

         Fascisme


  • Fascisme is een politieke stroming.

  • Wordt ook wel extreem-rechts genoemd 

  • De naam komt van het voorwerp dat je
    hier ziet: een fasces. 


Dit voorwerp, een bijl met takken, stond
symbool voor de macht van bestuurders in
het Romeinse Rijk.
De Fasces bestaat uit een bundel houten roeden die een bijl insluiten, bijeengehouden door roodleren riemen. Fasces werden door lictors voor de magistraten uit gedragen. De roeden, gewoonlijk berk maar soms iep, waren symbolisch voor de “macht om te straffen”. De bijl symboliseerde de “macht over leven en dood” en de riemen de “macht om te arresteren”. De fasces wordt daarom ook wel lictorbundel genoemd.
Context en geen toetsstof

Slide 4 - Diapositive

Benito Mussolini
  • 'Il Duce' (leider)  van Italië (1922-1943)

  • Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)

  • Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede, en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.
Context en geen toetsstof

Slide 5 - Diapositive

Fascisme in Europa
  • 'Oplossing voor de crisis'

  • Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw

  • Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen

  • Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)
Context en geen toetsstof

Slide 6 - Diapositive

Oswald Mosley (Engeland)
Anton Mussert (Nederland)
Context en geen toetsstof

Slide 7 - Diapositive

Francisco Franco
  • Caudillo de España por la Gracia de Dios (leider van Spanje bij de Gratie Gods)

  • Fascistische dictator van Spanje tussen 1939 en 1975(!), die een einde aan de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) maakte.

  • Historici zijn het er overigens niet over eens of Franco daadwerkelijkin het rijtje van fascistische leiders als Mussolini en Hitler hoort.


Context en geen toetsstof

Slide 8 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (1)
  • Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen.

  • Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten.

  • Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is. (Leidersbeginsel/Führerbeginsel).

Context en geen toetsstof

Slide 9 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (2)

  • Fascisme is nationalistisch: de eigen staat boven alles

  • Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste: Sociaal-Darwinisme)


Context en geen toetsstof

Slide 10 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (3)

  • Niet denken maar doen. Gevoel is belangrijker dan denken.

  • Geweld is goed: geen woorden maar daden.

  • De vrouw is ondergeschikt: haar taak is het krijgen van kinderen.
Context en geen toetsstof

Slide 11 - Diapositive

 Nationaal-Socialisme
  • Met Nationaal-Socialisme wordt het Duits fascisme in de periode 1933-1945 bedoeld.

  • Ook wel: nazisme.

  • De aanhangers zijn de nazi's.

  • De Nederlandse NSB was ook nationaal-socialistisch.

Slide 12 - Diapositive

Kenmerken van nationaal-socialisme

  • Het Duitse ras moet raszuiver worden gehouden.

  • Rassenleer en antisemitisme

  • Het Duitse volk heeft Lebensraum (=levensruimte) nodig.

  • Heim ins Reich: alle Duitsers moeten in één groot rijk wonen

Slide 13 - Diapositive

Video
Clipphanger: Wat is fascisme?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Crisis in de wereld 
vanaf 1929

  • Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de Amerikaanse economie in elkaar.

  •  Veel mensen raken werkloos en zitten met torenhoge schulden.

Slide 16 - Diapositive

Beurskrach
'Black tuesday' 1929

  • De oorzaak voor de economische crisis noemen we de 'beurkrach'

  • De aandelenmarkt stortte in, veel aandelen waren meer waard dan het bedrijf zelf.

  • Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept...

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • Hoewel Hitler nu kanselier is én leider van de grootste partij in de Rijksdag, heeft hij niet de meerderheid in het Duitse parlement. 
  • Hij zal dus altijd moeten samenwerken met andere partijen.
  • En dat vindt hij afschuwelijk: te lang praten om er samen uit te komen...

Slide 20 - Diapositive


Rijksdagbrand
27 februari 1933



  • Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd. 

  • Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...

Slide 21 - Diapositive


Machtingswet
24 maart 1933



  • ...de brand komt Hitler namelijk wel érg goed uit: hij kan de noodtoestand in Duitsland uitroepen.
  • Het Duitse parlement neemt een noodwet aan, de Machtigingswet,
  • Die geeft Hitler onbeperkte macht: Duitsland is een dictatuur.

Slide 22 - Diapositive


Machtingswet



  • De Grondwet kan door Hitler worden aangepast en opgeschort, zonder goedkeuring van het Duitse parlement.
  • Alle partijen, behalve de NSDAP, worden verboden.
  • Sommige burgerrechten worden opgeschort (o.a. briefgeheim)

  • Gelijkschakeling: iedereen moet zich houden aan de ideologie van de Nazi's

Slide 23 - Diapositive


Deze les, wil ik...
de uitleg nog 1 keer bekijken.
vragen stellen over de lesstof aan meneer De Vries.
De oefeningen van hoofdstuk 4.3 maken die horen bij mijn leerroute.
eerst een samenvatting van hoofdstuk 4.3 maken.
overgaan naar nieuwe leerstof (hoofdstuk 4.4)
nog meer te weten komen over de leerstof

Slide 24 - Sondage

Zet de nummers 1, 2 en 3 onder elkaar en geef antwoord op de vragen:

1. Wat waren de sociale, economische en politieke gevolgen van de Beurskrach?
2. Waarom kreeg Hitler met zijn NSDAP veel steun?
3. Hoe gebruikte Hitler de Rijksdagbrand om alle macht in Duitsland te verkrijgen?

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Vidéo


Het restant van deze les, wil ik...
de uitleg nog 1 keer bekijken.
vragen stellen over de lesstof aan meneer De Vries.
De oefeningen van hoofdstuk 4.3 maken die horen bij mijn leerroute.
eerst een samenvatting van hoofdstuk 4.3 maken.
overgaan naar nieuwe leerstof (hoofdstuk 4.4)
nog meer te weten komen over de leerstof

Slide 27 - Sondage