Week 19 1 HV Frans

programme
récapitulation
aujourd'hui
excercises

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

programme
récapitulation
aujourd'hui
excercises

Slide 1 - Diapositive

récapitulation

Slide 2 - Diapositive

aujourd'hui
Uitleg bezittelijk voornaamwoord
          - mon ma mes etc.

Opdrachten
- alle opdrachten tot en met 15 af

        

Slide 3 - Diapositive



les adjectifs possessifs

Slide 4 - Diapositive

Comment s'appelle ta grand-mère?
Hoe heet zijn/haar oma?

Slide 5 - Diapositive


Voilà Monique. Son frère s'appelle Thomas.


Et il s'appelle Marc. Sa soeur s'appelle Yvette.


Slide 6 - Diapositive

bezittelijk
voornaamwoord
(in het Frans)

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Vidéo

m - v- mv ?
Kijk naar het zelfstandig
naamwoord ACHTER het 
bezittelijk voornaamwoord!

 
J'habit ici, voilà ...... maison

        bezittelijk voornaamwoord
                           mannelijk        vrouwelijk    meervoud

mijn                      mon                  ma                 mes

jouw                     ton                      ta                   tes

zijn / haar            son                      sa                   ses

Slide 9 - Diapositive

m  - v - mv ?
Hoe weet je nu of je
mannelijk, vrouwelijk of meervoud 
moet gebruiken?

Regarde, c'est ....... copine. (mijn)

Slide 10 - Diapositive

m  - v - mv ?
Kijk naar het zelfstandig naamwoord
ACHTER
het bezittelijk voornaamwoord.

Regarde, c'est ma copine. (mijn)

Slide 11 - Diapositive

Hoe vertaal je:
"mijn kinderen"?
A
mon enfant
B
ma enfant
C
mes enfants
D
tes enfants

Slide 12 - Quiz

Hoe vertaal je:
"mijn nichtje"
A
ma cousin
B
mon cousine
C
la cousine
D
ma cousine

Slide 13 - Quiz

Hoe vertaal je:
"zijn opa"?
A
son père
B
son grand-père
C
sa grand-père
D
ses grand-père

Slide 14 - Quiz

Hoe vertaal je:
"jouw familie"?
A
ton famille
B
ta famille
C
tes familles
D
la famille

Slide 15 - Quiz

Hoe zeg je:
"mijn beste vriendin"
A
ma meilleur amie
B
mon meilleure ami
C
ma meilleure amie
D
mon meilleur amie

Slide 16 - Quiz

Hoe vertaal je:
"zijn oma"?
A
sa grand-mère
B
son grand-mère
C
ta grand-mère
D
la grand-mère

Slide 17 - Quiz

vertaal:
jouw huis (la maison)

Slide 18 - Question ouverte

vertaal:
jouw vriendschap (l'amitié v)

Slide 19 - Question ouverte

vertaal:
mijn vrienden (les amis mmv)

Slide 20 - Question ouverte

opdrachten
af tot en met 15

Klaar?-> verder met opdracht 16

Slide 21 - Diapositive

Omgang in de klas
Jullie doen het erg goed de laatste weken voor de vakantie

Gelukkig is er altijd ruimte voor verbetering

Vul straks jouw antwoorden in
-onzin antwoord ingevuld?-> vrijdagmiddag les opnieuw 14.15

Slide 22 - Diapositive

Hoe gedraag ik me tijdens de les?

Slide 23 - Carte mentale

Wat moet de consequentie zijn als ik mijzelf niet goed gedraag?

Slide 24 - Question ouverte

Wat moet de docent doen als ik mijn huiswerk niet heb gemaakt?

Slide 25 - Question ouverte

Opdrachten
Je werkt in stilte aan de opdrachten van Ch. 4

voor vrijdag af tot en met opdracht 15 

Slide 26 - Diapositive